Boekrecensie

Titel: Uit het leven van Dik Trom
Auteur: C. Joh. Kieviet

Uitgeverij: Kluitman
Alkmaar, 2001
ISBN 90 206 2048 7
Pagina's: 192
Prijs: ƒ 15,25

Recensie door Mariska Wolters - 21 maart 2001

Van Kieviet leerde je niets, hoogstens kattenkwaad uithalen

Honderdste druk Dik Trom

Dik die in een tobbe de sloot overvaart, Dik die zijn pet achterstevoren opzet, Dik die de ezel achterstevoren berijdt: op wiens netvlies zijn de gebeurtenissen van boekenheld Trom niet gebrand? Zaterdag werd met een feestje de 100e druk van het bekendste boek van C. Joh. Kieviet gepresenteerd. Anne Marie Hormann van uitgeverij Kluitman: „Bij mijn weten zijn alleen van de Bijbel meer dan honderd uitgaven verschenen.”

Het is nu bijna niet meer voor te stellen, maar de lancering van het boek ”Uit het leven van Dik Trom” veroorzaakte in 1891 een heuse revolutie. De boeken die in die tijd voor kinderen geschreven werden, waren braaf en zaten vol grotemensengedachten. Van een kinderboek moest je iets leren, was het idee. En van Dik Trom leerde je niets. Hoogstens hoe je kattenkwaad uit kon halen. En dat was nu net de bedoeling niet van de laat-19e-eeuwse kinderboekenschrijvers.

Wellicht nog erger was het feit dat Dik Trom in de persoon van veldwachter Flipsen het gezag bespottelijk maakte. Wat moest er ooit van de opgroeiende jeugd terechtkomen als die zulke boeken ging lezen?

Vier uitgevers weigerden ”Uit het leven van Dik Trom” in hun fonds op te nemen. Pieter Kluitman durfde het echter wél aan het boek van de schoolmeester C. Joh. Kieviet uit te geven. Hij werd gesteund door vernieuwende pedagogen zoals S. Abrahamsz, Theo Thijssen en Jan Ligthart. Zij zagen in de grappen van Dik geen bezwaar. En uit de verkoopcijfers bleek dat veel ouders er hetzelfde over dachten.

Voorlezen
Kieviet zag bij zijn leerlingen wel dat de brave kinderboeken uit die tijd niet aansloten bij hun belevingswereld. Daarom besloot hij zelf andere kinderboeken te gaan maken. Elke avond schreef hij tien velletjes in een schoolschrift, die hij voorlas aan zijn vrouw. Daarna liet hij ze, vaak al de volgende dag, door de oudere leerlingen voorlezen aan de jongere. Hij lette goed op hoe ze op de verhalen reageerden. Zo bleek vanzelf of het nodig was nog iets aan de tekst te veranderen.

De eerste druk was volgens Anne Marie Hormann van uitgeverij Kluitman nog niet erg aantrekkelijk. „Het was een dun boekje met alleen maar tekst, dus zonder tekeningen.” De tweede uitgave, die een jaar later verscheen, bevatte wel illustraties en verkocht daardoor zo mogelijk nog beter.

De verwachting is dat ook de honderdste druk van 5000 exemplaren weer grif over de toonbank zal gaan. Een klassieker dus. Net als boeken zoals ”Kruimeltje”, ”Alleen op de wereld” en ”Pietje Bell”. Wat het recept van een klassieker is? „Wist ik het maar”, zegt Anne Marie Hormann. „Dan zit ik nu achter m'n typemachine.”

Ze kan wel enkele ingrediënten noemen. „Het boek moet iets te bieden hebben voor veel verschillende mensen. En een boek moet indruk maken. Zo'n indruk dat een vader het koopt voor z'n kind. En een oma voor haar kleinkind.”

Anne Marie Hormann denkt dat de herkenbaarheid van de streken van Dik Trom eraan bijgedragen heeft dat de serie zo'n succes is geworden. „Hoewel de wereld van vroeger en nu niet te vergelijken is, houden kinderen nog steeds van belletje trekken en gooien ze steentjes tegen het raam.”

Dat het in de boeken bijvoorbeeld over een baker gaat in plaats van een verloskundige en over een veldwachter in plaats van een politieagent is volgens Anne Marie voor een kind geen probleem. „Dat hoort voor hen gewoon bij het verhaal.”

Het boek werd een succes. Is de angst van de negentiende-eeuwse pedagogen terecht gebleken? „Kattenkwaad zit in elk kind. Daar hebben ze geen boek voor nodig. Maar ik geloof zeker dat Dik Trom veel kinderen op ideeën heeft gebracht. Gelukkig heeft niemand met zijn streken veel problemen. Wat is er mooier dan water in klompen gieten en dan de reactie van de eigenaar afwachten? Om zulke dingen lagen kinderen toen, maar ook nu nog, in een deuk. En de ouders? Ik geloof dat die zulke grappen ook nog wel kunnen waarderen. Ze hebben het boek tenslotte zelf ook gelezen.”