Boekrecensie

Titel: Een roep om hulp
Auteur: Ad van Gils

Uitgeverij: Callenbach
Kampen, 2000
ISBN 90 266 1072 6
Pagina's: 128
Prijs: ƒ 21,-; vanaf 10 jaar

Titel: Een huis voor Tessa
Auteur: Gerda Ronhaar

Uitgeverij: Callenbach
Kampen, 2000
ISBN 90 266 1074 2
Pagina's: 148
Prijs: ƒ 18,50; vanaf 8 jaar.

Titel: Zwijg als het graf
Auteur: Laurie Halse Anderson, vert. Hans Heesen

Uitgeverij: De Fontein
Baarn, 2000
ISBN 90 261 1647 0
Pagina's: 224
Prijs: ƒ 29,95; vanaf 14 jaar

Recensie door Hans van Holten - 17 januari 2001

Onbarmhartig, jaloers,
eenzaam

Grote mensen zijn vaak jaloers op elkaar, gunnen elkaar het licht in de ogen niet, maar kinderen kunnen er óók wat van! Soms kunnen ze nog onbarmhartiger dan de volwassenen pesten, vernederen, negeren. Om er zelf beter van te worden, of in eigen ogen beter te lijken dan die ander. Over dit thema gaan de drie jeugdboeken waarover ik het vandaag wil hebben.

De hoofdpersoon uit ”Een roep om hulp” van Ad van Gils (auteur van de boeken over ”Snelle Jelle”) laat zich er niet zo maar onder krijgen. Tomeck is jaren geleden met zijn moeder uit Roemenië naar Nederland gevlucht. Zijn vader is gestorven. „Het ging allemaal zo raar. Er waren onlusten uitgebroken. Soldaten vochten met mannen die de regering omver wilden werpen. In ons dorp vielen de mannen elkaar aan. Mannen die eerst goede buren en vrienden waren... Ik weet nog dat ik heel bang was”, vertelt hij in een vertrouwelijke bui.

Opvanghuis
Door die traumatische ervaringen is het er echter niet gemakkelijker op geworden: hij kan maar niet wennen in zijn nieuwe vaderland, ook na jaren niet. Hij verlangt terug naar Roemenië, naar de jaren met z'n vader. En als z'n moeder een nieuwe vriend neemt, ligt hij met haar (én hem) overhoop. De situatie loopt zo uit de hand dat er niets anders opzit dan hem tijdelijk onder te brengen in een opvanghuis voor jongeren. Het wordt Hofdal aan de voet van de Sint-Pietersberg bij Maastricht.

Daar komt hij onmiddellijk in conflict met Cas, die met zijn branie zich de leider voelt van de kinderen die in het opvanghuis verblijven, en die zich soms willoos door hem laten terroriseren. Tomeck echter is niet van plan dat leiderschap te aanvaarden. En dat zal hij weten! Cas en zijn trawantjes proberen hem op allerlei gemene en zelfs smerige manieren klein te krijgen; ze zorgen ervoor dat hij van een inbraak beschuldigd wordt, waaraan hij part noch deel heeft gehad. Maar Tomeck is niet van zijn stuk te krijgen. Hij ondergaat zelfs gelaten het huisarrest dat hem door de directeur wordt opgelegd.

Dan krijgt Tomeck de kans om op een positieve manier wraak te nemen. Als Cas stoer wil doen en met zijn twee vertrouwelingen het ingewikkelde gangenstelsel van de Sint-Pietersberg binnenklautert, en vervolgens hopeloos verdwaalt, gaat Tomeck met zijn ervaring in de Roemeense spelonken hen zoeken. En hij vindt hen. Niet dat Cas nu direct overloopt van dankbaarheid en onmiddellijk zijn spijt betuigt, maar tóch! De outcastsituatie van de Roemeense jongen heeft zich wel ten goede gewijzigd.

”Een roep om hulp” is geen 'echt' christelijk boek, maar de gedachte die erachter steekt, past daar in ieder geval wel bij. En het is nog vlot, beeldend en af en toe heel spannend geschreven ook!

