Boekrecensie

Titel: Dirksland, voor wie het zien wil. Dirksland, Herkingen en Melissant in cultuur-historisch perspectief
Auteur: G. S. Wolfert/ Cathy Westdorp

Uitgeverij: gemeente Dirksland
Dirksland 1998
Pagina's: 143
Prijs: ƒ 34,95

Recensie door drs. C. D. van den Heuvel - 1 september 1999

Fruytier en Van der Kemp waren Dirkslanders

Historische wandeling

Het was twee van de drie makers van ”Dirksland, voor wie het zien wil” niet gegeven om de uitgave ervan mee te maken. Initiatiefnemer G. S. Wolfert –vroeger werkzaam op het gemeentehuis van Dirksland– en tekenaar A. K. Vogelaar overleden in de tijd dat aan dit boek gewerkt werd. Dat werpt een schaduw over deze aardige uitgave.

Samenstelster Cathy Westdorp is erin geslaagd om op een onderhoudende en historisch verantwoorde manier de geschiedenis van Dirksland, Melissant en Herkingen te presenteren. Het boek is beknopt, leesbaar en eenvoudig. Al schrijvend neemt Westdorp de lezer mee langs diverse gebouwen in de drie dorpen, waarbij ze vaak verrassende informatie geeft over de (historische) werkelijkheid achter de soms zo indrukwekkende gevels. De historische panden krijgen ineens een verhaal, dat soms best grappig is. Ook enkele straatnamen en bijnamen van de dorpen worden verklaard. Vooral voor 'overkanters' is dit aardig, want hoe moet je anders bevroeden waar termen als ”Klein Parijs” en ”'t Geitendurp” vandaan komen?

Natuurlijk is er geen koe (geit?) zo bont of er zit wel een vlekje aan. Vandaar dat ik wel enige aanmerkingen maak. Allereerst vind ik het jammer dat er alleen gewerkt is met ongenummerde paragrafen. Een verdeling in drie hoofdstukken zou veel duidelijker zijn. Hoewel ik de beschrijving van de hervormde kerk heel aardig vind (onder meer de 'oude schrijvers' Fruytier en Van der Kemp stonden in Dirksland) mis ik aandacht voor de lokale gereformeerde gemeente, die kerkhistorisch gezien invloedrijke predikers had en eilandelijk een interessante rol speelde en nog speelt. Dat de uiterst merkwaardige ds. D. P. M. Huët (hervormd predikant te Dirksland in de vorige eeuw) ongenoemd blijft, reken ik de schrijfster niet aan. Erger vind ik dat de christelijke religie als scheppende factor van de huidige dorpscultuur en -mentaliteit grotendeels buiten beschouwing wordt gelaten. In een cultuurhistorisch werkje kan dat eigenlijk niet!

Grotius
Tot slot trof ik op bladzijde 35 een bekend foutje aan, namelijk de bewering dat het protestantisme na de Reformatie staatsgodsdienst zou zijn geworden. Dat was niet zo, wel had de gereformeerde kerk (nu beter bekend als de Nederlandse Hervormde Kerk) een bevoorrechte positie. Ook de bewering dat de predikanten hun namen verlatiniseerden vanwege het gewicht van hun ambt is iets te kort door de bocht. De meeste geleerden deden dat, bijvoorbeeld Grotius (Hugo de Groot), en niet alleen theologen. En soms was het een vertaling van de naam in plaats van een aanpassing. Zo noemde de zestiende-eeuwse prediker ds. D. Rogge zich Siligineus in plaats van Roggius of zoiets.

Ondanks mijn kritiek vind ik het prachtig verzorgde en prettig geschreven boekje een aanwinst voor de eilandelijke geschiedschrijving. Ik hoop dat de gemeenten Goedereede, Middelharnis en Oostflakkee dit initiatief zullen navolgen. Dat zou niet de eerste keer zijn. Was het immers niet Dirksland dat als eerste straatverlichting invoerde? En dat was toch ook een goed idee...