Boekrecensie

Titel: Lust en leering. Geschiedenis van het Nederlandse kinderboek in de negentiende eeuw
Auteurs: P. J. Buijnsters en Leontine Buijnsters-Smets

Uitgeverij: Waanders
Zwolle, 2001
ISBN 90 400 9529 9
Pagina's: 504
Prijs: ƒ 125,-

Recensie door Enny de Bruijn - 7 maart 2001

Kijk- en leesboek voor de liefhebber

Wie denkt dat negentiende-eeuwse kinderboeken alleen braaf, deugdzaam en saai zijn, heeft een beperkte blik.

Dat blijkt wel uit het standaardwerk dat de Nijmeegse emeritus hoogleraar oudere Nederlandse letterkunde P. J. Buijnsters en de kunsthistorica Leontine Buijnsters-Smets dezer dagen op de markt brachten. Naast ”De brave Hendrik” staat ”Piet de Smeerpoets”, naast de moralistische vertelling het avonturenverhaal.

”Lust en leering” is een kijk- en leesboek voor de liefhebber, zeer toegankelijk geschreven, een lust voor het oog en tegelijkertijd wetenschappelijk verantwoord, een basis waaruit tal van proefschriften zouden kunnen voortkomen. De auteurs verbergen hun persoonlijke sympathieën niet, maar dat doet niets af aan de kwaliteit van hun werk. Het maakt de tekst alleen maar leesbaarder.

De uitgave beschrijft een belangrijk stuk van de negentiende-eeuwse leescultuur. Honderden kinderboeken passeren de revue, een groot aantal bekende en onbekende schrijvers, uitgevers en illustratoren krijgt afzonderlijk aandacht. Alleen de negentiende-eeuwse lezer onttrekt zich wat aan de waarneming.

Belangrijke auteurs zoals Jan Goeverneur en Jan Schenkman hebben een apart hoofdstuk gekregen, de rest is gerangschikt rond allerlei genres en thema's. Kindertijdschriften, prentenboeken, baker- en kinderrijmpjes, sprookjes, sinterklaasboeken en buitenlandse kinderboeken, allemaal worden ze voor het voetlicht gehaald.

Voor de lezer die afkomstig is uit de gereformeerde traditie is vooral het hoofdstuk over protestants-christelijke en katholieke jeugdlectuur interessant. De auteurs hebben ook op dit punt een duidelijke mening: „Het probleem met verreweg de meeste jeugdlectuur uit de gereformeerde kring was echter dat die christelijke boodschap altijd door het verhaal heenschemerde om op beslissende momenten de regie over te nemen. Wat zich presenteerde als verhaal bleek opeens een exempel of, erger, een aangeklede preek waarvan de blije conclusie al bij voorbaat vaststond.”

Dat neemt niet weg dat de auteurs ook op dit terrein een schat aan betrouwbare informatie bieden. De schrijvers Gerdes, Van Lummel en De Liefde krijgen hier eindelijk een plaatsje in de geschiedenis van het lezen, net als tal van andere auteurs van wie op z'n hoogst een naam dreigde over te blijven. Dat is de grote verdienste van dit boek: het brengt teksten, auteurs, uitgevers en illustratoren uit een niet eens zo ver verleden opnieuw in herinnering, het heeft ze geconserveerd voor een volgende eeuw.