Boekrecensie

Titel: Natuurgeneeswijzer
Auteur: Astrid Noorden e.a.

Uitgeverij: Bohn Stafleu Van Loghum
Houten/Diegem, 1998
ISBN 90 313 2633 x
Pagina's: 147
Prijs: ƒ 24,90

Recensie door drs. J. A. Coster - 20 april 1999

Een halve eeuw Nederlandse Werkgroep van Praktizijns

„Niet arts, maar patiënt geneest”

De Nederlandse Werkgroep van Praktizijns in de natuurlijke geneeskunst (NWP) bestond vorig jaar een halve eeuw. Informatie over de opleiding tot en de werkwijze van de natuurlijke geneeskunst is te vinden in de toen uitgegeven Natuurgeneeswijzer. „Niet de arts geneest, maar de patiënt.”

Dat laatste zinnetje is veelzeggend. De behandelmethode is gericht op het voorkomen en/of genezen van de kwaal. Daarbij wordt ingespeeld op het zelfherstellend vermogen dat „in ieder levend wezen aanwezig is.”

Volgens de geneeswijzer gaat het niet zozeer om het bestrijden van de ziekte, maar om het versterken van het genezingsproces. Daarbij richt de praktizijn zich niet op het ziektebeeld op zich, maar op de totale mens. Die aandacht lijkt me een sterke kant. Iemand die z'n verhaal kwijt kan, voelt zich al verder geholpen.

De term ”natuurgeneeswijze” geeft, zo stelt de geneeswijzer, meer de werkwijze, zienswijze en uitgangspunten aan die de behandelaar praktiseert. Daarover wordt wel iets geschreven, maar niet veel. Dat is jammer, je hebt die zienswijze en uitgangspunten nodig om te kunnen kiezen uit het brede scala van benaderingswijzen.

Complementair
De geneeswijzer bestaat voor het grootste deel uit de bespreking van een aantal aandoeningen en de aanpak daarvan. Van hoofdpijn, via klachten bij kinderen tot slapeloosheid en nog een aantal van dat soort in elk gezin voorkomende kwaaltjes. Er wordt aangegeven wanneer de huisarts geraadpleegd moet worden.

Steeds meer mensen staan positief tegenover complementaire (aanvullende) of alternatieve behandelmethoden. De zorgverzekeraars spelen hierop in en vergoeden (een deel) van de kosten. De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (1998) garandeert de patiënt het recht om te kiezen uit wat aangeboden wordt door de pluriforme gezondheidszorg. Wellicht een reden om in de toekomst complementair te benadrukken boven alternatief? In het theoriehoofdstuk wordt verteld dat er geen standaardbenadering voor bepaalde aandoeningen en ziekten bestaat, maar dat uitgegaan wordt van de specifieke omstandigheden van de individuele patiënt. Dat zal waar zijn, maar ervaring leidt altijd tot een standaard. Wat dat betreft werkt de goede praktizijn dus als welke beroepsuitoefenaar dan ook.

Beroepsgroep
De NWP is een beroepsgroep van natuurgeneeskundigen die een „intensieve, meerjarige hogere beroepsopleiding” achter de rug hebben. Er is een selectie voordat men lid wordt, een beroepscode, een openbaar registratiesysteem van de leden en een tuchtcollege. Dat wekt vertrouwen in een veld waar ook veel kaf onder het koren is.

Dat wil niet zeggen dat ik zonder meer positief ben. In de lijst van licenties –zeg maar specialisaties, ook daar!– staat een aantal geneeswijzen waar ik grote vragen bij heb, ook op levensbeschouwelijk terrein. Iriscopie, magnetiseren, yoga, reflexmassage zijn er voorbeelden van.

De natuurgeneeswijzer is een waardevolle eerste verkenning. Wie hem kritisch leest, ziet de grenzen met de reguliere geneeskunde wel liggen. Een overlap in toepassing tussen die twee kan dan geen kwaad. Aan de andere kant zal de lezer dienen te beseffen dat niet alles wat kan, mag. Hier kan hij het best aan de veilige kant blijven.