Bedeljongen

Dick woont met zijn moeder en grootvader op een vunzige zolder. Ze leven in grote armoede. Als moeder een verwaarloosd en ongelukkig kindje op straat vindt, neemt ze dat mee op haar tochten om medelijden bij de mensen op te wekken. Ook Dick zelf moet door bedelen proberen wat op te scharrelen. Meestal heeft hij honger en is hij erg verdrietig.

Als hij ziet dat een mevrouw een portemonnee verliest geeft hij die, hoe moeilijk het ook is, eerlijk terug.

Op een donkere avond ontdekt Dick een poesje bij het gat in het dakraam. Als hij het diertje probeert te verkopen wordt hij herkend als de eerlijke vinder van de portemonnee. Nu komt toch zijn beloning! Er breekt een betere tijd voor Dick aan, vooral omdat hij voor het eerst in zijn leven over de Heere Jezus hoort. In een kort naschrift wordt verteld dat het gestrooide Zaad wortel geschoten heeft en dat het in alle opzichten goed gaat met Dick.

Dit aandoenlijke verhaal speelt zich af rond 1900 en is opnieuw verteld in hedendaags Nederlands. Dergelijke armoedige omstandigheden zullen onze kinderen niet uit de praktijk kennen, al kan er ook in onze tijd van weelde veel verdriet en eenzaamheid zijn. De omslag en illustraties passen goed bij het verhaal.