Boekrecensie

Titel: Van moeten naar mogen. Herstel van relaties, van gebondenheid naar verbondenheid
Auteur: Nancy Groom
Vertaling: Marionne Lufting-Heijna

Uitgeverij: Navigator
Driebergen, 2000
ISBN 90 70656 79 5
Pagina's: 256
Prijs: ƒ 29,95

Recensie door H. van Groningen - 21 september 2000

Van krampachtigheid naar vrijheid en zelfacceptatie

Altijd afhankelijk van de ander

”Van moeten naar mogen” is een boek over relationele gebondenheid. Misschien geen term die direct tot onze verbeelding spreekt. Toch dacht ik, zelf werkzaam in de hulpverlening, al lezend heel wat keren: Dit zou voor die of die een goed bruikbaar boek zijn. Trouwens, niet alleen voor mensen die een beroep moeten doen op de hulpverlening. Wie het aandurft en de moeite neemt kritisch bij zichzelf en zijn relaties stil te staan, kan van dit boek heel wat leren.

In ”Van moeten naar mogen” gaat het over een manier van leven waarbij we ons laten leiden door het gedrag, de wensen, de meningen van anderen, waarbij ons ware zelf ten onder gaat. Veel mensen zullen dit op z'n minst een beetje herkennen, maar voor een relationeel gebondene is dat tot een levensstijl geworden. Met alle gevolgen van dien.

Nancy Groom, een Amerikaanse lerares en schrijfster, richt zich in haar boek vooral tot familieleden van een verslaafde. Maar in feite is de doelgroep veel groter en het geschrevene breed toepasbaar.

Slachtoffer
In het eerste deel van het boek wordt helder, ontdekkend en daardoor soms confronterend uit de doeken gedaan wat de gevolgen zijn van een leven in relationele gebondenheid. Relationeel gebondenen voelen zich vaak slachtoffer en zijn dat in zekere zin ook. Ze kunnen of durven een andere manier van leven niet aan. Angst speelt een grote rol: angst voor afkeuring, angst om in de steek gelaten te worden, angst om een reputatie te verliezen enzovoort.

Die angst leidt vervolgens tot een levensstijl waarbij ze steeds meer gaan lijden aan zelfverlies en zelfverachting. Omdat ze altijd kijken door de bril van anderen, weten ze op den duur nauwelijks nog wat ze zelf denken, willen, vinden en voelen. Daardoor kennen ze vaak hun eigen grenzen niet, of nemen ze die niet serieus.

Deze manier van leven kent vele gezichten: onzekerheid, hulpeloosheid, maar ook pogingen om anderen naar je hand te zetten. Of schijnbare nederigheid en onzelfzuchtigheid: altijd klaar staan voor een ander, zelden nee zeggen, nooit aandacht vragen voor eigen belangen. Op het eerste gezicht lijkt dit zelfverloochening, maar dat kan het niet zijn, want er is helemaal geen ”zelf” om te verloochenen!

In elk van de hoofdstukken wordt in een apart gedeelte een lijn getrokken naar de Bijbel en met name naar het leven van de Heere Jezus. Deze gedeelten zijn niet bedoeld als oplossing (dat komt later in het boek). Ze laten op een praktische en soms verrassend heldere wijze zien dat het anders kan en ook anders mag.

Oorzaken
Nancy Groom wil niet op een vlotte manier naar de oplossing toewerken. Ze besteedt in het tweede deel vier hoofdstukken aan de wortels van relationele gebondenheid. De mens is geschapen om te leven in verbondenheid met God en zijn naaste. Daarbij was afhankelijkheid voor Adam en Eva geen last, maar een deel van hun vreugde en een middel om God te verheerlijken. Maar door hun rebellie tegen de afhankelijkheid van God werden ze gescheiden van God en gedwongen zich voor Hem en elkaar te verbergen. Dat is de diepste wortel van alle ellende, ook van de ellende van relationele gebondenheid.

