Boekrecensie

Titel: ezelsoor
Auteur: Dick Bruna

Uitgeverij: CPNB
Amsterdam, 2000
ISBN 90 5647 233
Pagina's: 26
Prijs: ƒ 4,95

Recensie door Marianne Witvliet - 4 oktober 2000

Bruna, auteur prentenboek voor Kinderboekenweek, krijgt expositie

apenkop, angsthaas,
huismus en dom gansje

Dit jaar ontfermde Dick Bruna zich over de inhoud van het prentenboekje voor de Kinderboekenweek 2000. ”ezelsoor” heeft dezelfde uitstraling als de wereldberoemde boeken van nijntje, die 45 jaar geleden werd 'geboren'. De verjaardag van nijn is goed voor een plaatsje in het Guinness Book of Records; Bruna ontving 35.000 kaarten. Het jubileum wordt ook gevierd in het Centraal Museum, waar een overzichtstentoonstelling van Bruna's werk te zien is.

Er zullen weinig kinderen zijn die de boeken van Dick Bruna (1927) niet kennen en heel weinig die er niet van genieten. De prentenboekjes, die op het eerste gezicht verrassend simpel lijken, zijn met grote precisie gemaakt. Bruna neemt niet snel genoegen met zijn eigen tekeningen. Met monnikengeduld vertrouwt hij de dikke contouren net zolang aan het papier toe tot de compositie volledig in balans is. Ook in ”ezelsoor” is het hem gelukt om met een minimum aan lijnen veel uit te drukken. Minder is meer (”less is more”) is Bruna's visie dan ook.

De tekeningen in primaire kleuren staan naast een vetgedrukte tekst op rijm, die in ”ezelsoor” minder goed uit de verf komt. De auteur volgde het thema van de Kinderboekenweek ”Driftkikkers, feestvarkens en andere boekenhelden”. „zullen wij eens woordjes zoeken/ waar een dierennaam bij hoort/ feestvarken dat is er eentje/ vind je dat niet een leuk woord” begint het boekje. Punten en hoofdletters gebruikt Bruna niet bij zijn kwatrijnen. Sommige zinnen worden in merkwaardige bochten gewrongen om de regels te laten rijmen. „...of je slaat iets klein en kort” is niet sterk, evenmin als het te vaak terugkerende woordje ”echt”. „Als je echt voor alles bang bent/ voor een muis het bos in rent/ nou, dan mag ik toch wel zeggen/ dat jij echt een angsthaas bent.”

De tekening die hierbij hoort, is subliem. Angsthaas gluurt achter een boom in het bos en daar heeft Bruna niet meer dan vier lijnen en een stip voor nodig gehad. Behalve angsthazen, huismussen, bromberen, boekenwurmen, domme gansjes en apenkoppen heeft de schrijver krokodillentranen en ezelsoren toegevoegd. Ze vallen een beetje uit de toon, maar het voorkomt wel dat dit boekje in één dreun doorloopt.

Penseel en papier
Het originele werk van Dick Bruna is vanaf 5 oktober te bezichtigen in het Centraal Museum in Utrecht. Aanleiding is dat het museum de permanente bruikleen krijgt over de complete collectie tekeningen van de Utrechtse illustrator en de verjaardag van nijn is een feestelijk extraatje. In de Rietveldvleugel van het museum is een overzichtstentoontstelling, waar ook Bruna's boekomslagen, affiches en postzegels vanaf morgen hangen.

In Kids Centraal, het kindermuseum, zijn voorstudies van het beroemde nijntje in zwart-wit te bezichtigen. Manon van Berg, conservator van het museum legt uit dat goed te zien is hoe Bruna te werk gaat. „De voorstudies in het kindermuseum zijn uitvergroot, zodat kinderen kunnen zien hoe zorgvuldig Bruna werkt. Lijnen maakt hij met een penseel, en voor de kleuren gebruikt hij papier en een overlay.” Kids Centraal, „voor kinderen van twee tot tweeëntachtig”, belooft een levensechte nijn.

nijn, die wereldwijd ook wel miffy wordt genoemd, werd 'geboren' in 1955 en viert dit jaar haar 45e verjaardag. Dat leverde haar een plaats op in het Guinness Book of Records. Bruna kreeg namelijk 35.000 verjaardagskaarten uit 77 landen opgestuurd.

Al met al maakte de illustrator een kleine honderd prentenboeken, meer dan 2000 boekomslagen en tientallen kaarten en prenten. ”lieve oma pluis” werd in 1997 bekroond met een Zilveren Griffel. Een Zilveren Penseel was goed voor ”nijntje in de tent” (1996) en ”boris beer” (1990) verdiende een Gouden Penseel.