Boekrecensie

Titel: Een boodschap die nooit aankwam
Auteur: M. C. Logmans-Weltevrede

Uitgeverij: De Banier
Utrecht, 2000
ISBN 90 336 2658 6
Pagina's: 90
Prijs: ƒ 13,50
vanaf 10 jaar.

Titel: Het plan van Joep
Auteur: M. C. Logmans-Weltevrede

Uitgeverij: Den Hertog
Houten, 2000
ISBN 90 331 1455 0
Pagina's: 58
Prijs: ƒ 10,90; vanaf 7 jaar

Recensie door M. Vermeulen - 21 februari 2001

Schuilkelder en dierenwinkel

In ”Een boodschap die nooit aankwam” vindt Pim een geheimzinnige plattegrond onder de vloer. Samen met zijn vriend Eef komt hij erachter dat er een geheime gang is van het huis van Eef naar een kerkje vlakbij.

Moeder vertelt een verhaal over een schietpartij uit de oorlog. Het slachtoffer overleefde de aanslag, maar de dader was spoorloos verdwenen. De jongens gaan op bezoek bij de broer van de verdwenen dader, Van Dalen, en die vertelt hun over een Engelse piloot. Pim en Eef zijn nieuwsgierig en gaan via de kelder bij Eef thuis de geheime gang verkennen. Daar vinden ze een oude gymschoen en een doosje met een boodschap.

Timmy, de hond van Pim, ontdekt een schuilkelder, waarin een man blijkt te wonen. De jongens begrijpen dat dit de verdwenen dader moet zijn. Als vader een man oppakt die rond het huis sluipt, komt het allemaal goed voor de broers Van Dalen.

Het boek is geschreven voor kinderen vanaf tien jaar. Daarom is het jammer dat er soms te moeilijke woorden gebruikt worden, zoals ”subsidie” en ”clandestien”. Ook de manier waarop de jongens met elkaar spreken is niet zoals twaalfjarigen met elkaar praten.

De dingen die gebeuren zijn niet altijd geloofwaardig: moeder zoekt de jongens, vindt in de kelder een schot dat open staat en timmert dat zonder pardon dicht. En verderop in het boek vindt Pim een schuilhut met een zwerver, schrikt niet, maar zegt: „Ik heet Pim.” Verder is de reden waarom het doosje met de boodschap in de geheime gang geworpen is, een beetje zwak. Het is niet logisch dat soldaat Van Dalen in die gang terug zou komen.

Bovendien ontdekken de jongens het hele boek door steeds meer van het verhaal, maar bij de uiteindelijke ontknoping zijn ze alleen maar toeschouwers, dat maakt het minder spannend.

Een ander boek dat M. C. Logmans-Weltevrede schreef, is bestemd voor zevenjarigen. ”Het plan van Joep” begint met te vertellen dat Joep zeven wordt en guppies voor zijn verjaardag krijgt. Voor zijn volgende verjaardagen krijgt hij achtereenvolgens wandelende takken, een kip en een koppel duiven, die zich allemaal snel vermenigvuldigen. De duiven laat hij los tijdens de trouwerij van de juf. De fotograaf vindt dat zo leuk dat hij een afspraak maakt met Joep om zijn duiven te gebruiken bij komende trouwreportages. Het laatste hoofdstuk laat Joep als tweeëntwintigjarige zien, als hij een dierenwinkel heeft.

”Het plan van Joep” is aardig om te lezen, maar had op een aantal punten beter overdacht kunnen worden. Het tijdsaspect is bijvoorbeeld onduidelijk. Wanneer speelt het boek zich af? Enerzijds heeft de schrijfster het over muizen achter het behang (we kennen al jaren geen gespannen behang meer) en anderzijds over flitspalen langs de weg. Ook binnen het boek is de tijd niet altijd even duidelijk: in het hoofdstuk dat gaat over Joeps achtste verjaardag wordt er, in de tegenwoordige tijd, een verhaal verteld dat zich afspeelt rond Joeps zevende verjaardag, terwijl zijn zevende verjaardag een hoofdstuk eerder aan de orde was. Kinderen raken daar behoorlijk van in de war.

Mevrouw Logmans maakt veel gebruik van populaire taal: vader „toetert de deuren open” met een skelter, Joep „rommerrebomt naar boven” en de buurman die komt klagen over de duiven „tettert erop los.” Als schrijver doe je er beter aan de taal op een zuivere manier te gebruiken.

Ook in dit boek staan een aantal dingen die ongeloofwaardig overkomen: vader haalt een kip, stopt het dier in een jutezak en vervolgens onder zijn snelbinders. En wat moet je je voorstellen als de schrijfster vertelt, dat er een kip tussen de tochtstrippen door naar binnen loopt? Ook kun je je afvragen welke moeder twee jaar lang 25 jampotjes met dieren in de vensterbank wil hebben.

De titel van het boek komt nauwelijks naar voren. Joep heeft twee keer een gedachtenflits –„Als ik groot ben, dan…”– maar in het laatste hoofdstuk komt pas naar voren dat Joep graag een dierenwinkel wilde hebben.