Boekrecensie

Titel: Achter de wereldraad. Brieven aan mijn kerkenraad vanuit de achtste Assemblee van de Wereldraad van Kerken
Auteur: dr. Albert van den Heuvel

Uitgeverij: Kok
Kampen, 1999
ISBN 90 435 0022 4
Pagina's:109
Prijs: ƒ 19,90

Recensie door mr. drs. T. van Kooten - 24 mei 2000

Brieven aan
de kerkenraad

Het nieuwste boekje van dr. Albert van den Heuvel is geschreven in briefvorm. Elk hoofdstuk vormt een aparte brief van de auteur aan de (denkbeeldige?) kerkenraad. Het boek is ook voor niet-ingewijden goed toegankelijk en leest als een reisverslag. Centraal staat de achtste assemblee van de Wereldraad van Kerken, die in december 1998 is gehouden te Harare in Zimbabwe.

In elk hoofdstuk stelt Van den Heuvel een ander thema aan de orde. Zo wordt eerst stilgestaan bij de thematiek van het jubeljaar. De Wereldraad bestond in 1998 vijftig jaar en dit gegeven wordt gekoppeld aan het oudtestamentische jubeljaar. De Wereldraad pleitte, mede vanuit dat gegeven, voor kwijtschelding van de schulden van de derde wereld.

Dat de assemblee in Afrika plaatsvond, was ook te merken aan de grote Afrikaanse inbreng, met een geheel eigen cultuur en geloofsbeleving. De organisatie van de assemblee verliep, vanuit westerse ogen bezien, wellicht niet geheel vlekkeloos. Van den Heuvel merkt op dat Afrika een trots continent is: het kent iets koninklijks, dat onder meer blijkt uit de kleding.

Het thema van de assemblee, ”Turn to God, Rejoice in Hope”, werd door een drietal sprekers uitgewerkt aan de hand van drie begrippen: Anamnese (herinnering), Metanoia (bekering) en Hoop.

Herinneringen
Puttend uit zijn rijke bron van eerdere ervaringen met en in de Wereldraad legt Van den Heuvel verbanden met andere assemblees en geeft in vlotte bewoordingen een indruk van hoe het toentertijd toeging. Zo beschrijft hij de assemblees waarbij met name de Koude Oorlog-problematiek sterk naar voren kwam. De worsteling van de Wereldraad met het communisme en door aanverwante ideologieën beïnvloede theologen wordt ook voor niet-ingewijden in beknopte taal inzichtelijk gemaakt.

De auteur gaat in op de vraag wat de Wereldraad nu eigenlijk wil en ooit wilde zijn: een superkerk of een samenwerkingsverband van kerken? Met name komt naar voren wat de oprichters voor ogen stond.

Tevens worden de spanningen op de achtste assemblee tussen de orthodoxen en de westerse kerken beschreven. De orthodoxen betichten de westerse kerken van een omslag in hun denken in een relatief kort tijdsbestek naar een liberale theologie, waarbij bijvoorbeeld de vrouw in het ambt wordt toegelaten. Ook is de visie van de Wereldraad voor de toekomst anders geworden: de raad wil meer een forum zijn waarbij kerken met elkaar in discussie kunnen gaan. De pretentie van superkerk wordt dan dus echt losgelaten.

Jeruzalem
De status van Jeruzalem is elke keer weer een heikel punt; de overgrote meerderheid van de lidkerken heeft een evident andere Israëlvisie dan de (meeste) Nederlandse kerken. Ook op deze assemblee is weer een verklaring aanvaard waar de Nederlandse gedelegeerden tegen hebben gestemd.

Een ander aspect dat wordt aangestipt, zijn de vieringen. Mijns inziens maakt de auteur hier een zinnige opmerking wanneer hij stelt dat gezamenlijke vieringen hun doel voorbij kunnen schieten. Dit is met name het geval bij vieringen waarbij elke cultuur iets inbrengt, waardoor het geheel erg bont wordt. Uiteindelijk is niemand echt tevreden. Wellicht is het beter om vieringen geheel binnen een bepaalde traditie te doen plaatsvinden.

Ook gaat Van den Heuvel in op zending. Dit thema heeft van de beleidsmakers weinig aandacht gekregen. Vanuit de assemblee is er juist op aangedrongen dit thema meer naar voren te brengen: zending en evangelisatie zijn het hart van de christelijke kerk. Juist de Wereldraad heeft hierin, als wereldwijd verband van kerken, een belangrijke taak.

Mandela
Het belang van zending werd –weliswaar vanuit een andere invalshoek– onderstreept door de woorden van de toenmalige president van Zuid-Afrika, Nelson Mandela, die meldde dat hij juist door de zending zijn functie kon vervullen: hij had op een zendingsschool leren lezen en schrijven. Doordat de assemblee in Afrika werd gehouden, werd het belang van zending –met name ook door de Afrikaanse inbreng– nog eens onderstreept.

De groei van het christendom in Afrika is tegelijkertijd een opdracht en een belofte. Zeker nu hier in Europa, althans in Nederland, het christendom in de marge lijkt te worden gedrongen.