Boekrecensie

Titel: Brechtje
Auteur: Els Launspach

Uitgeverij: Gottmer
Haarlem, 1999
ISBN 90 257 3088 4
Auteur: 239
Pagina's: ƒ 34,90; vanaf 13 jaar

Titel: Eindelijk buren
Auteur: Josee Hussaarts

Uitgeverij: Piramide
Amsterdam/Antwerpen, 1999
ISBN 90 245 3655 3
Pagina's: 127
Prijs: ƒ 27,90; vanaf 12 jaar

Titel: Een eiland in zee
Auteur: Annika Thor; vert. Emmy Weehuizen-Deelder

Uitgeverij: Lemniscaat
Rotterdam, 2000
ISBN 90 5637 241 6
Pagina's: 206
Prijs: ƒ 27,50; vanaf 13 jaar

Recensie door Hans van Holten - 28 juni 2000

Boeken over Brechtje, Leta en Steffi ook voor jongens geschikt

Meisjes in de hoofdrol

In mijn jeugd –en dat is al een aardig tijdje geleden– lazen jongens geen meisjesboeken. Daar schaamden ze zich voor. Dat soort lectuur was te romantisch, te sentimenteel, nou ja: te 'meisjesachtig', dachten ze. Maar omgekeerd lazen meisjes wél jongensboeken! Misschien hadden ze beiden een klein beetje gelijk, maar nu zijn ook de meisjesboeken geëmancipeerd, gelukkig. Vele vrouwelijke hoofdpersonen staan letterlijk en figuurlijk hun mannetje. Zo ook in ”Brechtje”, ”Eindelijk buren” en ”Een eiland in zee”.

”Brechtje” van Els Launspach heet zich in 1618 af te spelen. Hoofdpersoon Brechtje vermomt zich als scheepsjongen en ontsnapt zo aan de macht van haar dictatoriale vader, die haar wil uithuwelijken, of, erger nog, in een klooster wil laten opsluiten. Het zeilschip waarop ze aanmonstert, voert haar dwars over de Atlantische Oceaan naar de West. Ze schikt zich bewonderenswaardig in het ruwe zeemansleven en weet haar vrouw-zijn voor het grootste deel van de bemanning te camoufleren. Slechts een paar zeelieden komen tijdens de overtocht achter de waarheid, maar ze beloven hun mond te houden.

Goud
Pas als ze op het eiland Tobago zijn gearriveerd, ontdekt Brecht het echte doel van de reis: niet in de eerste plaats tabak, maar goud. Goud dat zich in grote hoeveelheden in Guyana moet bevinden, volgens een boek van Sir Walter Raleigh, die er zelf geweest is. Iedereen aan boord is bevangen door goudkoorts, dat hebzuchtige verlangen naar El Dorado, dat ergens in de buurt van de rivier de Orinoco moet liggen. Iedereen, behalve Brecht. Ze beseft: deze hele expeditie draait om goud. Er is een heel schip plus bemanning voor uitgerust, een heel plan is geheim gehouden, er zijn mensen voor gestorven.

Toch besluit ze met de goudexpeditie mee te gaan, omdat het alternatief –terug naar Brielle– haar uiteraard weinig aanlokt. Maar de ontberingen die ze in de hete, vochtige oerwouden lijdt, zijn zo mogelijk nog erger dan die aan boord. Ze voelt zich een speelbal tussen egoïstische en jaloerse Hollanders, dito Engelsen en Spanjaarden én vijandige maar ook vredelievende indianen. Uiteindelijk sluit ze zich bij enkele van die indianen aan, terwijl het restant van de expeditie (vier man) onder invloed van drugsachtige stoffen zingend terugvaart, de Orinoco af.

Stapel doden
„Al die moeite voor niks, dacht Brecht nog vaag. Een hele reis over zee, een vreselijke tocht door het oerwoud, een stapel doden, een vat vol verloren illusies. Allemaal voor niets. Verder wilde ze liever niet denken.”

”Brechtje” is een spannend, goed gedocumenteerd boek, met groot invoelingsvermogen geschreven. Veel studie is eraan voorafgegaan. Het verhaal is echter nog niet af. Het is namelijk het begin van een trilogie met de titel ”De komst van Guattaral”. Op de achterkant van dit eerste deel lezen we: „Ook voor 'gewone' mensen als Brechtje hield de Nieuwe Wereld een belofte in van een betere toekomst.” En dat zal dan wel in die volgende twee delen blijken.

