Boekrecensie

Titel: Drie kleine konijntjes
Auteur: Ivan Gantschev

Uitgeverij: De Vier Windstreken
Voorschoten, 2001
ISBN 90 5579 540 2
Pagina's: 28 blz.
Prijs: 27,00

Titel: Met z'n allen de wijde wereld in
Auteurs: Gerda Marie Scheidl en Bozena Jankowska

Uitgeverij: De Vier Windstreken
Voorschoten, 2001
ISBN 90 5579 482 1
Pagina's: 26 blz.
Prijs: 23,69

Titel: Kikkertje en Slangetje
Auteur: Marijke van Mil

Uitgeverij: Vassallucci
Amsterdam, 2001
ISBN 90 5000 601 9
Pagina's: 36 Prijs: 29,90

Titel: De zingende zaagvis
Auteurs: Bette Westera en Sylvia Weve

Uitgeverij: Hillen Amsterdam, 2001
ISBN 90 76766 02 9
Pagina's: 28 blz.
Prijs: 29,50

Titel: Op ware grootte
Auteurs: Steve Parker en Alan Male

Uitgeverij: Ploegsma i.s.m. Diergaarde Blijdorp
Amsterdam, 2000
ISBN 90 216 1583 5
Pagina's: 48
Prijs: 34,90

Recensie door Marianne Witvliet - 28 augustus 2001

Prentenboeken over verzonnen, zingende zaagvissen en levensechte vogelspinnen

Een bonte verzameling kinderverhalen

Uitgevers weten kinderen te verrukken met fantasie. Gelukkig maar. Zonder deze, bij de beleving van het kind aansluitende dierenverhalen, zou de kinderkamer er saai en kleurloos uitzien. Toch zijn er fantasieverhalen die minder gelukkig uitvallen en serieuze prentenboeken, die leerzaam en allesbehalve kleurloos zijn.

Uitgeverij de Vier Windstreken heeft met de uitgave van ”Drie kleine konijntjes” een ervaren kunstenaar in huis gehaald. De uit Bulgarije afkomstige Ivan Gantschev illustreert sinds 1972 kinderprentenboeken. Bekende titels zijn onder andere ”Waar het geluk woont”, ”Waar is mijnheer Mol gebleven” en ”De schat in het Maanmeer” dat hij in 1995 samen met de schrijver Kurt Baumann maakte. Gantschev's aquarellen, die in de loop van de jaren kleuriger werden, zijn door de uitgekiende composities vooral kunstzinnig.

”Drie kleine konijntjes” is een sprookje uit de Balkan, mét moraal. De konijntjes staan op het punt de wijde wereld in te trekken en beloven hun vader goed uit te kijken voor de vos. „Nu kan ik eindelijk doen en laten wat ik wil”, denken ze alledrie. Maar zo eenvoudig is het niet. Het nest van het ene konijntje is veel te onveilig en de vos springt bovenop het krakkemikkige huisje van de andere. Alleen het derde konijntje is verstandig, die graaft een diep hol en daar kan de hongerige vos niet bij. De vos komt zelfs muurvast te zitten. Vader konijn kan tevreden zijn, zijn kinderen laten zich niet meer beetnemen.

Pratende stoel
”Met z'n allen de wijde wereld in” van dezelfde uitgever, is ook een fantasieverhaal voor kleine kleuters, waarbij de auteur overigens flink is doorgeslagen. De beer Teddy gaat met de muis op stap de wijde wereld in, maar bedenkt opeens dat hij honger heeft. Hij gaat terug naar huis om eten te halen, maar dan wil behalve een houten pop ook een stoeltje mee dat praat en voetjes heeft. Leg dat maar eens uit aan een slim kind. Het verhaal is trouwens langdradig en allesbehalve spits geschreven. Op de tekeningen van Bozena Jankowska is van alles te zien, zodat je bij dit boek neiging krijgt de tekst weg te denken, zodat kinderen hun eigen fantasie de vrije loop kunnen laten.

Het omgekeerde geldt voor ”Kikkertje en Slangetje”, van Marijke van Mil. Haar prijzige debuut bestaat uit een lief verhaal met tekeningen die noch leuk, noch vertederend zijn en hier en daar zelfs neiging hebben wanstaltig te worden. Kikkertje, een groen gedrochtje met een enorm hoofd, is op zoek naar een vriendje. Slangetje wil wel spelen, hij heeft alleen een erg grote mond. „Is zo'n grote mond wel handig?” vraagt Kikkertje. „Zelfs jij past in mijn mond. Stap er maar meteen in”, zegt Slangetje.

Deze dialoog voert de spanning lekker op. Het inslikken en uitspugen wordt namelijk een spelletje, tot Kikkertje het aan zijn moeder vertelt, die onmiddellijk wit wegtrekt en hem zegt dat slangen dol zijn op kikkers. De moeder van Slangetje is woedend, want de slang heeft honger als hij thuiskomt en hij had zijn buikje rond kunnen eten met Kikkertje. Maar het onverwachte en leuke einde is dat de dieren vriendjes blijven. Slangetje eet gewoon elke keer twee hele broden voor hij met Kikkertje gaat spelen.

Onder water
”De zingende zaagvis” is een prentenboek van liggend formaat met verhalen in rijm van Bette Westera. De gedichten, die zich vooral onder water afspelen, zijn humoristisch, doordacht, bevatten dubbele bodems en zijn leuk geïllustreerd. Toch zullen ze het bevattingsvermogen van kleuters wel eens te boven gaan. De zaagvis droomt dat hij later beroemd wordt „als bas of tenor bij een bodemorkest/ Hij droomt dat zijn naam in één adem genoemd wordt/ Met Marco Borsato en Bach en de rest./ Hij droomt dat de zeekoningin hem komt halen/ omdat ze gehoord heeft hoe zuiver hij zingt./ Zoetwaterballades, cantates, koralen/ en pop waar de diepzeebevolking op swingt.” De onderwaterwereld van Bette Westera bevat vanuit christelijk oogpunt echter een paar thema's die moeilijk door de beugel kunnen.

Voorlezende ouders zullen vooral genieten van de spitsvondigheden over de grote, gedachteloze walrus, de eendagsvlieg, de kwal die zichzelf zo doorzichtig vindt of de oester die maar niet open wil tot de dokter hem openbreekt en een heel grote parel ontdekt. „Zijn vrouw was zichtbaar aangedaan/ en liet een zilte oestertraan./ Ze riep, van vreugde buiten zinnen:/ „Je bent zo mooi, zo mooi van binnen!”/ De oester zuchtte zachtjes: „Schat,/ 'k wist niet dat ik het in mij had.”

Ware grootte
”Op ware grootte” ten slotte is een leerzaam boek. Steven Parker en Alan Male laten levensgroot 101 dieren zien van hun neus tot hun staart. Wel in stukjes, anders pasten ze nog niet in dit toch wel formidabele boek. De dieren komen uit alle streken tussen pool en evenaar en kinderen komen dan ook niet alledaagse soorten tegen als de lappenkameleon, de landtongvleermuis, de geelvleugelara, de vogelspin of de grote agaatslak. De informatieve teksten en de kleurige, maar serieuze tekeningen van ”Op ware grootte” maken het boek het meest geschikt voor basisschoolkinderen.