Boekrecensie

Titel: Stress in groep 6
Auteur: Hans Mijnders

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 2001
ISBN 90 331 1589 1
Pagina's: 75
Prijs: ƒ 8,95, na 31 december 2001 ƒ 11,90

Titel: Verdacht!
Auteur: Hans Mijnders

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 2001
ISBN 90 331 1574 3
Pagina's: 144
Prijs: ƒ 17,50

Recensie door Hans van Holten - 3 oktober 2001

Mijnders maakt van clichéachtige onderwerpen iets origineels

Met een verdacht
pakje naar Antwerpen

Er zijn twee nieuwe jeugdboeken van Hans Mijnders uit: ”Stress in groep 6” en ”Verdacht!”. Het eerste gaat over pesten op school, het andere over drugs. Niet direct originele onderwerpen; er zijn al tientallen jeugdboeken over geschreven. Maar toch, het hangt ervan af hoe je de intrige uitwerkt en wat voor oplossing je biedt, en dat kan wél op originele wijze gebeuren. We zullen zien.

”Stress in groep 6” (dat rijmt) gaat dus over pesten. Erwin is dé grote pestkop van de klas. Hij voelt zich om de een of andere domme reden superieur aan de rest van de klas en zeker aan 'de meiden'. Natuurlijk wordt hij bewonderd en geassisteerd door een paar (mannelijke) klasgenoten. Het zijn vooral Eline, Suzanne en Marlies die het moeten ontgelden. En hoewel de juf zegt dat er zo nooit een einde aan zal komen, pesten de meisjes duchtig terug. Minder gemeen, maar toch...

Langzamerhand ontstaat er een soort treiterspiraal: het pesten wordt steeds erger, het verplaatst zich van het schoolplein naar de buurt buiten de school en dan weer terug naar de klas tijdens de projectweek. Hinderen bij het touwtjespringen, muren bekladden met flauwe opschriften enzovoorts van de kant van de jongens, fietsbanden laten leeglopen en ventieltjes verstoppen, tegenopschriften op andere muren kladden door de meisjes. Op het laatst worden Erwin en zijn kornuiten zelfs handtastelijk.

Als de meisjes erachter komen dat Erwin steelt in de supermarkt, houden ze in de klas een handtekeningenactie om Erwin van school te krijgen. Maar zoiets lost natuurlijk ook niets op.

Tijdens de projectweek vernielt Erwin stiekem het werkstuk van Eline en Marlies, waarmee ze zo enthousiast en zorgvuldig bezig zijn geweest. Dat brengt een ommekeer teweeg, maar niet op de manier zoals je zou verwachten: weg met die Erwin.

Het besef dringt tot de kinderen door dat ze eigenlijk allemaal schuldig zijn aan de gebeurtenissen. Als Robert voorstelt met een nieuwe handtekeningenlijst te komen, met daarboven ”Erwin moet blijven”, tekenen na veel aarzeling alle kinderen. Suzanne, die het meest door Erwin gepest is, het laatst. Maar ze doet het!

Xtc
Drugs, in dit geval xtc-pillen, vormen het allesbeheersende thema van ”Verdacht”. Linda van vijftien heeft het thuis, vindt ze zelf (en een beetje gelijk heeft ze wel), slecht getroffen. Ze mag niks. Kleren die ze zelf koopt worden afgekeurd. Mascara is verboden. Ze moet precies vertellen wat ze gaat doen als ze uitgaat. En naar een schoolfeestje mag zeker niet. Dat alles leidt vrijwel dagelijks tot stampvoetconflicten.

Ze vertelt thuis dan ook niet dat ze samen met haar vriendin Carolien, die wél van alles mag, in de trein („Wauw zeg”) een knappe jongen ontmoet heeft, die hen beiden weet in te palmen. Hij zegt dat hij buiten schooltijd een soort bodedienstbedrijfje runt en hij haalt de argeloze meisjes over om voor hem een pakje weg te brengen. Zelf heeft hij daarvoor geen tijd. Ze willen wel wat bijverdienen en dus happen ze gretig toe.

Eerst stuurt Frank (zo heet hij) hen met een pakje naar twee lugubere adressen in Rotterdam. Pas als hij vraagt voor hem een pakje naar een adres in Antwerpen te brengen, begint er bij Linda diep in haar hart iets van wantrouwen te kriebelen. Waarom stuurt hij het pakje eigenlijk niet gewoon met de post? Dat is toch veel goedkoper? Maar ze zegt er toch niets van, want ze is verliefd op de knappe jongen.

Antwerpen valt bijna niet meer ongemerkt te doen, maar ze vertikt het haar ouders in te lichten. Natuurlijk leidt dat bij terugkeer tot knallende ruzie met haar vader en moeder. Maar in de Belgische stad zijn ze wel tot de ontdekking gekomen dat ze als drugskoeriersters worden gebruikt. Er zitten xtc-tabletten in het pakje. Carolien grijpt haar kans en stopt heimelijk een handje tabletten in haar zak om later te verkopen.

„Wat is het toch verschrikkelijk ingewikkeld. Ouders die haar niet willen begrijpen. Carolien die geheimen voor haar heeft en dan heb je ook nog die pillen. En Frank...”

Bij het tweede reisje naar Antwerpen barst de bom. Als Linda en Carolien in het 'studentenhuis' zijn waar de pillen afgeleverd moeten worden, doet de politie een inval. De meisjes worden met de jonge bewoners meegenomen naar het bureau. De agenten geloven de meisjes gelukkig en ze mogen naar huis bellen. „Wees maar blij met zulke ouders”, voegt een van de agenten Linda toe.

Kortom, het loopt goed af. Met een sisser. Linda voelt zich slachtofferig, maar toch ook wel schuldig. „Hoe zal het nu verder gaan? Ze hoopt dat het thuis weer normaal wordt. Dat haar vader en moeder haar weer gaan vertrouwen en haar niet als een klein kind blijven behandelen. Maar daar zal ze zelf ook haar best voor moeten doen, dat beseft ze. Zelf is ze ook verkeerd bezig geweest. Dat toe te geven is niet makkelijk, maar... het moet nu gewoon!”

Duidelijke boodschap
Pesten op school en drugs, het zijn langzamerhand wat clichéachtige onderwerpen. Maar Hans Mijnders heeft er toch iets eigens van gemaakt. Tegen een overal voelbare maar niet altijd expliciet uitgesproken christelijke achtergrond. En met een niet mis te verstane maar toch niet geforceerd opgedrongen boodschap. En het leest nog lekker weg ook!

Ten slotte een compliment voor de grappige, levendige omslagen van Kees van Scherpenzeel, die beide boeken extra aantrekkelijk maken.