Boekrecensie

Titel: Het verhaal van Babar het olifantje
Auteur: Jean de Brunhoff

Uitgeverij: Lemniscaat
Rotterdam, 2001
ISBN 90 5637 359 5
Pagina's: 48
Prijs: ƒ 39,56

Titel: O, wat mooi is Panama
Auteur: Janosch

Uitgeverij: Lemniscaat
Rotterdam, 2001
ISBN 90 5637 356 0
Pagina's: 50
Prijs: ƒ 29,75

Titel: Borre en de nachtzwarte kat
Auteur: Jenny Wagner & Ron Brooks

Uitgeverij: Lemniscaat
Rotterdam, 2001
ISBN 90 5637 358 7
Pagina's: 34
Prijs: ƒ 29,75

Titel: Dokter De Soto
Auteur: William Steig

Uitgeverij: Lemniscaat
Rotterdam, 2001
ISBN 90 5637 357 9
Pagina's: 30
Prijs: ƒ 29,75

Recensie door Marianne Witvliet - 3 oktober 2001

Klassieke prentenboeken in het nieuw

Grijs olifantje, groen pak en zwarte bolhoed. Babar is een begrip. Je komt hem tegen op puzzels, kwartetten of memory. Maar het werkelijke verhaal over Babar kent bijna niemand meer. Net zo min als het verhaal over Borre de hond of dokter de Soto. Lemniscaat laat de charme van klassieke prentenboeken niet verloren gaan. In een fraaie linnen band krijgen de boeken een tweede leven.

”Het verhaal van Babar het olifantje” van Jean de Brunhoff verscheen in 1939. Het niet zo bijster goed getekende en heel grote prentenboek werd meteen een succes. Juist de onbeholpen tekeningen van Brunhoff zetten het tot de verbeelding sprekende verhaal enorme kracht bij.

Babar vlucht naar de stad als jagers zijn moeder doodschieten en komt daar een oude, rijke dame tegen die erg van kleine olifantjes houdt. Ze geeft Babar geld om kleren te kopen en zo komt Babar aan zijn groene pak, zijn slobkousen en het bolhoedje. In een rood autootje verkent hij zijn nieuwe wereld en vertelt vrienden van de oude dame over zijn leven in het oerwoud.

Af en toe moet hij huilen als hij aan zijn moeder denkt en hij is dolblij als hij op een dag zijn neefje en nichtje tegenkomt. Babar besluit om met hen mee terug te gaan naar het grote bos. Omdat de olifantenkoning bezweken is nadat hij een verkeerde paddestoel had gegeten, wordt Babar koning. Hij trouwt met zijn nichtje en na een groot bal gaan koning Babar en koningin Céleste in een gele ballon op huwelijksreis, nieuwe avonturen tegemoet. Op het controversiële einde na een verrukkelijk boek.

Prachtig verpakt
”O wat mooi is Panama” van de bekende prentenboekenmaker Janosch is een klassieker van bijna 25 jaar oud. Beer en Tijger zijn onafscheidelijke vrienden. Ze wonen gezellig samen in een huisje aan de rivier. Op een dag drijft daar een lege bananenkist waarop ”Panama” staat. De geur van de bananen zet Beer aan het dromen. Panama moet een geweldig land zijn, waar alles mooi is en het van onder tot boven naar bananen ruikt.

Beer en Tijger gaan op reis, met een hengel, een rode pan en Teigereend, die aan een touwtje op vier wieletjes achter de vrienden aan hobbelt. Na eindeloos vragen en omzwerven en na veel avonturen komen Tijger en Beer in Panama. Tenminste, dat denken ze, maar ze zijn gewoon weer terug in hun eigen huisje bij de rivier. „Wat is het hier mooi, hè Beer?” zegt Tijger. „Het mooiste dat ik ooit gezien heb”, zegt Beer. Het land van je dromen is thuis. Die moraal heeft Janosch prachtig verpakt in schitterende illustraties en een warme tekst.

Een jaar eerder dan ”O, wat mooi is Panama” lag ”Borre en de nachtzwarte kat” in de winkel. Ook hier stijgt vertedering boven alles uit. Borre is de hond van Roosje, een weduwe. Ze zijn onafscheidelijk. Ze zitten samen onder de perenboom en dommelen samen bij de haard. Maar op een avond ziet Roosje iets bewegen buiten. „Het is vast een kat”, zegt Roosje zorgzaam. Borre wil niet kijken.

's Nachts gaat hij naar buiten. „We hebben jou niet nodig, kat”, zegt hij. „Wij hebben het goed samen, Roos en ik.” Maar de nachtzwarte kat komt terug en Roosje geeft hem stiekem, als Borre niet kijkt, kommetjes melk. En elke keer, als Roosje niet kijkt, kiept Borre het kommetje omver. Maar dan wordt Roosje ziek. „Ik blijf in bed”, zegt ze. Borre denkt na. Tot het middageten en als het tijd is voor het avondeten, denkt hij nog. „Zou de nachtzwarte kat je beter maken?” vraagt hij aan Roosje. „Ja”, zegt ze. „Dat is precies wat ik nodig heb.” Borre doet de deur open...

Rubberlaarzen
William Steig doordrenkte in ”Dokter de Soto” (1982) zowel tekst als tekeningen met veel humor. Dokter de Soto is tandarts en als muis weigert hij katten en andere gevaarlijke dieren te behandelen. Zijn patiënten zijn mollen, eekhoorntjes of grote dieren die geen muizen lusten. „Voor heel grote dieren had hij een speciale kamer. Daar werd dokter De Soto boven de te behandelen kiezen gehesen door zijn assistente, die toevallig ook zijn vrouw was... Hij trok dan rubberlaarzen aan om geen natte voeten te krijgen.”

Zelfs het liefste poesje wordt niet geholpen, maar op een dag staat er een deftig geklede vos die zo'n pijn heeft dat het muizenechtpaar besluit hem te helpen. Met veel kunst- en vliegwerk weet de tandarts te voorkomen dat de kaken van de vos op elkaar klappen. De vos besluit met zijn splinternieuwe kies het echtpaar op te eten, maar dokter De Soto stapt met een emmer vol superlijm de vossenbek binnen en smeert iedere kies grondig in. „Dokter De Soto en zijn assistente hadden de slimme vos overtroefd. Zij gaven elkaar een zoen en namen de rest van de dag vrij.”