Boekrecensie

Titel: Tussen vuur en rook
Auteurs: Jannie Koetsier-Schokker en Jan van Reenen

Uitgeverij: De Banier
Utrecht, 2000
ISBN 90 336 1697 1
Pagina's: 64
Prijs: ƒ 11,90

Recensie door J. Visscher - 13 september 2000

Ophef rond jeugdboek
over ramp in Enschede

Nog voordat het christelijke jeugdboek ”Tussen vuur en rook” over de ramp in Enschede in de boekwinkels ligt, heeft het de nodige commotie veroorzaakt. In het boek beschrijven Jannie Koetsier-Schokker en Jan van Reenen onder meer de angstige ogenblikken die de familie Bargeman op 13 mei 2000 heeft doorgemaakt.

Het huis van de Bargemans –die eerder in deze krant hun verhaal vertelden– raakte tijdens de vuurwerkramp zwaar beschadigd. Dochter Marieke –in het boek heet ze Marjet– bleef wonderlijk gespaard. Het meisje nam een baby mee uit het rampgebied.

In het boek gaat vader Bargeman op zoek naar zijn vermiste familieleden. Zijn vrouw vindt hij levend onder het puin. Ook zijn zoon en dochter overleven de ramp. Een deel van de gebeurtenissen die de Bargemans in het boek meemaken, is gefingeerd. In werkelijkheid heeft mevrouw Bargeman bijvoorbeeld niet onder het puin gelegen. Volgens de auteurs staat het verhaal model voor wat de inwoners van Enschede hebben meegemaakt.

Zonden
Uitgeverij De Banier wist beide auteurs –die ieder afzonderlijk het plan hadden de ramp in Enschede als thema te nemen– ertoe te bewegen gezamenlijk het boek te schrijven. De eerste helft van ”Tussen vuur en rook” is van de hand van Jan van Reenen. Jannie Koetsier-Schokker tekende voor de andere helft van het boek.

Forse ophef ontstond nadat Jannie Koetsier-Schokker (50) in het regionale dagblad Twentsche Courant/Tubantia werd geïnterviewd over het jeugdboek. De kop boven een van de verhalen luidde: ”Kinderboek over 'de straf van God'”. In het artikel staat onder meer: „De Heere kan onze zonden niet ongestraft laten. Hij roept ons door middel van deze ramp op om tot Hem weer te keren, de zonden te verlaten en naar Gods geboden te gaan leven. Het is een wonder dat er zoveel mensen gespaard zijn gebleven. De Heere is ondanks alles goed geweest.”

Na de publicatie van het stuk regende het boze ingezonden brieven, vaak zeer fel van toon. De briefschrijvers vinden het te gek voor woorden dat de ramp een waarschuwing van God is. Een van de critici meldde: „Zo'n boek is niet christelijk: dat is duivels. Dat is de familie van de slachtoffers geestelijk mishandelen. Een totaal verboden boek. Op de brandstapel ermee!” Een ander schreef: „Hoe durven deze mensen zinnen als „De Heere kan onze zonden niet ongestraft laten” en „Hij roept ons door middel van deze ramp op om tot Hem weer te keren” te schrijven.”

Ontdaan
Schrijfster Jannie Koetsier-Schokker, die tientallen afleveringen in de jeugdserie Maaike en Marijke schreef, is zeer ontdaan over de gang van zaken. Tijdens het gesprek over de kwestie benadrukt ze keer op keer „heel voorzichtig” met de zaak om te gaan.

Mevrouw Koetsier spreekt met klem tegen dat ze de ramp als straf ziet van God voor de getroffen wijk. „Ik heb er verdriet van dat die kop boven het verhaal stond. Het wekt de suggestie dat ik op mensen neerkijk en me beter voel. Zo heb ik dat absoluut niet bedoeld. Als ik het stuk van tevoren had gelezen, had ik een rode streep door die kop gezet.”

Ze blijft erbij dat God de mensen door middel van de ramp wil waarschuwen om tot Hem terug te keren. „Je mag best de waarheid blijven zeggen, maar dan wel op een liefdevolle manier. De Heere spreekt niet alleen tot die getroffen wijk, niet alleen tot Enschede, maar tot heel Nederland. En die waarschuwing begint bij mij.”

Mevrouw Koetsier, die zelf in Enschede woont, is na de publicatie van het geruchtmakende stuk persoonlijk bij tientallen buren op bezoek geweest. „Mensen in de buurt gingen me ontwijken. Ze dachten dat ik me beter voelde dan anderen. Dat is niet zo. Ik heb gezegd dat je eerst moet kijken naar de balk in eigen oog en daarna naar de splinter in andermans oog.”