Boekrecensie

Titel: Kleine.nl
Auteur: Ralph Steadman

Uitgeverij: Hillen
Amsterdam 2001
ISBN 90 76766 27 4
Pagina's: 34
Prijs: ƒ 27,50

Titel: Wachten op Timoun
Auteur: Geneviève Casterman

Uitgeverij: Hillen
Amsterdam, 2001
ISBN 90 76766 28 2
Pagina's: 60
Prijs: ƒ 24,13

Titel: Boris zoekt het hogerop
Auteur: Hiawyn Oram en Tony Ross

Uitgeverij: Sjaloom
Amsterdam, 2001
ISBN 90 6249 369 6
Pagina's: 26
Prijs: ƒ 23,90

Titel: Ik wil mijn speen
Auteur: Tony Ross

Uitgeverij: Sjaloom
Amsterdam, 2001
ISBN 90 6249 373 4
Pagina's: 26
Prijs: ƒ 23,90

Titel: Ubbie en Frump op vakantie

Uitgeverij: Strengholt
Naarden, 2001
ISBN 90 586 0073 4
Pagina's: 40
Prijs: ƒ 19,95

Titel: Welterusten, Beer Baboen
Auteur: Bette Westera en Suzanne Diederen

Uitgeverij: Hillen
Amsterdam, 2001
ISBN 90 76766 20 7
Pagina's: 20
Prijs: ƒ 26,42

Recensie door Marianne Witvliet - 3 oktober 2001

Hoog knuffelgehalte lijkt geen voorwaarde meer voor prentenboek

Een bizar en
inktspattend gedrocht

De variatie in prentenboeken groeit. Het aanbod van verschillende thema's is groot en het traditiegetrouwe hoge knuffelgehalte van tekst en tekeningen lijkt geen voorwaarde meer. Een aantal auteurs is zich in ieder geval bewust van voorlezende ouders en kiest voor een abstracte benadering. Tegelijk houdt het klassieke kinderboek stand.

Ralph Steadman, bekend van onder andere ”Inspekteur Kaasjager” (1980), stoeit in ”Kleine.nl” met een punt die dol is op inkt. Met het personifiëren van een in de computer wonende punt („Ik woon in jouw computer, daar kun je me altijd vinden... iedere keer als je uitlogt ga ik op de thee bij de hertogin van Amalfi”) lijkt Steadman over de hoofden van jonge kinderen heen vooral ouders te animeren.

Het boek wordt aanbevolen voor kleuters vanaf 4, die nog niet in termen van 'uitloggen' praten. In- en uitloggende pubers daarentegen zijn het prentenboek allang voorbij.

Steadman is niet de eerste die voor deze benadering kiest. Wolf Erlbruch brak door toen met name studenten en volwassenen dol bleken te zijn op zijn prentenboeken. Steadman blaast in ”Kleine.nl” de punt op tot een bizar en inktspattend gedrocht dat de strijd aangaat met een spierwit leger onder aanvoering van de Hertog van Bogshott. Punt beschermt de hertogin van Amalfi, die door het witte leger wordt aangevallen. Uiteindelijk trouwt de Hertog van Bogshott wel met de Hertogin van Amalfi. Ze draagt een zwarte trouwjurk, zodat de punt op de bruiloft maar in het wilde weg kan spatten. Dit en-zij-leefden-nog-lang-en-gelukkigeinde doet een beetje dwaas aan in een boek waarin Steadman zich vooral in de abstractie uitleeft.

Wachten en hopen
Geneviève Casterman kiest in ”Wachten op Timoun” ook voor een vrij abstract verhaal. ”Wachten” is een niet alledaags thema voor een prentenboek. Casterman is erin geslaagd het onderwerp adoptie bijzonder fijntjes en in combinatie met de onderliggende filosofie dat hoop niet beschaamt, te verwerken met een minimum aan woorden. Emoties als woede en teleurstelling tijdens het wachten, weeft zij vooral in haar transparante tekeningen.

Niet zonder uitleg echter zullen kinderen begrijpen dat Krokodil op Timoun wacht, een krokodilletje afkomstig uit verre oorden. Krokodil zit op de vlonder voor haar huisje. De grote vraag in het sfeervolle prentenboekje is „Wanneer komt Timoun?”