Uiteraard is er van de oorzaken veel meer te zeggen. Dat gebeurt ook in deze hoofdstukken. Jeugdervaringen, met name verwaarlozing en mishandeling, komen als oorzaken uitvoerig aan de orde. Velen denken hierbij aan voor het oog ingrijpende ervaringen, maar terecht besteedt de schrijfster veel aandacht aan zaken als: er niet zijn als je kind je nodig heeft, je kind onvoldoende bevestigen, je kinderen gebruiken voor je eigen onvervulde verlangens, je kinderen gebruiken om je huwelijk te redden, je kinderen geen tijd, aandacht en gehoor geven enzovoort.

De kern van al deze ervaringen is dat het natuurlijke verlangen naar intimiteit, veiligheid, geborgenheid en invloed niet wordt vervuld. Om te overleven ontwikkelen kinderen een manier van leven waarbij ze zichzelf niet zijn. Alles met maar één doel: de pijn te verzachten, herhaling te voorkomen en toch nog iets te ontvangen van waar ze ten diepste zo naar verlangen.

Herstel
In het derde deel van het boek komt de weg tot herstel aan de orde. De drie hoofdstukken (”Heilzaam treuren”, ”Het wonder van genade”, ”De vrijheid van overgave”) vertonen opvallend veel overeenkomst met de drie stukken van de catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid. Op een praktische en verantwoorde manier laat de auteur de verwevenheid van de Bijbel met psychologische aspecten zien. Is het angst (relationele gebondenheid?) voor een biblicistisch bijbelgebruik –voor ieder probleem een tekst– dat we in dit opzicht zo veel moeten hebben van Amerikaanse auteurs? Of heeft het te maken met een te grote scheiding tussen geestelijke zaken en de praktijk van het dagelijks leven?

Bij heilzaam treuren denkt Nancy Groom aan het onder ogen zien van de pijn die er was en is. Pijn vanwege de verwondingen om wat ik zelf heb ervaren, maar ook om wat ik daardoor anderen weer heb aangedaan. Dat staat er zo simpel, maar voor degenen die het betreft is het een hele stap. Relationeel gebondenen zijn bang dat hierdoor een emotionele lawine zal ontstaan die alles en iedereen, inclusief henzelf, mee zal sleuren. De auteur wijst er daarom terecht op dat het nodig kan zijn dit te doen samen met een vertrouwenspersoon, een hulpverlener of een goede vriend.

De volgende stap is: je volledig richten op Gods helende en reddende genade in de Heere Jezus Christus. Daardoor krijg je een ander zicht op jezelf, je naaste en vooral op God. Door de verwoording lijkt er veel nadruk te liggen op onze keuzes. Toch zou het jammer zijn als om die redenen het boek als remonstrants terzijde zou worden gelegd. Uit de wijze van beschrijven, ook als het gaat om Gods helende genade, blijkt dat het niet om een oppervlakkige successtory gaat met de mens in het middelpunt. Integendeel: je proeft de verwondering over het „te mogen leven in afhankelijkheid van God, dat is het ware Leven...”

Aanvaarding
In het vierde deel van het boek gaat het over het leven in relationele verbondenheid. Er ontstaat werkelijke vrijheid en in relaties wederzijdse aanvaarding. Het dwingende, angstige en krampachtige verdwijnt en daarvoor in de plaats komen innerlijke rust, spontaniteit en de durf om kwetsbaar te zijn. Je durft te leven in overgave en afhankelijkheid, omdat je weet dat je leven veilig geborgen is in God.

Dit slot vind ik in een bepaald opzicht te positief. De gebrokenheid in relaties kan van dien aard zijn dat ze hier niet wordt hersteld. Maar naar mijn mening betekent dat niet dat we verder moeten leven in relationele gebondenheid. Er kan innerlijke vrijheid zijn, zelfs als de relatie, ondanks alle pogingen, niet kan worden geheeld. Die innerlijke vrijheid staat niet los van het perspectief: straks, aan het einde van de woestijnreis, komt echt alles goed. Maar voor 'onderweg' heeft dit goed leesbare boek heel wat te bieden.