Boekrecensie

Titel: Kinderen in de vroeg-christelijke kerk
Auteur: W. A. Strange

Uitgeverij: Barnabas
Heerenveen, 1999
Pagina's: ISBN 90 5829 085 9
Pagina's: 148
Prijs: ƒ 24,95

Recensie door drs. G. J. van Middelkoop - 22 maart 2000

Eigentijdse vragen behandeld vanuit historie Vroege Kerk

Kinderen onder de kansel

Welke plaats hebben kinderen in de kerk? Horen ze erbij? Moeten zij speciale aandacht krijgen in de kerkdiensten? Dat zijn eigentijdse vragen die dr. William A. Strange ertoe brachten de ideeën en de praktijk van de eerste christenen opnieuw te bestuderen. Dr. Strange is hoofd van de vakgroep theologie en godsdienstwetenschappen aan het Trinity College in Carmarthen in Wales. In 1996 schreef hij een boekje over kinderen in de antieke wereld, het Nieuwe Testament en de Vroege Kerk. Vorig jaar verscheen een Nederlandse vertaling onder de titel ”Kinderen in de vroeg-christelijke kerk”.

Vandaag hebben wij veel aandacht voor kinderen en hun ontwikkeling. We moeten ons realiseren dat dit vroeger anders was. In de antieke wereld, zegt Strange, is enerzijds duidelijk sprake van liefde voor kinderen, anderzijds ook van een harde en wrede behandeling. Minder dan de helft van de kinderen haalde het vijfde levensjaar. Abortus en kindermoord kwamen vaak voor, evenals het te vondeling leggen.

De opvoeding leek vaak op het africhten van een dier. Een grote uitzondering was Quintilianus, die het spelen als onderdeel van het leren zag. In het algemeen ontbrak een gevoel van betrokkenheid bij het welzijn van de kinderen. In de joodse wereld lag dat anders. Kinderen werden gezien als verbondskinderen. Ze kregen dan ook een nauwgezette vorming en opvoeding.

Evangeliën
In de evangelieverhalen over Jezus zijn kinderen opvallend aanwezig. Moeders brengen hun kleine kinderen bij Hem en Hij raakt hen aan. Christus stelt kinderen ten voorbeeld als Hij spreekt over het ingaan in Zijn koninkrijk. Wie een van hen tot zonde verleidt, begaat een ernstige misstap. Jezus was geïnteresseerd in kinderen. Verwijzingen naar kinderen, ontmoetingen met kinderen en beelden uit het kinderleven zijn op een opmerkelijke manier verweven in Zijn optreden.

In de nieuwtestamentische brieven blijken de kinderen er in de kerk helemaal bij te horen. Ouders worden aangespoord hun kinderen op te voeden in de tucht en terechtwijzing des Heeren. Kinderen worden opgeroepen hun ouders in alles te gehoorzamen, want dit is welbehagelijk in de Heere. Dezelfde dingen komen we tegen in de periode na het Nieuwe Testament. „Laat onze kinderen delen in de kennis van Christus”, schrijft Clemens van Rome. Chrysostomos vergeleek opvoeden van kinderen met het maken van prachtige beelden.

Deze religieuze opvoeding was een taak voor de ouders. Er was geen christelijk onderwijs. Strange zegt dat de eerste christenen dat niet nodig hebben gevonden, omdat ze niet uit waren op een christelijk getto, maar probeerden zout en licht in hun wereld te zijn. „Hun standpunt over het onderwijs illustreerde hun open en toch kritische houding tegenover de samenleving als geheel”, schrijft hij. Ik geloof daar niets van. Het ontbreken van christelijk onderwijs in de eerste eeuwen moet anders verklaard worden. Men zag geen mogelijkheden tot een eigen gedegen inleiding in de bestaande cultuur.

Kinderdoop?
Strange biedt een weergave van opmerkingen van vroegchristelijke auteurs over de doop. Na afweging van de verschillende geluiden komt hij tot de conclusie dat het dopen van kinderen van gelovige ouders al begonnen is in de tijd van de apostelen. In latere tijden werd de doop vaak uitgesteld, omdat de vraag rees of er nog wel vergeving zou zijn voor zonden die je na je doop bedreef. Augustinus gaf een goede theologische onderbouwing voor de kinderdoop, die sinds de tijd van het Nieuwe Testament gepraktiseerd werd. Het is opvallend dat Strange niet spreekt over het verbond dat God met de gelovigen en hun kinderen onderhoudt, terwijl dat toch de structuur is waarbinnen besnijdenis en kinderdoop hun overtuigende plaats hebben.

Inzake het avondmaal is Strange van mening dat kinderen vanaf het begin daaraan hebben deelgenomen. Pas veel latere ontwikkelingen hebben daarin verandering gebracht, zegt hij.

Toepassing
De Vroege Kerk had aandacht voor de kinderen. In haar voetspoor moeten christenen vandaag ook veel zorg en aandacht aan hen besteden. We moeten zoeken naar mogelijkheden ze meer te betrekken bij de erediensten. Vanaf hun geboorte horen ze bij de kerk en bij het koninkrijk van God. De gezinsopvoeding is ook vandaag van hoog belang. Ouders moeten ernst maken met hun vitale rol om hun kinderen leiding te geven in het bidden en in het discipel zijn. En een kerk die trouw is aan haar Heere, moet dat ook laten zien in haar zorg voor kinderen die Hij zo intens heeft liefgehad, zo besluit Strange.

Strange heeft een aardig boekje geschreven waarin hij veel wetenswaardigheden naar voren brengt. Zowel wetenschappelijk als principieel vraagt het om kritische lezing. De vertaling had beter gekund: ”Judaïsme” betekent iets anders dan het bedoelde ”jodendom”. Klassieke schrijvers en hun geschriften hadden niet met hun Engelse naam aangeduid moeten worden. Ook in de literatuurlijst was hier en daar een verwijzing naar Nederlandse vertalingen in plaats van naar Engelse functioneler geweest. Overigens is de uitgave door Barnabas goed verzorgd.