Boekrecensie

Titel: Toetsen en begrenzen. Een ethische en politieke beoordeling van de moderne biotechnologie
Redactie: H. Jochemsen

Uitgeverij: ChristenUnie
Nunspeet, 2000
ISBN 90 72016 32 7
Pagina's: 262
Prijs: ƒ 39,50

Recensie door dr. R. Seldenrijk - 28 maart 2001

Bezinning op ontwikkelingen in de biotechnologie

De risico's van genetische manipulatie

De overheid moet nadrukkelijker reguleren. Nog steeds slaagt de politiek er niet in een duidelijk kader voor ontwikkelingen op het terrein van de biotechnologie te scheppen. Wetenschappers en bedrijfsleven hechten grote waarde aan verdere ontwikkelingen. Op het eerste gezicht is dat begrijpelijk, want dankzij biotechnologische ingrepen wordt een belangrijk deel van onze voedings- en geneesmiddelen geproduceerd. Onderwijl zijn de gevolgen niet te overzien. Daarom heeft de ChristenUnie een omvangrijke christelijk-ethische studie verricht.

Deze studie, ”Toetsen en begrenzen”, waarover prof. ir. H. Jochemsen de redactie voerde, volgt op eerdere uitgaven van een toetsingskader dat de SGP onder redactie van drs. H. F. Massink liet verschijnen onder de titels ”Genen in het geding” en ”Genetische idealen.”

”Toetsen en begrenzen” probeert een integrale bezinning op hedendaagse ontwikkelingen in de biotechnologie te bieden. Veel van de morele en praktische problemen hangen samen met genetische manipulatie of kloneren (hoofdstuk twee). Na een beschrijving van bijbelse grondlijnen voor de plaats en de verantwoordelijkheid van de mens, volgt een christelijk-ethisch perspectief op de biotechnologie (hoofdstuk vier). Daarbij komen allerlei levensbeschouwelijke en ethische overwegingen aan de orde. Die opvattingen worden vertaald in een normatief kader voor de beoordeling van biotechnologische ontwikkelingen.

De hoofdstukken vijf tot en met acht bevatten een bespreking van de belangrijkste typen van toepassingen –biotechnologie/ genetische manipulatie met micro-organismen, planten, dieren en mensen–, waarna een beoordeling in het licht van het normatieve kader volgt. In het laatste hoofdstuk gaat het om conclusies rond deze toepassingen. In het licht van bestaande regelingen worden aanbevelingen gedaan voor overheidsbeleid op dit terrein.

Liefde
In de christelijk-ethische afweging gaat het om drie perspectieven die met de hoofdelementen in een handeling corresponderen. Degene die handelt (plichtethiek of deontologie: bijbelse voorbeelden voor een oordeel in een concrete situatie), de handeling (deugdenethiek: interpretatie van de situatie en bepalen welke geboden/principes/regels van toepassing zijn en in welke rangorde) en de situatie waarin wordt gehandeld (doelethiek of teleologie/consequentialisme: geloof in heilzaamheid van Gods wet voor moreel oordeel in de concrete situatie).

Deze drie perspectieven zijn verwerkt in de christelijke verantwoordelijkheidsethiek. De handeling moet aan bepaalde geboden en normen beantwoorden. De morele opstelling en gezindheid van de handelende persoon dient zich te kenmerken door deugden, die zowel de geboden belichamen als een gestalte van de liefde zijn.

De concrete situatie moet op twee manieren in de ethische beoordeling meewegen. Allereerst wordt nagegaan welke positieve/negatieve waarden en normen zijn belichaamd in de sociale verbanden/instituties –waarbinnen het te beoordelen handelen plaatsheeft– en in hun achtergronden en doelstellingen; welke normativiteit geldt vanwege de ordeningen van de schepping? Vervolgens wordt het eigene en nieuwe van de concrete situatie in het oog gevat en bij de overweging betrokken.

Onvoorspelbaar karakter
Deze beoordeling van toepassingen van biotechnologie leidt tot vier algemene conclusies. Ten eerste is een genormeerd gebruik van organismen ten behoeve van de mens ten principale toegestaan als die organismen worden erkend en behandeld als schepselen. Daarbij verschilt het respect voor de eigensoortigheid van die organismen (micro-organismen, planten en dieren). De tweede conclusie luidt dat de materialistisch-technische benadering van de levende natuur te weinig aandacht schenkt aan het onvoorspelbare karakter van genetische manipulatie en de resultaten daarvan.

Transgenese is in de derde plaats altijd een bepaalde aantasting van de eigensoortigheid. Die is op zichzelf onwenselijk en mag dus niet worden toegestaan, tenzij er een duidelijke rechtvaardiging bestaat (”nee-tenzij”-principe) en aan een aantal randvoorwaarden is vervuld. De vierde conclusie is dat bij wettelijke regeling op producten de zinsnede ”zonder gentechniek geproduceerd” moet worden vermeld. Dit is nodig om de continuïteit van voedselvoorziening veilig te stellen en de burger te kunnen laten kiezen voor producten die aansluiten bij zijn opvatting over productiewijzen. De overheid dient onderzoek naar alternatieven te faciliteren, met name voor wat betreft duurzame voedselvoorziening.