„Ik voel je al zo dichtbij. Toch ben je ver weg. Aan het andere einde van de wereld. Ver, ver weg midden op de Indische Oceaan... En vooral, wanneer kom je in mijn armen? Over een jaar? Over twee of zelfs drie jaar?” Krokodil slaapt, droomt, verft het vlondertje, zet een vaasje met bloemen neer dat weer verdort.

„Kleintje... ben je mosgroen, zeegroen, of pistachegroen?” Krokodil wacht in de zomer en in de herfst. Misschien komt Timoun met de Kerst en daarna hoopt Krokodil dat hij toch in de lente komt. Het wachten en hopen wordt ten slotte beloond. Krokodil vaart Timoun met een bootje tegemoet en ze worden samen opgewacht door vrienden.

Het boekje kwam tot stand in samenwerking met de Vereniging Wereldkinderen in Den Haag.

Hogerop
Minder abstract en mooi getekend door Tony Ross, is het avontuur van de waterkevers Boris en Ben in ”Boris zoekt het hogerop”. Ze leven met hun moeder op de bodem van een vijver en willen wel eens weten wat er op de waterspiegel te beleven valt. In een luchtbel reizen ze omhoog en merken dat het allerhoogste punt in de vijver het kasteel van de Toppadden is. En padden zijn gevaarlijk voor kevers. Terwijl Ben alweer bibberend op de bodem is geland bij zijn ongeruste moeder, gaat Boris op onderzoek naar de kasteelbewoners. Die hebben nou net even geen belangstelling voor de kever, want de sleutels van het kasteel liggen op de bodem van de vijver.

„Ik haal ze wel even op”, zegt Boris. Het einde van het liedje is dat Boris, Ben en hun moeder als beloning voor het terugbrengen van de sleutels de helft van het kasteel mogen bewonen, maar voor Boris hoeft het niet. „Hij was OVERAL gelukkig... hij ging met het grootste gemak naar de bodem, naar het midden, en naar de hoogste hoogte.”

Hoe leuk het verhaal ook is, Tony Ross heeft vast meer succes met het door hemzelf geschreven en getekende nieuwe verhaal over de pittige Kleine Prinses. Wilde ze in vorige delen groot zijn, een zusje of niet naar het ziekenhuis, in ”Ik wil mijn speen” zet ze het hele paleis op zijn kop als de admiraal of de koningin het felbegeerde fopje bij haar weghalen. Om hem niet meer kwijt te raken, doet ze de speen aan een touwtje om haar nek. „Soldaten hebben geen speen”, zegt de generaal. „En dames ook niet”, voegt het dienstmeisje eraan toe. „Nou ik wel”, zegt de Kleine Prinses. Maar dan komt haar neef op bezoek. „Wat zie jij er stom uit met die speen”, zegt hij. „Ja, maar hij is niet van mij hoor”, zegt de Kleine Prinses blozend en rukt hem uit haar mond. „Hij is van Beer!”

Spelletjes
”Ubbie en Frump op vakantie” is een lees- en speelboek voor beginnende lezertjes. Ubbie en Frump gaan naar zee. Kinderen krijgen tussen het niet al te spits geschreven verhaal door opdrachtjes om letters in de juiste volgorde te zetten, een zandkasteel af te tekenen of simpele raadseltjes op te lossen. Ubbie en Frump gaan ondertussen op zoek naar de zon, die achter de wolken verdwijnt. Nu maar hopen dat ouders hun kroost toestaan met pennen en kleurtjes dit betaalbare boekje te lijf te gaan.

Bette Westera maakte samen met Suzanne Diederen een heerlijk prentenboek op rijm. In ”Welterusten, Beer Baboen” gaat Willem Wout bij Oma logeren. Maar wat vervelend nou dat Beer Baboen niet blij kijkt. Hij wil niet eten en niet slapen. „Oma's huis is vol gevaren:/ schuifelvoeten op de gang,/ schaduwen met lange haren,/ spinnen achter het behang./ Beer Baboen wil naar beneden./ Tranen prikken in zijn keel./ Maar de trap heeft twintig treden./ Dat is veel en veel te veel.” Willem Wout kan niet slapen, zegt hij tegen oma, omdat Beer Baboen naar huis wil. Maar gelukkig, naast oma in het brede bed lukt het toch. De tekeningen van Suzanne Diederen, die met dit boek debuteert, passen perfect bij de sfeer van het verhaal.