Boekrecensie

Titel: Manke Otje
Auteur: Joh. G. Veenhof

Uitgeverij: Frits Hardeman
Ede, 1999
ISBN 90 76430 09 8
Pagina's: 201
Prijs: ƒ 24,95

Recensie door Miranda v.d. Bruinhorst-v.d. Vendel – 29 maart 2000

Otje van Wilgen

Otje van Wilgen, de hoofdpersoon in ”Manke Otje” van de in april vorig jaar overleden schrijver Joh. G. Veenhof, loopt mank als gevolg van een ongeluk dat zijn moeder al voor zijn geboorte kreeg. Hij is daardoor het mikpunt van veel spot en plagerijen.

De negentienjarige Otje, die wees is, woont bij zijn broer en schoonzus in. Zijn schoonzus koestert echter het waandenkbeeld dat Otje zich vroeg of laat aan haar dochtertje vergrijpen zal. Zij strooit dit praatje ook in het dorp rond, waar Otje al snel wordt gewantrouwd.

Als Otje op een nacht aan de Rijn zit te vissen, loopt hij bijna twee criminelen tegen het lijf. Als hij opvangt dat zij een overval willen plegen, gaat hij snel de politie waarschuwen. Die luistert echter amper naar hem. Hij wordt door een agent vals beschuldigd van ontucht met zijn nichtje.

Na een nachtelijke vispartij een tijdje later slaan vier dronken jongens Otje in elkaar. Hij belandt in het ziekenhuis.

Alles komt gelukkig goed en een aardige weduwe en haar dochter ontfermen zich over Otje wanneer hij weer uit het ziekenhuis terugkeert.

Dit laatste postuum verschenen boek van Joh. Veenhof zal zeker de oudere jeugd boeien. Sommige dingen komen wat onrealistisch en overdreven over, zoals het vreemde gedrag van Otjes schoonzuster. Zo'n typische dorpscultuur kom je niet veel meer tegen.