Barbiehaat
Positief christelijk is ”Een huis voor Tessa” van Gerda Ronhaar wel, maar het is dan ook verschenen in de Horizonreeks van uitgeverij Callenbach. De tienjarige Tessa heeft een Armeense moeder, die ook al naar Nederland is gevlucht. Zij omdat ze geen moslim wilde blijven en met een moslimman trouwen. Ze is in Nederland getrouwd, maar dat had ze ook beter kunnen laten. De Nederlandse echtgenoot heeft haar met haar twee kinderen laten zitten. Sindsdien leven ze op de grens van de armoede.

Zo kan Tessa niet van die mooie merkkleding dragen zoals haar klasgenootjes, en kan ze geen ”echte” barbiepoppen voor haar verjaardag en sinterklaas krijgen. Maar wat cijfers betreft is ze een uitblinker. Op dat laatste is Marian vreselijk jaloers. Ze haat Tessa en probeert haar in de klas te isoleren. Zo richt ze een barbieclubje op, want alle meisjes van de klas zijn bezeten van die poppen. Ze stelt één voorwaarde: alleen meisjes met een échte barbie mogen er lid van worden. Tessa dus niet.

Gelukkig wordt Tessa daar in haar dagelijks leven uitstekend voor gecompenseerd. Ze leert een oude timmerman kennen, die bezig is voor zijn gehandicapte kleindochter een prachtig barbiehuis te bouwen. Ze sluit vriendschap met dat meisje, en van dat moment af keert alles zich ten goede. Haar moeder vindt een baan als verkoopster, en dat betekent het einde van de armoede, zodat Tessa nu wel prachtige sinterklaascadeaus krijgt –ook een échte barbie dus–, en opa Timmer vertelt haar over dat andere huis, waar hij in gedachten mee bezig is: het Vaderhuis waar Jezus woont. Heeft ze dan toch ook een eigen, echte Vader?

Een zeer positief christelijk verhaal dus, maar de handeling verloopt naar mijn smaak wat te traag. Wat schrappen hier en daar zou er meer vaart in gebracht hebben, en dat is goed voor de spanning. Niettemin, wat taalgebruik en situatie betreft past het verhaal in de ervaringswereld van de doelgroep.

Eenzaam
”Zwijg als het graf” van Laurie Halse Anderson verloopt ook traag, maar is tegelijk ongelooflijk dramatisch, hoe merkwaardig die combinatie ook mag klinken. Melinda is op school (maar ook thuis) eenzamer, wat geïsoleerder dan de beide vorige hoofdpersonen. Ze heeft dat, beseft ze, ook aan haar eigen houding te wijten, maar is dat haar eigen schuld? Tijdens een schoolfeestje is er iets verschrikkelijks tussen haar en Andy (”het Monster”) voorgevallen. Ze heeft toen de politie gebeld en dat betekende het einde van het feest, tot grote woede van de klasgenoten. Maar Melinda kán er eenvoudig niet over praten, niet met haar carrièreouders, zelfs niet met haar vroegere boezemvriendin Rachel.

„Praten wordt steeds moeilijker. Mijn keel blijft zeer doen, mijn lippen blijven rauw. Als ik 's morgens wakker wordt, zijn mijn kaken zo hard op elkaar geklemd dat ik er hoofdpijn van heb... Elke keer als ik tegen mijn ouders probeer te praten of tegen een leraar, stamel of verstijf ik.”

Er is één leraar die haar probeert te begrijpen, de tekenleraar Vrijman, die haar drie semesters lang ertoe probeert te brengen haar gevoelens in de afbeelding van een boom uit te drukken. Maar andere leraren bekijken haar kil en gevoelloos. In korte dagboekachtige fragmenten voert Melinda zelf ons langzaam maar zeker naar de haast onvermijdelijke ontknoping: een nieuwe confrontatie met Andy, die ook nu weer bijna verkeerd dreigt te lopen.

Het verhaal is aangrijpend, dat wel! Maar het maakt je soms korzelig: vertel nu toch eindelijk eens (of ”speak”, zoals de oorspronkelijke titel van het boek luidt). Daarbij komen nog een wat moeilijk taalgebruik en die typische Amerikaanse sfeer die ver bij ons vandaan ligt.