Boekrecensie

Titel: Leid mij in Uw waarheid
Auteur: H. van Dam

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 1999
ISBN 90 331 1395 3
Pagina's: 126
Prijs: ƒ 29,95

Recensie door ds. H. Polinder - 23 februari 2000

Samen spreken over
de catechismuspreek

Hoe goed is het om in het gezin ook over de catechismuspreek na te praten. H. van Dam wil met zijn boekje ”Leid mij in Uw waarheid” gezinnen met kinderen daarbij helpen. Zijn boekje is geschikt voor kinderen vanaf 8 jaar.

De Heidselbergse Catechismus wordt weergegeven in de taal van de kinderen. Het voordeel van deze methode is dat de schrijver nauw aansluiting zoekt bij de taal van de catechismus. Hier is echt de Heidelberger aan het woord!

”Leid mij in Uw waarheid” is desondanks geen vereenvoudigde catechismus. De auteur geeft in eenvoudige bewoordingen zijn uitleg. Naar mijn gedachte is hij daarin geslaagd. Dit boek is zeker geschikt om onze kinderen de kern van een zondagsafdeling mee te geven. Met nadruk wordt gewezen op de noodzaak van de waarachtige bekering. Telkens klinkt de aansporing de Heere te zoeken en de nodiging dat de Heere gewillig is Zijn genade te geven.

Toch wil ik twee opmerkingen maken bij dit boekje.

Vele malen komt in dit boekje een toepassing voor in de zin van: „Daarom moeten we de Heere vragen...”, of: „We moeten maar steeds bidden...” Uiteraard is dit een bijbels gegeven. Alleen vraag ik mij af of het juist is dit steeds te herhalen. Een toepassing die wat duidelijker uitlegt wat het zoeken van de Heere is, zou de waarde van het boek verhoogd hebben.

Het valt mij op dat juist bij de behandeling van de tien geboden dit 'moeten' zo vaak terugkeert. Graag had ik de behandeling van de wet wat meer 'evangelisch' van toon gezien. De wet zonder de kennis van Christus leidt tot het moeten doen van de geboden, maar de wet in de handen van Christus leidt tot het verlangen die te doen uit dankbaarheid.

Kinderdoop
In de tweede plaats: bij antwoord 74 over de kinderdoop ligt naar mijn gedachte het accent op de belofte die aan de kinderen wordt toegezegd, niet minder dan aan de volwassenen. De inhoud van deze toezegging is de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, Die het geloof werkt.

De auteur doet naar mijn gedachte niet voldoende recht aan de catechismus wanneer hij dit zo uitlegt: „De Heere belooft aan de gemeente waar kinderen gedoopt worden: Ik zal Mijn verbond houden (...). Zij horen bij de gemeente waar Ik wil wonen en werken. Waar Ik mensen wil bekeren. Waar Ik ook kinderen wil bekeren.”

De catechismus bedoelt toch dat aan de kinderen persoonlijk Gods belofte wordt toegezegd en dat zij daarom het teken van het verbond ontvangen? De auteur wekt de indruk dat de inhoud van deze toezegging is dat de Heere ook kinderen wil bekeren in de gemeente. Met verwijzing naar het ”Schatboek” van Ursinus mag ik stellen dat de Heere ook onze kleine kinderen heel persoonlijk hun de weldaad van de vergeving van zonden en de wedergeboorte toezegt.

Deze twee opmerkingen doen niets af van het feit dat ik hoop dat dit boek in onze gezinnen zijn weg zal vinden, opdat jong en oud heel persoonlijk de enige troost in leven en sterven leren kennen!