Boekrecensie

Titel: Het beschermend Schild
Auteur: P. Davidse

Uitgeverij: gereformeerde gemeente
Oostkapelle, 2000
Pagina's: 195
Prijs: ƒ 39,50

Recensie door G. Roos - 19 april 2000

Oostkapelle kon niet
scheiden van ds. Kok

Op 22 december 1949 besloot de particuliere synode West van de Gereformeerde Gemeenten dat de uitgifte van de pennenvruchten van ds. R. Kok aan militairen „niet verder mocht geschieden.” De generale synode sprak zich een maand later uit in dezelfde zin. Maar tot in lengte van jaren blijken ouderlingen de preken van de in 1950 geschorste predikant aan hun gemeente te hebben voorgelezen. In Oostkapelle bijvoorbeeld. Dat blijkt uit de beschrijving van de historie van de bedoelde gemeente op Walcheren.

P. Davidse doet in zijn geschiedschrijving, die onder de titel ”Het beschermend Schild” is uitgegeven, openhartig mededeling van de vrijheid die de kerkenraad zich veroorloofde. In 1969 vertelden de kerkvisitatoren ds. J. van Vliet en ds. J. C. Weststrate de kerkenraad echter dat hij zich te houden had aan het in januari 1950 genomen besluit van de generale synode. Deze vergadering verbood immers om preken van ds. Kok te lezen.

Die maatregel viel verschillend. Er waren ”plenty” gemeenten waar de ambtsdragers er niet over piekerden zo'n besluit te negeren. Maar de in de dienst des Heeren vergrijsde leraar liet nu eenmaal behalve afkeer tevens een spoor van sympathie na in de streken waar hij diende. Kennelijk ook in Oostkapelle.

De auteur van ”Het beschermend Schild” legde in zijn publicatie facetten vast van een eeuw kerkelijk leven in de bewuste gemeente. Honderd jaar is erg lang. In de nog geen twee pagina's per jaar die Davidse biedt, kan alleen dat wat hij als hoofdzaak heeft beschouwd aan de orde komen. De vraag welke preken de kerkenraadsleden lazen, vormt daarvan slechts een klein onderdeel. Wat zich in honderd jaar als geestelijk leven doet kennen in een gemeente valt moeilijk te meten of beschrijven. Het boek vormt evenwel een aardige aanvulling op de reeks uitgaven die over de kleine kerkgeschiedenis in de achterliggende decennia verschenen.

Ontstaan
De schrijver begint met een blik te werpen op Walcheren zoals dat reeds uit de tijd van de Romeinen en Willibrord bekend is. Wanneer Oostkapelle precies overging naar de Reformatie lijkt onbekend. In elk geval kreeg de gemeente in 1579 haar eerste predikant: Johannes de Pourck. Herberg-bezoek en liberalisering baarden in de eeuwen na de Hervorming veel zorgen. In de tijd van de Afscheiding preekten ds. H. J. Budding en oefe-naar Johan Willem Vijgeboom op Walcheren. Onder andere op de buitenplaats Sint Jan ten Heere. Ook ds. L. G. C. Ledeboer kwam naar Zeeland.

De Oostkapelse jongeman David Janse zag zich in 1866 bevestigd als diaken in de Middelburgse ledeboeriaanse gemeente. Dat was twee uur lopen vanaf zijn woonplaats. Kennelijk hadden de mensen dat er in die tijd zonder auto's wel voor over. In 1872 werd hij oefenaar en in 1883 volgde bevestiging als predikant. Hij institueerde de gereformeerde gemeente van Oostkapelle op 7 maart 1900. Naast de reeds bestaande dolerende kerk. Alle kerkenraadsnotulen vanaf dit jaar zijn bewaard gebleven.

Davidse volgt de feiten op de voet. Zo komt ter sprake het opmerkelijke feit dat de jonge gemeente van Oostkapelle het christelijk onderwijs reeds aan het begin van de vorige eeuw steunde. En veel later blijkt de kerkenraad maar moeilijk te kunnen scheiden van de al genoemde predikant, die in het nabijgelegen Aagtekerke tien jaar werkzaam was in de bediening der Verzoening.

Nuances
Het boek is rijk geïllustreerd. Het op één na laatste hoofdstuk vermeldt van alle ambtsdragers die de gemeente dienden enkele bijzonderheden. Voorzover beschikbaar nam de auteur ook een foto van hen op. Dat is interessant, hoewel van sommigen niet duidelijk is of zij tot hun dood toe dienden. Een meer overzichtelijke lijst met de jaren dat zij in het ambt stonden, zou als een extra niet misstaan in de uitgave.

In sommige gevallen is enige nuance gepast. Is de Doleantie een „reformatorische beweging” in de huidige zin van het woord? Leverde ds. Budding een „schriftuurlijk bevindelijke prediking?” In de lijst van geraadpleegde literatuur ontbreken de notulen van de classis. Het raadplegen daarvan zou ongetwijfeld meer belangwekkende gegevens hebben verschaft. Dat alles neemt niet weg dat de slotwens van Davidse bijval verdient: dat het boek mag bijdragen tot meerdere eer van de Koning van de Kerk.