Vertellingen voor
jonge kinderen

Den Hertog brengt het tweede deel van de ”Bijbelse vertellingen voor jonge kinderen” van H. van Dam. De opzet is niet veranderd: korte verhalen, bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar. Bij de verschijning van deel 1 benadrukten schrijver en uitgever dat het ging om een soort 'voorloper' van het werk van Joh. Vreugdenhil – dat immers voor oudere kinderen bedoeld is.

In deel 2 staan opnieuw 125 vertellingen uit de Bijbel. Omdat de eenvoudigste geschiedenissen al aan bod geweest zijn in het voorgaande deel, zag de schrijver zich genoodzaakt nu wat moeilijker stof te behandelen: Bileam, Job, Elisa, Jeremia, Nehemia, Nicodemus, Stefanus en Paulus – om maar wat te noemen. De schrijver zelf ziet het risico daarvan: „Daarom zal, hoewel ik mij ook nú op eenvoudig woordgebruik heb toegelegd, toch bij een aantal vertellingen de moeilijkheidsgraad iets hoger liggen.”

Dat laatste heeft overigens niet alleen te maken met de gekozen onderwerpen: ook de woordkeus draagt af en toe een steentje bij: woorden als achternajagen, tienstammenrijk, ontferming, zondekwaal en benauwdheid zijn voor jonge kinderen niet echt makkelijk. Maar verder zijn de verhalen eenvoudig verteld, waarbij de toepassing nadrukkelijk aanwezig is. Niet alleen aan het slot van elke vertelling klinkt met grote regelmaat een oproep tot bekering, tot gebed om een nieuw hart, ook in de loop van het verhaal trekt de schrijver uitdrukkelijk lessen.

Bewust heeft de uitgever ervoor gekozen geen afbeeldingen van de Heere Jezus op te nemen. Dat vraagt creativiteit van de tekenaar wat de geschiedenissen uit het Nieuwe Testament betreft. Jaap Kramer is erin geslaagd bij ieder verhaal een oplossing te vinden. Zijn illustraties zijn heel geschikt voor jonge kinderen: kleurrijk, duidelijk, niet te ingewikkeld, soms iets te dramatisch vergeleken met de tekst.