Discussie
Dr. ir. H. Schouten (senior onderzoeker moleculaire plantenveredeling bij Plant Research International in Wageningen) is hoofdauteur van een hoofdstuk over biotechnologie bij planten. Vooral voor de beoordeling van deze toepassing is er tot voor kort slechts beperkte aandacht geweest. Prof. dr. ir. E. Schuurman heeft hiervoor regelmatig gepleit en nu is het dan zover. Dat deze toepassing inmiddels in de publieke en politieke discussie ook een hot item is, heeft vooral te maken met de aandacht voor veilige voedselproductie. Deze toepassing vindt vooral plaats binnen een industriële landbouw die is gebaseerd op wetenschap en techniek en primair gericht is op financiële winsten.

In dit hoofdstuk wordt eerst kort ingegaan op biotechnologische methoden die vooral bij planten aan de orde komen. Vervolgens komen de risico's voor consument, natuur en milieu aan de orde. Tenslotte wordt het ethisch kader toegepast voor een beoordeling van soja die resistent tegen onkruidbestrijdingsmiddelen is gemaakt.

Problemen
Als bezwaar tegen genetische manipulatie worden wel risico's voor consument, natuur en milieu genoemd. Regelgeving in Europa probeert die zoveel mogelijk te beperken. Het is niet uitgesloten dat na genetische verandering voedselveiligheidsproblemen ontstaan. Zo heeft men in soja een gen uit de paranoot ingebracht. Het bleek dat mensen die allergisch waren voor paranoot dat ook voor deze transgene soja zijn. Door voedingsplanten resistent tegen bepaalde onkruidbestrijdingsmiddelen te maken, komen deze bestrijdingsmiddelen in verhoogde concentratie in ons maagdarmkanaal.

Genetisch veranderde gewassen mogen niet zomaar vrij in de natuur worden gebracht, omdat ze zich als een plaag ten koste van wilde planten kunnen gedragen. Wilde planten kunnen ook door transgene cultuurgewassen bestoven worden en dit geeft verdringing van wilde planten, vermindering van biodiversiteit en verzwakking van het ecologisch evenwicht.

Wanneer transgene planten met een gen voor een virusmanteleiwit door een virus zijn geïnfecteerd, kunnen nieuwe virussen ontstaan. Manipulatie van de natuur door de mens kan leiden tot onvoorziene problemen. Het is bovendien de vraag of een aantal beoogde toepassingen wel duurzaam is. Daarom dient de overheid er op toe te zien dat er ook gelden beschikbaar blijven voor onderzoek naar nieuwe mogelijkheden van veredeling zonder genetische manipulatie.

Versnelling
De stormachtige ontwikkelingen binnen de biotechnologie gaan gepaard met grote belofte van de zijde van onderzoekers en industriëlen, met grote risico's volgens milieu-organisaties en met gevoelens van verontrusting binnen de samenleving. Genetische manipulatie is niet zo maar een verlengstuk van het ambachtelijke veredelingsonderzoek: Er worden gericht organismen tot stand gebracht die via veredeling door kruising nooit tot stand zijn te brengen en er is sprake van een enorme versnelling van het veredelingsproces. Beide factoren veroorzaken onbekende en moeilijk te bepalen risico's.

De overheid heeft de introductie van genetisch veranderde organismen onder de Wet Milieugevaarlijke Stoffen ondergebracht. Met deze keus is een trend gezet: levende organismen worden als enkel materie gezien. Er dienen voldoende middelen en controle-instrumenten beschikbaar te komen voor de vereiste brede toetsing, voor een adequate controle op de uitvoering en een langere termijn om toepassingen nauwlettend te volgen en nevenaspecten op het spoor te komen. Er is een integrale benadering op Europees niveau nodig.

Overzicht
De uitgave bevat diverse aanbevelingen ten aanzien van biotechnologische ingrepen bij de mens. Ze betreffen gentherapie, geneesmiddelen voor zogenoemde ”wees-ziekten”, onderzoek met embryo's en stamcellen, kloneren en xenotransplantatie. In dit omvangrijke boek komen alle facetten die een rol bij biotechnologie spelen aan de orde. Het laat zien wat er precies gebeurt bij genetische manipulatie van verschillende organismen en geeft een overzicht van de wet en regelgeving op het terrein van de biotechnologie.

In de christelijk-ethische beoordeling gaat deze studie in op de betekenis van het soortbegrip en betrekt het daarin ook agrarische en economische belangen. Het boek bevat daarnaast een uitvoerige inhoudsopgave, informatie over de auteurs en een zakenregister. Ik kan het van harte aanbevelen voor middelbare scholieren en allen die belang stellen in deze revolutionaire kennis en kunde.