Boekrecensie

Titel: Moeilijke mensen, hoe ga je daarmee om?
Auteur: Les Parrott

Uitgeverij: Gideon
Hoornaar, 2000
ISBN 90 6067 738 2
Pagina's: 254
Prijs: ƒ 32,50

Recensie door Kees Roest - 7 juni 2000

Relaties met moeilijke mensen gebaat bij zelfreflectie en nederigheid

Flirt, Streber, Spons en Gluiperd

Hebt u ook wel eens de gedachte dat het heerlijk moet zijn om net als Robinson Crusoe te leven op een eiland, zonder allerlei lastige mensen om u heen? Dan vindt u beslist herkenning bij de auteur van ”Moeilijke mensen, hoe ga je daarmee om?”

Les Parrott, een Amerikaanse professor in de psychologie, geeft in het eerste hoofdstuk van zijn boek aan hoeveel last hij kon hebben van de constante kritiek van een collega en hoe hij geregeld zijn 'eilandfantasie' koesterde. We ontmoeten moeilijke mensen in onze familie, in onze buurt, in onze kerk en op onze werkplek.

Waardoor voelen mensen zich gelukkig? Volgens Les Parrott niet door succes, een goed uiterlijk, geld of bezit, maar eerst en vooral door intieme relaties. Tegelijk is het zo dat relaties mensen heel ongelukkig kunnen maken. Ze kunnen je alle energie kosten die je hebt. Dat brengt hem bij zijn uitgangspunt, namelijk: Hoe kunnen we energieverslindende relaties het hoofd bieden? Hoe kunnen we, gegeven het belang van goede relaties, zorgen dat we die krijgen? Zelfs met klagende, kwetsende en vermoeiende mensen? Of hoe kunnen we in elk geval zorgen dat we dergelijke moeizame relaties verbeteren?

IJspegel
Les Parrott gaat als volgt te werk. Hij beschrijft in zijn boek een groot aantal typen lastige mensen, zoals daar zijn de Kameleon, de Flirt, het Werkpaard, de Streber, de Spons, de Vulkaan, de Afgunstige, de IJspegel, de Gluiperd, de Octopus. De IJspegel is bijvoorbeeld iemand die betrokkenheid en contact zo veel mogelijk vermijdt. Het Werkpaard is iemand die vol ambitie zit en nooit tevreden is.

De auteur behandelt ieder menstype volgens een vast stramien. Na enkele inleidende opmerkingen schetst hij de kenmerken van de desbetreffende persoon. Met behulp van een vragenlijst kan de lezer bepalen of zijn partner, vriend of collega aan deze kenmerken voldoet. Vervolgens wordt geprobeerd het gedrag van een dergelijk persoon begrijpelijk te maken. Waarom doet de Flirt zoals zij (of hij) doet? Na op deze wijze meer inzicht te hebben verschaft, worden allerlei praktische manieren aangereikt om met dergelijke personen om te gaan. Aardig daarbij is dat dit steeds begint met het voorhouden van een spiegel. Wanneer we iets van dat moeilijke gedrag ook in onszelf herkennen, zullen we ons al minder aan de ander ergeren. Tot slot wordt steeds een verwijzing gegeven naar andere types die een beetje op de lastige collega lijken.

Onmogelijke mensen
Hoe komt de schrijver aan zijn types? Parrott heeft meer dan honderd personen ondervraagd over de soorten relaties die volgens hen het lastigst waren. De topvijf van moeilijke mensen bestond uit de Muggenzifter (iemand die kritisch en klagerig is), de Martelaar (vol zelfmedelijden), de Domper (pessimistisch en altijd negatief), de Stoomwals (uitermate ongevoelig voor anderen) en de Roddelaar (verspreidt geruchten en laat geheimen uitlekken).