Zwijgzaam meisje
Komt er in ”Brechtje” helaas hier en daar een vloek voor, in ”Eindelijk buren” van Josee Hussaarts gebeurt dat zelfs nog frequenter. Des te erger, omdat het verhaal zelf goed en beeldend geschreven is: „De tijd leek zich te rekken alsof het kauwgom was.” De chronologie is echter in het begin wat moeilijk te volgen.

Hoofdpersoon is Leta. Ze zit op de middelbare school en woont met haar ouders in het bos, vlak naast een huis dat al lange tijd leeg staat. Plotseling komen daar nieuwe mensen wonen, een moeder met een dochter van dezelfde leeftijd als Leta. Leuk dus, zou je zeggen. Maar dat blijkt helemaal niet zo te zijn. Hedwig is een stug, zwijgzaam meisje, dat zich niettemin voortdurend aan Leta vastklampt. Steeds is ze in haar omgeving en achtervolgt ze haar. Zonder te zeggen waarom ze dat doet.

Maandenlang verdraagt Leta die stugge zwijgende aanhankelijkheid, maar dan, op haar verjaardagsfeest, barst de bom. Merkwaardigerwijs brengt dat hen juist nader tot elkaar. Hedwig: „Ik wilde het je allemaal uitleggen, ik kon niet meer zwijgen, zoals mijn moeder wou. Weet je, we zouden hier opnieuw beginnen. Niemand die iets van ons wist. Er zat een slot op het verleden, snap je?” – „Leta zwijgt. Ze probeert het te begrijpen, maar het is zo veel.”

Joods vluchtelingetje
Net als ”Brechtje” is ook ”Een eiland in zee” van de Zweedse schrijfster Annika Thor het eerste deel van een trilogie. Het verhaal gaat over het Joodse vluchtelingetje Steffi en haar zusje Nelli, die onderdak hebben gevonden bij vissers op een eiland onder de Zweedse kust. Hun ouders hebben hen voorlopig naar Zweden gestuurd in de (achteraf bekeken) naïeve veronderstelling dat ze in het door nazi's gedomineerde Oostenrijk van 1939 een uitreisvisum naar Amerika zouden krijgen, om zich daar dan met de kinderen te herenigen.

Nelli kan zich snel aanpassen in haar nieuwe omgeving, maar voor Steffi is dat heel moeilijk. Anders dan haar zusje is ze terechtgekomen bij een norse, strenge vissersvrouw, die ver van de bewoonde wereld aan de kust woont. Ze wordt op school gepest en vernederd vanwege haar manieren, haar taal, haar zwarte lange haren en haar Joodse ideeën, die sterk afwijken van het christelijke pinkstergeloof op het eiland. Er is niemand met wie ze kan praten. „Kon ze het maar iemand duidelijk maken.” Maar tante Märta zegt: „Hou op met mokken. Je hebt geen enkele reden om ontevreden te zijn. Wij hebben voor je gezorgd als een eigen kind. Je zou dankbaar moeten zijn.”

Getreiter
Maar hoe kan Steffi dankbaar zijn met de herinneringen aan de nazi-pesterijen in Wenen, met het getreiter waaraan ze iedere dag wordt blootgesteld, met de onzekerheid over haar toekomst, nu de oorlog uitgebroken is, en met de vraag of ze haar vader en moeder ooit nog terug zal zien?

Dan komt het dieptepunt van haar vernedering. Een jongen die met vakantie is op het eiland, voegt haar toe: „Wij weten waarom jij hier bent. Jullie vertrekken stiekem met al jullie geld en sieraden uit Duitsland en denken dat je ons land kunt kopen, precies zoals jullie dat daar ook hebben geprobeerd. Maar dat zal niet gaan. Want straks komen de Duitsers en die weten dan wel wat ze moeten doen met mensen als jij – vuil jodenjong!” Als ze van die belediging hoort, komt de stugge, gesloten tante Märta eindelijk los. „Niemand heeft het recht om mijn kind zo te noemen”, zegt ze. Alsof Steffi haar eigen kind is.

”Een eiland in zee” is een indringend boek, in een vlotte stijl geschreven, al zullen sommige lezers wel eens moeite hebben met Steffi's gedachten over Jezus, Die in haar ogen voor haar een vreemde is en blijft.

Het boek werd genomineerd voor de August Prijs, de belangrijkste literaire onderscheiding van Zweden en won de Deutsche Jugend Literatur Preis. Niet het eerste het beste boek dus. Voor meisjes. Maar zeker ook voor jongens!