Boekrecensie

Titel: De jongen die nooit meer uit zijn hol wilde komen
Auteur: Gerard Tonen

Uitgeverij: Leopold
Amsterdam, 2000
ISBN 90 258 4569
Pagina's: 120
Prijs: ƒ 29,90
Vanaf 10 jaar

Titel: Littekens
Auteur: Emmy Dullemond

Uitgeverij: Van Holkema & Warendorf
Houten, 2001
ISBN 90 269 9345 5
Pagina's: 144
Prijs: ƒ 24,90
Vanaf 12 jaar

Titel: Lotus brengt geluk
Auteur: Ellen Tijsinger

Uitgeverij: Van Goor
Amsterdam, 2000
Pagina's: 156
Prijs: ƒ 26,35
Vanaf 12 jaar

Recensie door Hans van Holten - 25 april 2001

Jeugdboeken over adoptiekinderen geven inzicht in worsteling

Barre, Margriet en Lotus
voelen zich onbegrepen

Zich onbegrepen voelen is voor volwassenen niet leuk, maar voor kinderen geldt dat misschien wel in nog sterkere mate. Je durft naar niemand toe met je problemen, je voelt je eenzaam, machteloos, ook of liever juist te midden van de mensen. Barre –hoofdpersoon in ”De jongen die nooit meer uit zijn hol wilde komen” van Gerard Tonen– is zo'n jongen.

Barres ouders zijn altijd weg. Hij wordt opgevoed door tante Roos, die zich niet echt voor hem interesseert. Op school wordt hij getreiterd. Barre heeft namelijk een ongewoon grote spitse neus, en daarom noemen ze hem de mol. „Ik heb wel medelijden met zo'n neus; je zult maar de hele dag aan zo'n jongen moeten hangen.” Op een keer verliest Barre zijn zelfbeheersing en slaat hij een van zijn plaaggeesten tegen de grond.

Schuilplaats
Dan neemt hij een besluit. Hij wil niets meer met de mensen te maken hebben en begint een groot, diep hol in de achtertuin te graven. Als dat klaar is, duikt hij letterlijk en figuurlijk onder. Hij besteedt de meeste tijd aan het min of meer gezellig inrichten van zijn onderaardse woning en maakt die voor volwassenen moeilijk toegankelijk. 's Nachts als iedereen slaapt, trekt hij eropuit om bij het grofvuil wat spulletjes bij elkaar te zoeken.

Op zo'n nachtelijke tocht ontmoet hij Sofie. Die is weggelopen van haar vader en moeder omdat ze altijd maar ruzie maken. Ze mag zo lang in Barres hol slapen. Natuurlijk nemen de wederzijdse ouders geen genoegen met de situatie en ze proberen de twee kinderen uit hun schuilplaats te krijgen. Dat dreigt te lukken, maar net op tijd kunnen ze samen de benen nemen. Ze liften naar de Vogezen, waar ze midden in het bos een nieuw hol beginnen. Daar ontdekt de schrijver de beide kinderen en interviewt hen, zo zegt hij. „Ik geef onmiddellijk toe dat het een raar boek is, maar ik kan je met mijn hand op het hart zweren dat alles wat erin staat echt is gebeurd.... Barre en Sofie bestaan, dus het kan best dat je ze een keer tegenkomt.”

Inderdaad een merkwaardig boek, maar zeker ook boeiend om te lezen en om je te realiseren waartoe ruzie, treiteren en onverdraagzaamheid kunnen leiden. Overigens wordt het boek stevig ontsierd –zoals zo vaak– door de vloeken die erin voorkomen. Het is een verhaal dat naar de toekomst is toegeschreven: de mensen betalen er met euro's! En dat maakt de bewering van de schrijver nog wat ongeloofwaardiger.

