Boekrecensie

Titel: Verjaagd door het water
Auteur: Tonny Vos-Dahmen von Buchholz

Uitgeverij: De Fontein
Baarn, 2000
ISBN 90 261 1598 9
Pagina's: 126
Prijs: ƒ 24,95

Titel: Anna, prinses van Byzantium
Auteur: Tracy Barrett; vert. Josée Westrik

Uitgeverij: Callenbach
Kampen, 2000
ISBN 90 266 0968 x
Pagina's: 176
Prijs: ƒ 26,50

Titel: Vals beschuldigd
Auteur: Joyce Pool

Uitgeverij: Lemniscaat
Rotterdam, 2000
ISBN 90 5637 319 6
Pagina's: 152
Prijs: ƒ 28,50. Alle vanaf 12 jaar

Recensie door H. van Holten - 14 februari 2001

Een Delftse staljongen,
een Byzantijnse prinses

Dit keer maar weer eens een fikse duik in de geschiedenis van het menselijk geslacht aan de hand van drie jeugdboeken voor de leeftijd van 12 jaar en ouder. We beleven het moment waarop een uitgestrekte zandvlakte door een catastrofe veranderde in 'onze' Noordzee, maken kennis met een beklagenswaardige prinses uit het oude Byzantium en zijn ten slotte samen met een Delftse staljongen bijna getuige van de moordaanslag op Willem van Oranje. Alle drie de boeken zijn het boeiende resultaat van zorgvuldige voorstudie.

De schrijfster Tonny Vos-Dahmen von Buchholz is hevig geïnteresseerd in archeologie (ze is bijvoorbeeld lid van de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland) en die belangstelling inspireert haar tot het schrijven van haar historische jeugdboeken. Nu heeft ze zich verdiept in de catastrofale gebeurtenissen, lang voor onze jaartelling, toen de Noordzee werd gevormd. Catastrofaal voor de jagers die in die tijd over de brede vlakte rondom een zoetwatermeer rondzwierven op zoek naar voedsel.

„Ik volgde”, zo zegt de schrijfster in haar inleiding tot ”Verjaagd door het water”, „zo'n groep jagers op hun jaarlijkse trek naar de zoetwatermeren in Zomerland. Ik bezocht de plaatsen op het tegenwoordige eiland Texel, waar zij in de winter leefden en ik bekeek een grote hoeveelheid werktuigen en wapens door hen gemaakt uit botten van de dieren waarop zij jaagden. Zo ontstond dit verhaal over het verdronken land.”

Het werd een documentaireachtig maar soms toch ook heel boeiend verhaal over het harde leven van de vroegste bewoners van deze gebieden.

Jagers
Zoals ieder jaar trekt een ”jagerskring” vanaf het tegenwoordige Texel de vlakte in om op de reusachtige aueros te gaan jagen. Maar als ze komen op de plaats waar ze hun zomerhutten hebben neergezet, blijken die te zijn weggespoeld door het water van het meer, dat ineens veel groter en brakker blijkt te zijn geworden. Er leeft andere vis in het water en zelfs een dolfijn („tuimelaar”) dartelt er rond. Van de auerossen is vrijwel geen spoor meer te bekennen. De natuur is op een ingrijpende manier aan het veranderen.

Er komt een springvloed waardoor verschillende leden van een andere jagersgroep verdrinken. Ten slotte besluiten ze overhaast de terugtocht te aanvaarden, volgens hun gewoonte via de zoutberg ten noordwesten van Texel, waar ze samen met andere kringen offers aan de maangod brengen. Maar dan barst er een noodweer los, het woeste zeewater doorbreekt de natuurlijke barrières, de kalkrotsen en de duinenrijen, en overspoelt de vlakte. Nog net op tijd kunnen de jagers hun winterkamp bereiken. Veilig voorlopig! Maar zonder buit.

”Verjaagd door het water” belicht een periode in 'onze' geschiedenis waarover voorzover ik weet, nog nooit serieus in de vorm van een jeugdboek is gepubliceerd. Alleen daarom al heeft het grote verdiensten, maar het is nog fijn om te lezen ook!

