Boekrecensie

Titel: Vrouw en ambt
Uitgeverij: Buijten & Schipperheijn
Amsterdam, 1999
ISBN 90 6064 9990
Pagina's: 157
Prijs: ƒ 24,90

Recensie door ds. C. den Boer - 17 mei 2000

Licht over het unieke
van man en vrouw

„Het standpunt ten aanzien van de vrouw in het ambt, dat in de Christelijke Gereformeerde Kerken steeds heeft gegolden, is schriftuurlijk verantwoord”. Dat besluit staat te lezen in een uitgave vanwege de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken. ”Vrouw en ambt” bevat het eindrapport van deputaten, ingesteld door de synode van Zierikzee (1995), het minderheidsrapport van drie deputaten (met een afwijkend standpunt), rapporten van de synodale commissie en de Acta van de synode.

In het ”Ten geleide” wordt gezegd dat in de opdracht die deputaten kregen van meet af de mogelijkheid open bleef dat de bestaande visie onhoudbaar zou zijn of bijgesteld moest worden. De uitspraken van de synode van 1999 liegen er niet om. Het rapport ”Vrouw en ambt” is een bewijs, dat de Christelijke Gereformeerde Kerken over de vraag naar de vrouw in het ambt thans een officieel kerkelijk standpunt hebben ingenomen. Kort samengevat is dat: „Het gezaghebbend leidinggeven aan de gemeente, komt aan de man, niet de vrouw toe.” „Uitgegaan moet worden van de gelijkwaardigheid van man en vrouw en tegelijk van de overtuiging dat man en vrouw een eigen plaats hebben in de gemeente; in de scheppingsorde gegrond.”

Ambtsvraag
Een groot aantal zeer lezenswaardige bladzijden wordt gewijd aan ontwikkelingen in de kerken van de laatste halve eeuw, in binnen- en buitenland, die op basis van heel andere conclusies de ambten (soms alleen dat van diaken) openstelden voor de vrouw. Grote aandacht wordt ook gegeven aan de ambtsvraag. Uitvoerig worden de historische ontwikkelingen geschetst, waardoor het tot de huidige ambtsstructuur is gekomen. Naar de mening van de meerderheid van deputaten heeft deze ontwikkeling zijn wortels in de Heilige Schrift.

Verder komen hier vooral de hermeneutische/exegetische vragen aan de orde, zoals: Bevat –en in welke zin– de Bijbel tijdbetrokken/cultuurgebonden uitspraken? Kernwoorden uit de Schrift (het beeld van God, het hoofd-zijn van de man) worden breed besproken.

Met instemming heb ik kennisgenomen van dit studiewerk. Uit dit geschrift blijkt dat de vragen op dezelfde wijze aan de orde komen als in het boek ”Man en vrouw in bijbels perspectief” dat indertijd (1988) onder verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond het licht zag. Toch is er verschil. Vooral in de route die gekozen is. Naar mijn inzicht is het beter de hele problematiek van vrouw en ambt te benaderen vanuit de vraag naar de man/vrouwrelatie binnen de gemeente, zoals in de Bijbel ons voorgehouden. Van daaruit kan namelijk beter het licht vallen op het unieke van ieders functioneren in de gemeente, in het ambt aller gelovigen, in goede samenhang en samengang met het ”bijzondere ambt”.

Scheefgroei
Wat het laatste betreft, is er aardig wat scheefgegroeid in onze eigen, gereformeerde traditie. Ik betreur het dan ook dat de synode van Zierikzee de opdracht aan deputaten niet breder maakte en hen ook de opdracht gaf om te onderzoeken welke plaats vrouwen in de gemeente wel kunnen innemen. Dat had de indruk kunnen voorkomen dat er enkel gewaakt moest worden tegen opkomende meningen pro vrouw in het ambt en dat het heersende standpunt verdedigd moest worden. Ik ben het dan ook eens met wat in deze publicatie wordt gezegd: dat „in onze kerken het functioneren van vrouwen niet ten volle wordt benut”.

Verder blijven er nog wel een paar andere vragen over waarover de bezinning ook nadat de synode haar besluit nam, mag blijven voortgaan. Ik wil een vraag noemen: Wat is in bijbelse zin nu eigenlijk ”regeren/ beheren”. Wat betekent het als dit rapport zegt dat „vrouwen in de gemeente van Christus geen officiële leidinggevende (= ambtelijke) positie kunnen bekleden” (blz. 99), terwijl de generale synode te Hilversum (1968/69) uitsprak, dat „vrouwen niet in ieder opzicht uitgesloten zijn van elke vorm van regering”?

Gehuwd zijn
Dit houdt in geen enkel opzicht in dat ik op hetzelfde standpunt sta als de minderheid van de deputaten die (in een eigen verwoording vanaf paragraaf 5.1 van het rapport) vooral op grond van andere hermeneutische/exegetische overwegingen tot de conclusie komen dat de vrouw in het ambt noch met de Schrift noch met de gereformeerde belijdenis in strijd is. Exegetisch is het zeker niet verantwoord als in dit minderheidsrapport wordt gezegd, dat het verbod aan het adres van de vrouw om onderricht te geven (1 Tim. 2:12) niet is gebaseerd op haar vrouw-zijn, maar vooral op haar gehuwd zijn.

Het langdurig en diepgaand beraad binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft geleid tot een goed besluit. Laat echter daarmee de bezinning niet ophouden. Het wordt tijd dat wij ook besliste uitspraken doen over de vraag hoe mannen en vrouwen in de gemeente in goede harmonie met de leidinggevenden van die gemeente profetisch, priesterlijk en koninklijk bezig kunnen zijn.