Adoptie
Margriet –uit ”Littekens” van Emmy Dullemond– voelt zich ook onbegrepen. Maar dat heeft niet alleen met haar huidige situatie te maken, maar vooral met haar verleden. Zij is een geadopteerd Javaans meisje, maar die adoptie is niet helemaal vlekkeloos verlopen en daarom is ze bang dat ze terug moet naar Indonesië om daar aan haar lot te worden overgelaten. Bovendien kwelt haar een pijnlijk litteken in haar schouder, overgehouden van een nijdige botsing met haar stiefmoeder uit haar Indonesische tijd. Als ze daar alles over zou vertellen, zou men misschien toch achter de waarheid komen. Daarom verzwijgt ze al die dingen; die zelfopgelegde zwijgplicht draagt ze als een tweede litteken met zich mee.

Ze is al zeven jaar bij haar Nederlandse adoptieouders en nóg laat het verleden haar niet los, voelt ze zich zelfs een 'tweedehands kind', niet te vergelijken met haar Hollandse zus Iris, die het zo goed doet op school. Haar nieuwe vader en moeder voelen wel dat er iets niet goed zit, maar kunnen tot hun verdriet geen contact met Margriet krijgen. „Toen we Margriet adopteerden, dachten we dat we genoeg liefde en aandacht hadden om haar gelukkig te maken, maar voor geluk is blijkbaar meer nodig. Soms vind ik het moeilijk om dat te accepteren. We doen ons best om een gelukkig gezin te zijn, maar dat lukt niet altijd.”

Indringend
Margriet wordt aan het litteken geopereerd; dat helpt haar niet alleen van de pijn in haar schouder af, maar brengt haar ook in contact met een andere allochtoon, Harold, een tekenleraar, die op haar in begint te praten. „Tweedehands kinderen bestaan niet. Er bestaan alleen kinderen die de pech hebben gehad om ergens ter wereld te komen waar geen plaats voor ze was. Maar als adoptiekinderen zijn ze daarna de meest gewenste kinderen van de hele wereld geworden.”

Die woorden stemmen haar tot nadenken. Toch heeft ze nog heel wat stootjes en duwtjes nodig voor ze bereid is met haar verleden af te rekenen en ze echt een Moerwani wordt, zoals ze eigenlijk heette: een geluksvogeltje.

Helaas is ook deze tekst niet helemaal vloekvrij. Los daarvan is ”Littekens” een indringend, geloofwaardig verhaal, dat je niet gauw loslaat. En vooral ook goed geschreven.

India
Het nieuwe boek van Ellen Tijsinger, ”Lotus brengt geluk”, heeft merkwaardigerwijs precies hetzelfde thema als dat van Emmy Dullemond. Ook het brugklassertje Lotus (vroeger heette ze Nalini en dat betekent Lotus of geluksbloem) is een adoptiekind, heeft zelfs eveneens littekens van brandwonden uit haar vroegste jeugd, voelt zich net als Margriet een „weggooikind, gedumpt als een zak rijst.” Op sommige momenten wantrouwt ze zelfs de liefde van haar nieuwe vader en moeder en van haar broer en zus. Dan is ze ongezeglijk, maakt ze ruzie.

Haar herinneringen aan vroeger, ook aan het kindertehuis waar ze een paar jaar doorgebracht heeft „lijken op schaduwen in de schemer van de nacht”. Maar ze worden sterker en sterker en gaan haar steeds meer beheersen. Na een knetterende ruzie thuis („Ik kom niet meer thuis. Jullie zijn mijn echte vader en moeder niet”) bekent ze dat ze naar India wil. „Om dingen van vroeger te ontdekken en te begrijpen. De herinneringen die bovenkomen moet ze echt zien.” Anders dan ze verwacht had, hebben haar ouders daar alle begrip voor.

En zo gaat ze met haar adoptiemoeder in India op zoek naar haar echte moeder. Ze ziet het vervallen kindertehuis terug, met al die verwaarloosde ondervoede kindertjes, de armoede waarin ze destijds is opgegroeid. Maar haar echte moeder vindt ze niet. Die had haar anoniem weggegeven. „Uit liefde!”

Voor het eerst begrijpt nu ook Lotus, net als Margriet, dat ze eigenlijk een geluksvogel is. En een gelukbrengster bovendien.