Titel: Tuinieren met planten uit de Bijbel
Auteur: F. Nigel Hepper
Uitgeverij: Groen
Heerenveen, 1998
ISBN 9050308090
Pagina's: 96
Prijs: ƒ 29,95

Recensie door W. H. Smith - 16 september 1998

Voor ontwerpen bijbeltuin bestaan geen strakke regels

Werk voor kerkenraad
en tuinman

In Nederland moet de eerste bijbeltuin bij een kerk nog aangelegd worden. F. Nigel Hepper noemt er in ieder geval geen in z'n boek “Tuinieren met planten uit de Bijbel”. Hier ligt voor kerkenraden en -voogdijen een braak terrein. Zeker met zo'n naslagwerk binnen handbereik.

”Tuinieren met planten uit de Bijbel” is niet het eerste boek over dit onderwerp in het Nederlandse taalgebied. Daan Smit geeft in “Planten uit de Bijbel” aanwijzingen voor het kweken van honderd verschillende 'bijbelse' planten. Dat is geen moeilijke klus, weet de hortulanus van de Vrije Universiteit uit ervaring. Smit beschrijft in een aantal inleidende hoofdstukken de te gebruiken grondsoorten en meststoffen, het afharden (het wennen aan nieuwe omstandigheden) en hoe men de planten verder dient te behandelen.

Hij maakte voor zijn boek gebruik van de Nieuwe Vertaling. Daar is wat voor te zeggen, omdat de kennis van de flora sinds de voltooiing van de Statenvertaling enorm is toegenomen.

Dodelijke dolik
Ook Nigel Hepper wijst daarop in het nu verschenen boek. „Toen de geleerden (in Engeland, red.) werkten aan de in 1611 gepubliceerde Authorised Version van de Bijbel, (...) vertaalden ze soms een Grieks woord door de Engelse naam te nemen van een plant die in de context paste”.

Een voorbeeld: het onkruid dat in de gelijkenis met het goede zaad vermengd werd (Matthéüs 13:24-30), heet in het Grieks “zizania”. De King James Version vertaalde dat met “wikke”, een schadelijk peuldragend onkruid dat in die tijd in de Engelse korenvelden voorkwam. Het onkruid waarop de Heere Jezus doelde, was echter “dolik” (Lolium temulentum). Als dolikkorrels met tarwekorrels meegemalen worden, veroorzaken ze ziekte en zelfs de dood als mensen brood eten dat van het meel gebakken is. Met deze wetenschap krijgt de rol die de duivel in de gelijkenis speelt, een nog diepere dimensie.

Nigel Hepper, in wiens boek alle teksten in de Statenvertaling zijn afgedrukt, noemt verder nog de acaciaboom, bij ons waarschijnlijk beter bekend als sittimboom. Over deze voorbeelden zijn de deskundigen het nu eens, maar er zijn andere die nog altijd een punt van discussie zijn. De auteur geeft in dat geval „duidelijk aan” welke soort volgens hem de juiste is of het beste in de context past.

Overal ter wereld
De voormalige wetenschappelijk directeur en assistent-beheerder van het herbarium van de Royal Botanic Gardens in Kew geldt als een autoriteit op het gebied van bijbelse planten. Hij had al boeken als “Bible Plants at Kew”, “The Illustrated Encyclopedia of Bible Plants” en “Pharaoh's Flowers” op zijn naam staan. Verder werkte hij mee aan het opzetten van de bijbeltuin bij St. George's Cathedral in Jeruzalem.

Z'n nieuwste boek, “Tuinieren met planten uit de Bijbel”, wil een praktisch naslagwerk zijn voor amateurtuinders, scholen, universiteiten en kerken. In alle klimaten van de wereld. Dat laatste is serieus bedoeld. Nigel Hepper geeft opmerkingen over de kweekwijze van iedere soort in termen die overal in de wereld gelden. Daarom zijn er verwijzingen naar “vroeg voorjaar” en “midzomer” in plaats van naar maanden van het jaar die mogelijk van toepassing zijn op Nederland, maar bijvoorbeeld niet op Australië. De auteur houdt ook rekening met warme en tropische landen.

De meeste bladzijden zijn gereserveerd voor gedetailleerde beschrijvingen van veel, zo niet alle in de Bijbel genoemde planten. Met fraaie kleurenfoto's en tekeningen.

Leesbare labels
Nigel Hepper wijdt eveneens een apart hoofdstuk aan het ontwerpen van een bijbeltuin. Daarvoor bestaan volgens hem „gelukkig” geen harde, strakke regels waaraan je je moet houden. Die constatering is juist; nergens in de Bijbel komt het ontwerpen van een tuin met planten uit Israël en omliggende landen ter sprake. Iedereen heeft dus de vrijheid hem naar eigen inzichten en voorkeuren te maken. Vanzelfsprekend dien je met botanische en tuinbouwkundige aspecten rekening te houden. Dat geldt echter voor ieder type tuin.

De Brit geeft suggesties voor het kiezen van geschikte planten. De tuinier heeft wat dat betreft een grote keus en legio mogelijkheden. Ze variëren van kleine kruidenplantjes tot enorme bomen. Als 'echte' bijbelplanten niet verkrijgbaar zijn, reikt Nigel Hepper eventuele alternatieven aan.

Kerken en scholen die de aanleg van een bijbelse tuin overwegen, kunnen het beste kiezen voor kleine bedden en smalle paadjes, zodat bezoekers (ook mindervaliden!) de planten goed kunnen zien en de labels kunnen lezen. Dat labelen per soort zit de schrijver hoog, want de tuin wordt er volgens hem boeiend en leerzaam van. Hij geeft zelfs aanwijzingen over de grootte en de belettering. Elk label moet door een volwassene staande gelezen kunnen worden, „aangezien het vermoeiend is om iedere keer te moeten bukken”.

Bijbelstudie
Nigel Hepper heeft met tuinieren met planten uit de Bijbel nog een belangrijk doel voor ogen. „Het is een verrassende manier om de Bijbel tot leven te wekken en de levende schepping te tonen; het Oude Testament beschrijft God als Gever van het leven, het Nieuwe Testament toont nieuw leven in Christus”.

Ook lieden zonder groene vingers kan het boek van pas komen, bijvoorbeeld tijdens bijbelstudie. „Door het verband met bepaalde verzen in de Bijbel kan de keuze van de gekweekte planten een diepe persoonlijke betekenis krijgen”, schrijft Peter H. Raven in het voorwoord. De directeur van de Missouri Botanical Garden in St. Louis prijst Nigel Heppers boek dan ook als een onmisbaar naslagwerk aan.