Zomerkookboek

”Zomerkoken” is een nieuw werkwoord, uitgevonden door Paul Wouters en Henk Dijkman, die respectievelijk voor de receptuur en de foto's van ”Het Zomerkookboek” tekenden.

Er spreekt een groot enthousiasme uit het boek, dat op sympathieke wijze en duidelijk met veel plezier totstandgekomen is. Het zomerkoken is hier dan ook niet alleen het maken van gerechten met producten van het seizoen, maar vooral genieten van de sfeer van een zomeravond, waarop men met vrienden een uitgebreide maaltijd nuttigt. Daarom staan er tevens typische lentegerechten als asperges en lam, en herfstgerechten als paddestoelensalade en walnotenparfait op het menu. Waarbij de inleiding voor het laatste recept eigenwijs luidt: „Hoewel de walnoot een herfstvrucht is, zet ik dit recept er toch bij. Gewoon omdat dit het hele jaar door erg lekker is.”

Waarschijnlijk omdat Paul Wouters een visrestaurant beheert, zijn visrecepten sterk vertegenwoordigd in dit boek. Vooral mosselen en gamba's komen in diverse soepen, salades en hoofdgerechten voor. Hoewel moderne invloeden spreken uit bijvoorbeeld ”cajunspiesjes” of ”zeeduivel met olijventapenade”, doet het geheel toch een beetje ouderwets aan. Spareribs en steak tartare worden tegenwoordig –zeker in de zomer– nauwelijks gegeten. Rauwe biefstuk en rauwe eieren dragen toch een zeker risico met zich mee. De inleidende zinnetjes bij de recepten zijn tamelijk summier en zelfs met grootgedrukte letters blijft er nog veel leeg op de tekstpagina's. Dit boek had dus best een maatje kleiner gekund, waarbij de mooie foto's nog steeds tot hun recht waren gekomen. Maar voor wie iets wil leren over een onbekommerde, zomerse lifestyle en graag zonder beslagen leesbril in de keuken de receptuur wil kunnen volgen, is dit boek een aanrader.