Boekrecensie

Titel: Niels en de onverwachte ontdekking
Auteur: Harry Marsman

Uitgeverij: Gebr. Koster
Barneveld, 2000
ISBN 90 5551 184 6
Pagina's: 147
Prijs: ƒ 15,90

Recensie door J. Mijnders - 25 april 2001

Niels loopt risico's
op de kermis

Veel steden worden minstens één keer per jaar aangedaan door de kermis. In het vijfde deel van de Niels-serie, ”Niels en de onverwachte ontdekking” (van Harry Marsman), gebeurt dit ook in het dorp van de hoofdpersoon. Het bezoek dat Niels brengt aan de schiettent heeft grote gevolgen.

Niels en zijn broer Wouter hebben van allerlei kanten gehoord dat ze niet naar de kermis moeten gaan. Toch is de aantrekkingskracht die ervan uitgaat vooral voor Niels erg groot. Hij besluit samen met zijn broer de schiettent te bezoeken. Daar loopt het helemaal fout. Hij wordt beroofd van zijn portemonnee, horloge en zakmes. Het ergste is echter dat ook het horloge van Sanne, het lichamelijk en verstandelijk gehandicapte meisje (dat hij in deel 4 heeft ontmoet) is verdwenen. Niels had beloofd het horlogebandje te maken.

In de krant lezen ze dat de zakkenrollers al enige tijd op de kermis actief zijn. Ze besluiten zelf op onderzoek uit te gaan. De twee kermisgasten die hen in de schiettent in de gaten hielden, zijn voor hen belangrijke verdachten.

Een spannend avontuur vol verrassingen volgt dan: liggend onder een caravan luisteren ze de twee verdachte mannen af, ze ontdekken het horloge van Sanne en worden ontdekt door de boeven. Uiteindelijk vermoedt Niels dat de twee mannen hun buit verstoppen in de buksen van de schiettent. Groot is de verrassing als in de buksen geen gestolen spullen, maar zakjes drugs blijken te zitten. Gelukkig schiet op het laatste moment ook Ruud, de broer van Sanne, te hulp. Anders had het er voor Niels slecht uitgezien.

Vechtpartijen
Jongeren zullen dit vijfde boek over Niels ongetwijfeld spannend vinden. Toch wil ik een paar kanttekeningen plaatsen. De gebeurtenissen in dit deel zijn wel erg veel van hetzelfde. Het is een lange aaneenschakeling van vechtpartijen, onverwachte ontdekkingen en hele en halve ontsnappingen geworden. Waarom niet een stukje verdieping van de karakters?

Waarschuwen tegen kermisbezoek is uiteraard het recht dat een auteur heeft. Maar maakt dit soort opmerkingen een boek christelijk? Door een kermis als „een vreselijke plaats” aan te duiden en tieners temidden van alle vechtpartijen om hulp te laten bidden?

Ook het taalgebruik staat soms ver van de hedendaagse jeugd af. Ik hoor jongeren tenminste nooit meer opmerkingen maken als „Je weet wel, dat akelige in het veld.”