Recensie door Jeannette Donkersteeg - 26 mei 1999
Enzensberger laat Robert zeven reizen in de tijd maken
Een foto die
in vlammen opgaat
Stapte je terug in de tijd, dan zou je je overgrootmoeder tegen het lijf kunnen lopen. Of je oma, toen ze nog een klein meisje was. Voor de hoofdpersoon uit Waar was je, Robert? van Hans Magnus Enzensberger wordt dit werkelijkheid. Hij ontmoet niet alleen zijn eigen voorouders, maar nog veel meer mensen uit vroeger eeuwen.
Enzensberger maakte eerst wiskunde en nu geschiedenis leuk! meldt de uitgever op het omslag van het nieuwe jeugdboek. De Duitse auteur schreef namelijk al eerder De telduivel, waarin een jongen allerlei avonturen met getallen beleeft. In Waar was je, Robert? maakt de hoofdpersoon een boeiende reis door de historie. De lezer leert en passant iets over het dagelijks leven in het verleden.
Diepgang
Als hij op een avond naar een film over het Siberië van 1956 zit te kijken, verdwijnt de vijftienjarige Robert in het beeld. Van het ene op het andere moment zit hij in Rusland. Hij wordt opgevangen door een apothekeres, totdat de Russische politie hem voor een spion aanziet en hem arresteert. Robert ontsnapt en vlucht een bioscoop binnen. Daar valt hij letterlijk en figuurlijk midden in een speelfilm uit 1946. Opeens bevindt hij zich in Californië. Hij heeft hier een leuke tijd, totdat een foto (uit 1930) hem opnieuw 'opslokt'. Op een dergelijke manier maakt Robert zeven reizen.
Dat het mogelijk is een overtuigend verhaal over het reizen door de tijd te schrijven, heeft Thea Beckman bewezen met haar Kruistocht in spijkerbroek. Dat een schrijver zich aan zo'n onderwerp echter gemakkelijk kan vertillen, blijkt uit Waar was je, Robert? De auteur heeft een leuk en lezenswaardig boek geschreven, maar is er niet helemaal in geslaagd zijn verhaal de nodige diepgang te geven. Aan fantasie ontbreekt het hem niet, wel aan inlevingsvermogen.
Bijbel
De verwarring die Robert zou moeten voelen, telkens als hij plotseling in een vreemde omgeving en een ver tijdperk belandt, komt niet uit de verf. De jongen vraagt zich zelden af hoe hij in deze curieuze situatie verzeild is geraakt, noch wat zijn ouders zullen denken, noch hoe hij ooit weer terugkomt in zijn eigen huis en tijd.
Zijn karakter wordt slechts oppervlakkig getekend. Robert is te veel buitenkant en te weinig binnenkant. Enzensberger vertelt óver hem, maar sleept de lezer niet mee met de gevoelens die in de jongen moeten omgaan. Dat geldt onder andere wanneer de hoofdpersoon bij gelovigen terechtkomt. De schrijver constateert dat er uit de Bijbel gelezen wordt; wat Robert daarbij denkt, laat hij echter in het midden.
Doordat Robert telkens slechts tijdelijk in een bepaalde tijd en periode verblijft, heeft het verhaal iets vluchtigs. Dat Robert verschillende keren juist op een zeer precair moment naar een andere tijd verdwijnt, komt de geloofwaardigheid evenmin ten goede.
Schildersleerling
De kans is groot dat dit jongeren er niet van weerhoudt het boek in één adem uit te lezen. De thematiek spreekt tot de verbeelding. Al vraagt Robert zich niet af hoe hij ooit terugkomt, de lezer doet dat wel. Zal de hoofdpersoon door het kijken naar de foto van zijn vriend Ratibor, die hij bij zich draagt, uiteindelijk weer in zijn woonplaats belanden? Als de schrijver al aan die mogelijkheid gedacht heeft, dan veegt hij hem van tafel door de foto in vlammen te laten opgaan. Tijdens zijn laatste reis wordt Robert schildersleerling in het zeventiende-eeuwse Rotterdam. Dat biedt nieuwe perspectieven op het moment dat hij de keuken van zijn ouderlijk huis op het doek kan zetten...
|