Prinses
De persoon die in ”Anna, prinses van Byzantium” van Tracy Barrett de hoofdrol speelt, en in het boek haar eigen leven beschrijft, heeft écht bestaan. Ze was de dochter van keizer Alexius I en leefde van 1083 tot 1153. Zij is vooral bekend geworden door het epos-in-elf-delen ”De Alexiade”, dat handelt over het leven van haar vader. Daardoor werd ze een van de belangrijkste geschiedschrijfsters van de middeleeuwen.

Anna was, zo lezen we, als oudste kind bestemd om haar vader op te volgen. Alexius vertrouwde daarom haar opvoeding toe aan zijn moeder, in wie hij veel vertrouwen stelde, maar die in werkelijkheid een slimme, wrede en nietsontziende vrouw was. Zij zal Anna wel eens even leren, hoe een keizerin zich behoort te gedragen. Aanvankelijk laat Anna, ofschoon dikwijls met tegenzin, zich door haar gezeggen, maar op den duur beseft ze dat dit voor haar niet de juiste weg is. Liever luistert ze naar de vriendelijke, zeer ontwikkelde slaaf Simon, die haar in de bibliotheek wegwijs maakt. En naar haar goede, gelovige moeder, die pleit voor „mededogen, genade en rechtvaardigheid”, maar die helaas niets over haar dochter te vertellen heeft.

Er komen conflicten, Anna valt in ongenade en als troonopvolger wijst Alexius Anna's broertje Johannes aan. Aan hem heeft ze altijd al een gloeiende hekel gehad omdat hij haar voortdurend dwarszat. De vijandschap tegen Johannes bereikt zijn hoogtepunt als deze feestelijk als keizer geïnstalleerd zal worden: in haar woede over haar vernedering pleegt ze een moordaanslag op hem. Ze wordt betrapt, in de kerker gegooid en vervolgens verbannen naar een klooster in de bergen. Daar zet ze zich aan het schrijven.

Ofschoon Anna ook heel wat onsympathieke en machtswellustige trekjes vertoont, heeft Tracy Barrett het verhaal van Anna's leven zo boeiend beschreven dat de van haar troon beroofde prinses toch een diepe indruk op je maakt en je bij het lezen niet loslaat.

Staljongen
Ook in ”Vals beschuldigd”, het debuut van Joyce Pool, is sprake van een moordaanslag, maar die lukt helaas wel. Zoals iedereen op school geleerd heeft, werd Willem van Oranje in juli 1584 door Balthazar Gerards vermoord. Om deze schokkende gebeurtenis heen fantaseerde de schrijfster een spannend verhaal, waarvan een argeloze jongen het middelpunt is. Met het onderwerp is dus niets mis, maar aan de kwaliteit van het boek wordt veel afbreuk gedaan doordat er, vooral in het begin, met hele en halve vloeken wordt gestrooid, kennelijk om het verhaal 'echter' te maken.

De vader van de hoofdpersoon, Job, is stalmeester bij de Prins. De jongen moet vaak helpen de paarden te verzorgen en de stal schoon te maken. Dat biedt hem tevens de gelegenheid een oogje in het zeil te houden, want hij wil koste wat het kost het leven van zijn hoge meester beschermen tegen moordaanslagen, nu hij door Filips II vogelvrij verklaard is. Daarbij haalt hij, spontaan en driftig als hij is, samen met zijn vriend Robbert en zijn vriendin Cornelia af en toe domme dingen uit.

Hij laat zich ondanks zijn beschermingsdrang inpalmen door een Franse vreemdeling, die, uiteraard, niemand anders is dan de toekomstige moordenaar. Job toont geen greintje wantrouwen als Gerards hem vraagt in het legerkamp buiten de muren een pakje voor hem op te halen. Tot zijn schrik merkt hij dat het om pistolen gaat, en nóg slaat het wantrouwen niet toe. Zo levert hij, onbedoeld, de wapens waarmee de Prins gedood zal worden. Als hij daar te laat achterkomt, raakt de jongen helemaal in paniek. Zullen ze hem geloven als hij beweert dat hij nergens van wist? Hoe het afloopt vertel ik uiteraard niet, maar het wordt nog spannend.