De vuistregel voor de omgang met al deze moeilijke mensen luidt als volgt: „Het probleem dat u ervaart met onmogelijke mensen, wordt veroorzaakt door uw relatie met die persoon en niet door die persoon zelf.” Het boek is dan ook zeker geen handleiding om die ander te veranderen, maar gaat veel meer over de vraag hoe u zelf kunt veranderen.

Christelijk karakter
”Moeilijke mensen, hoe ga je daarmee om?” bevat veel toepasselijke citaten en leuke, illustratieve anekdotes. Het Amerikaanse karakter druipt er echter niet vanaf, zoals bij dergelijke boeken nogal eens het geval is. Het bijzondere aan dit boek is verder zijn christelijk karakter, waarbij de vele bijbelse gegevens geen opgelegde indruk maken. Het boekje is in de eerste plaats een speelse vorm van psychologie bedrijven, waarbij een nuchtere toonzetting behouden blijft.

Graag geef ik enkele aardige citaten. „Bent u erg gevoelig voor kritiek en ziet u daardoor makkelijk af van wat u toch een goed plan leek? Bedenk dan dat toen de radio werd uitgevonden, de experts zeiden dat hij geen toekomst zou hebben. En tegen Renoir werd gezegd dat hij met schilderen op moest houden, omdat hij geen talent zou hebben.” Leuk is ook de volgende anekdote, die levendig illustreert hoe moeilijk mensen het elkaar vaak maken door hun lastige karaktertrekjes. Twee boerderijen in Alberta worden van elkaar gescheiden door een dubbele omheining. Boer Paul wilde een omheining bouwen en stelde buurman Oscar voor de kosten te delen. Oscar wilde niet meebetalen, waarop Paul zijn hek zelf neerzette om zijn vee te kunnen laten grazen. Toen Oscar later zijn eigen vee de wei in wilde sturen, blij met het gratis hek, werd hij er door Paul op gewezen dat het hek een halve meter binnen de erfscheiding was geplaatst. Als de koeien van Oscar ook maar één poot op Pauls grond zouden zetten, zou het met ze gedaan zijn. Dus moest Oscar toch nog een eigen omheining plaatsen op een halve meter afstand van de andere. De beide boeren zijn inmiddels overleden, maar de dubbele omheining staat er nog steeds en herinnert aan de hoge prijs die we moeten betalen voor onze koppigheid en trots.

Nederigheid
Het boek krijgt uiteindelijk zijn toespitsing in de erkenning dat wij zelf ook allemaal wat van de Muggenzifter, de Stoomwals, de IJspegel of wie dan ook in ons hebben. Dat te erkennen is de eerste stap op weg naar nederigheid. „Als ik besef dat ik zelf ook een moeilijk mens ben –voor andere mensen en in het bijzonder voor God– en als ik me realiseer dat zij mij genade betonen door van me te houden en een relatie met me op te bouwen ondanks het feit dat ik ben wie ik ben, kan ik diezelfde genade doorgeven aan de moeilijke mensen in mijn leven”, zo stelt de auteur.

Het zwakke van het boek is naar mijn mening dat het te veel suggereert dat mensen in allerlei vakjes te plaatsen zouden zijn. Dat is in de praktijk vaak een enorme versimpeling van de werkelijkheid. Moderne persoonlijkheidstheorieën gaan veel meer uit van karakterdimensies dan van afzonderlijke types. Eenvoudig gezegd: vroeger werden mensen opgedeeld in extraverten en introverten. Tegenwoordig gaan we ervan uit dat iedereen in een bepaalde mate introvert en in een bepaalde mate extravert is. Wie het boek leest zal al snel tegen deze moeilijkheid aanlopen. Het blijkt toch lastig te zijn om de persoon met wie je zo veel moeite hebt ergens in te delen. In elk geval ontdek je al snel dat het ene kenmerk voor die persoon wel opgaat en het andere niet. Dan komen we toch weer in de buurt van de bedoeling van de auteur: de moeilijkheid van anderen leren relativeren.