Van vertedering naar lichte paniek

”Help, ik heb een tuin” is de pakkende titel van een boek van Gil Claes en Wim Oudshoorn. Het woord ”help” in de titel is met vlammend oranjegele letters geschreven. De belangstelling van de lezer wordt zo geprikkeld. Waar wil dit boek heen?

Bij het schrijven van dit boek hebben de auteurs zich laten leiden door drie belangrijke vragen: Wat kan ik ermee? Wat moet ik ermee? Wat wil ik ermee?

Allerlei schitterende tuinbladen en -boeken schetsen voor de beginnende tuinier een ideaalbeeld van de tuin van zijn dromen. De foto van de tuin is evenwel een momentopname; de border is op dat moment op zijn mooist, de zon beschijnt een prachtig terras waarop het goed toeven is. De werkelijkheid is echter weerbarstiger.

De auteurs nemen de tuinier aan de hand en allerlei facetten van de tuin worden doorlopen. Wanneer je –komend vanuit een flatje van driehoog– eindelijk een tuintje hebt, is dat wel nodig ook. Het begint met plannen maken. Je hebt zo lang van een tuin gedroomd en eindelijk kunnen de plannen nu gerealiseerd worden: „Mooi hoor, al die prachtige tinten; alles keurig op kleur en lengte!” De natuur laat zich echter niet altijd door onze ideeën leiden en gaat soms anders te werk dan wij verwachten. De vertedering van het eerste moment kan omslaan in lichte paniek: er is werk aan de winkel, maar waar moet ik beginnen?

Grondsoorten
In het boek komen in de aparte hoofdstukken verscheidene onderdelen aan de orde. Bomen en heesters; een- en meerjarige planten; rozen en vaste planten, maar ook tuinattributen. Het is belangrijk te weten welk gereedschap bij een basisuitrusting van een tuinier hoort. Wanneer je een tuincentrum bezoekt, is er op dit gebied zo veel te koop dat je al een aardig kapitaaltje kunt uitgeven voordat er één plant gekocht is. Koop een paar stuks professioneel gereedschap en onderhoud het goed!

Een informatief hoofdstuk treffen we aan over de verschillende grondsoorten, afhankelijk van de woonplaats. Er worden tips gegeven om de grond te verbeteren en zelfs adressen van professionele instanties zijn in deze uitgave te vinden, evenals een onderdeel over meststoffen. In de veelheid van merken en soorten is het voor de beginnende tuinier ingewikkeld om het juiste artikel te kiezen.

”Help, ik heb een tuin” is dus geen bevestiging van een wanhopige kreet, maar een goede handleiding om stevig aan het werk te gaan. Het houdt echter ook een beperking in. Wanneer zo veel aspecten aan de orde komen, kan niet alles even grondig behandeld worden. In vier bladzijden worden de planten voor vijver en oever wel heel knopt besproken. De rozen moeten het met hetzelfde aantal pagina's doen. Daar zou natuurlijk meer over te zeggen zijn. Toch is het een prima boek voor beginnende tuiniers geworden. Het ziet er vanwege de mooie foto's verzorgd uit.