Boekrecensie

Titel: De Septuagint. Brug tussen synagoge en kerk
Auteur: dr. W. Aalders

Uitgeverij: Groen
Heerenveen, 1999
ISBN 90 5829 052 2
Pagina's: 141
Prijs: ƒ 34,95

Recensie door drs. W. Chr. Hovius - 3 mei 2000

Brug tussen synagoge en kerk

Van de hand van dr. W. Aalders, die deze week 91 jaar oud wordt, verscheen een meer dan interessante studie over de Septuagint. Hij tekent deze als „brug tussen synagoge en kerk”. In het voorwoord geeft de auteur aan „het ultieme antwoord te willen vinden op de geschiedenis als ultieme menselijke nood.”

Allereerst gaat de schrijver in op ”Israël en het Oude Testament”. Hij reageert daarmee op de exegetische herbezinning die het Oude Testament om zo te zeggen voor Israël her-claimt. Het Oude Testament is niet meer vanzelfsprekend een christelijk boek, maar het boek van Israël, het volk dat anders leest en ziet dan de Reformatie. Daardoor verandert ook de visie op Jezus. En, wat is nu Joods messianisme?

Boeiend is vervolgens wat de auteur ons biedt over het Oude Testament in de Griekse vertaling, de Septuagint dus. Is deze niet slechts vertaling, maar ook interpretatie? Ontdekt werd dat de Septuagint in de eredienst is ontstaan. Vervolgens heeft het godsbegrip een verandering, zeg maar een abstrahering naar het wijsgerige ondergaan: de weergave van God werd ”ho'oon”, dat is ”de Zijnde”! De afstand tot Hem is vergroot. Begrippen als ”openbaring” en ”wet” ondergingen eveneens wijziging.

Eindtijdkarakter
Philo van Alexandrië mag gezien worden als de eerste Septuaginttheoloog. In de Joods-Alexandrijnse diasporagemeente voltrok zich een mentaliteitsverandering: de ballingschap was niet een goddelijk strafgericht, maar een groot onrecht, door de volken Israël aangedaan. En de toekomstverwachting veranderde. De diaspora was „uitstoting door God van Israël in de wereld, ten zegen van de volken”.

De schrijver gaat, uiteraard zou ik zeggen, ook in op de verhouding tussen eschatologie en apocalyptiek. Bij dit laatste verschijnsel is vaak sprake van rigoureuze opvattingen over wetsgetrouwheid en fanatiek gerichte toekomstverwachting. De geschiedenis krijgt een eindtijdkarakter. De Septuagint is met name de Joodse Bijbel geworden in de na-exilische tijd.

Als de auteur tenslotte de eenheid van het Oude Testament en het Nieuwe Testament wil laten zien, neemt hij zijn uitgangspunt in het Matthéüs-evangelie, al is dit jonger dan het Markus-evangelie, omdat het bekommerd is om het lot der Joden. Vaak lezen we „Heden is vervuld”. En daarom staat het in het Nieuwe Testament voorop als verbindende schakel met het Oude. Ook komt in dit evangelie veelvuldig het woord ”pleroo” voor, dat is: ”vervullen”. Dat woord slaat met name op Jezus Zelf. Jezus' doop en de Bergrede zijn markante onderdelen. We kunnen niet voorbijgaan aan de uitzonderlijke plaats die Petrus in dit evangelie bezet. Waarom dan loopt het uitgerekend met deze discipel uit op ”het debacle van de verloochening”? Maar veelmeer is te zien hoe na Pasen in Galiléa om zo te zeggen de „intronisatie plaats vindt van Jezus als Kurios en Messias”.

Discussie
Dr. Aalders schonk ons in het korte bestek van zo'n honderd bladzijden een boeiend boek dat wel enige voorkennis veronderstelt en vraagt, maar dat ook uitnodigt tot nadere studie en discussie. Het zou interessant en belangrijk zijn met de auteur van gedachten te kunnen wisselen over vragen als:

1. Welke plaats heeft Philo van Alexandrië ook in de verhouding van Jodendom tot Christendom en kunnen we de Septuagint ook al te veel door zijn bril zien?

2. Waarin verschilt het zicht op Petrus in het Matthéüsevangelie van dat in het Markusevangelie?

3. Is het waar dat de tijd tussen Jezus' eerste en tweede komst als ”ingeschoven tijd” nauwelijks meer van enig belang is in het raam van het Evangelie en de heilsgeschiedenis? Gaat het in deze tijd, waarin ook wij leven, alleen nog maar om en over „nothing remained but to gather in His saints”?

Met diep respekt voor de wel hoogbejaarde maar nog zo geestelijk-frisse auteur geef ik deze bespreking van zijn nieuwe boek. Het zal stellig meegenomen kunnen en moeten worden en een functie kunnen vervullen in het gesprek tussen de Kerk en Israël.