Boekrecensie

Titel: Willem III, een politieke biografie
Auteur: Wout Troost

Uitgeverij: Verloren
Hilversum, 2001
ISBN 90 6550 639 X
Pagina's: 331
Prijs: ƒ 66,-

Recensie door drs. D. van Meeuwen - 17 oktober 2001

Politieke biografie over „in ongeluk geboren” stadhouder-koning

Willem III, schaker op
Europees schaakbord

In ongeluk geboren en in ongeluk opgegroeid. Zo typeerde Willem III (1650-1702) zijn eigen leven. De stadhouder-koning, na Willem van Oranje de bekendste figuur uit het Oranjehuis, spreekt vooral door zijn politieke daden nog steeds tot de verbeelding. Misschien ligt het aan zijn somberheid, zijn geslotenheid en geringe toegankelijkheid dat er zo weinig biografieën over hem geschreven zijn. De historicus Wout Troost waagde onlangs niettemin een poging.

Willem werd een week na de dood van zijn vader geboren en was de speelbal van de ruzie tussen zijn moeder Mary Stuart, en zijn grootmoeder Amalia van Solms. Bovendien moest hij voortdurend strijd leveren met Johan de Witt over zijn politieke toekomst. Na 1672 was hij zijn hele leven bezig met de bestrijding van zijn grote tegenspeler, Lodewijk XIV.

Het is geen geringe opgave om een goede biografie over Willem III te schrijven. Een schrijver moet naast Nederlandse bronnen ook vele Franse, Engelse en Duitse bronnen raadplegen om het beeld enigszins compleet te krijgen. Troost, gepromoveerd op een proefschrift over de Ierse politiek van Willem III, heeft dat gedaan en het resultaat is een helder geschreven boek. Een indrukwekkend aantal noten en een zeer uitgebreide lijst van geraadpleegde literatuur laten zien dat de schrijver niet over één nacht ijs is gegaan.

Driftig
Het boek is geen echte biografie, in de zin dat er een levensverhaal verteld wordt. De mens Willem III blijft nog steeds in duister gehuld. Dat is jammer maar waarschijnlijk is er niet meer uit de huidige bronnen te halen. Welk beeld komt er naar voren? Hij is niet de gemakkelijkste geweest. Driftig, gesloten en eerzuchtig. Zijn karakter is mede bepaald door de omstandigheden. Hij groeide op zonder vader en moeder Mary heeft nooit blijk gegeven van moederliefde. De politieke omstandigheden zorgden ervoor dat Willem vroeg rijp en volwassen was. Daarbij speelde het geloof dat God hem had voorbestemd stadhouder te worden een belangrijke rol.

Troost wijdt ook twee bladzijden aan de vraag of Willem III homoseksueel was. Sommige historici geven dat namelijk aan. Troost geloofde er aanvankelijk niet in, maar het lijkt hem bij nader inzien „waarschijnlijk.” Ik heb moeite met deze suggestieve manier van beschrijven. De schrijver geeft zelf aan dat er geen enkel hard bewijs te leveren is. Dit is een vorm van modieuze geschiedschrijving anno 2001, zoals het een aantal jaren geleden mode was om bij beschrijving van vrouwen uit de geschiedenis toch minstens te kijken of ze iets voor de emancipatie van hun geslacht hadden gedaan. Jammer.

Schaker
Het is vooral een politieke biografie, zoals de ondertitel al aangeeft. Dat wil zeggen dat Troost het politieke handelen van Willem III op de voet volgt. Dat doet hij nauwgezet. Hier ligt ook de kracht van zijn boek. Chronologisch volgt hij de eerste 22 levensjaren van de prins, waarbij de politieke situatie in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en de omringende landen uitgebreid aan de orde komt.

Die opzet volgt hij vanaf het beruchte rampjaar 1672 tot aan de dood van Willem III, met dien verstande dat er dan sprake is van een eigen politiek. In dat jaar is hij immers na de moord op de gebroeders De Witt stadhouder geworden. Willem III stadhouder en dan begint zijn eigen politiek. Wat waren zijn doelstellingen in de buitenlandse politiek?

Troost laat zien dat het Willem III vooral te doen is om het voortbestaan van de Republiek. Dat hing in 1672 aan een zijden draadje. Tot aan zijn dood in 1702 is hij bezig geweest om zijn grote tegenspeler Lodewijk XIV te bevechten. Soms ging het letterlijk om vechten, maar andere zetten op het schaakbord waren de vele door toedoen van Willem III opgerichte verbonden en allianties van Europese mogendheden. Door deze evenwichtspolitiek werd Lodewijks expansiepolitiek tot diens woede voortdurend gedwarsboomd. Willem III bleek een grootmeester in de diplomatie te zijn.

Machtsvergroting
Al lezend lijkt het wel of het dagelijks leven van Willem alleen bestond uit onderhandelingen met af en toe een veldtocht. Nieuw in deze visie is dat de schrijver laat zien dat de expansiedrang van Lodewijk XIV niet aanvallend van aard was maar vooral verdedigend. Dat zou je achteraf kunnen concluderen maar zo kwam het bij de tijdgenoten in ieder geval niet over.

Ook suggereert hij dat Willem en Lodewijk een vijandbeeld van elkaar hadden waardoor er nooit meer verzoening had kunnen komen. Zo schreef Lodewijk XIV aan Jacobus II, de latere koning van Engeland ter gelegenheid van het huwelijk van Willem III met diens dochter Mary: „U hebt Uw dochter gegeven aan mijn doodsvijand.” Lodewijk verweet Willem dat hij uit was op machtsvergroting.

Bij de Glorious Revolution in 1688, waarbij Willem III koning werd van Engeland, Schotland en Ierland, ging het hem niet om het koningschap in de eerste plaats, maar om Engeland mee te krijgen in de strijd tegen Frankrijk. Hier zien we dus weer zijn evenwichtspolitiek. Troost vindt dat Willem III in 1672 op zijn sterkst was. Hij redde inderdaad de Republiek. Zijn gebetenheid op Lodewijk XIV was echter zo fel dat hij bij sommige vredes gunstige voorwaarden verspeelde. Bovendien kostten de oorlogen ons land veel geld en heeft Willems politiek dus bijgedragen aan het economisch verval van de Republiek.

Godsdienstvrijheid
Ook in zijn binnenlandse politiek was Willem III de schaker. Hij kon niet zomaar op de steun rekenen van alle gewesten. Binnen de gewesten en ook binnen de steden waren er diverse partijen, zogenaamde (familie)facties, waar een stadhouder van afhankelijk was. In Holland kon Willem III onvoldoende macht vestigen. Amsterdam lag voortdurend dwars. Door voorzichtig van zijn macht gebruik te maken en veel te onderhandelen wist hij telkens een meerderheid voor zijn beleid te creëren.

Opmerkelijk was zijn voor zijn tijd tolerante opstelling ten opzichte van de godsdienst. Godsdienstvrijheid zoals die in de meeste landen thans bestaat, bestond toen nog niet en hij achtte die ook niet gewenst. Willem III was wel een voorstander van gewetensvrijheid en een religieus klimaat waarin de overheid andersdenkenden een ruime mate van vrijheid toestond en geen geloofsdwang toepaste. Daar zijn verschillende voorbeelden van te geven. Antiroomse maatregelen van de Staten van Holland werden door Willem III voorkomen. Ook in Engeland en Ierland probeerde hij de anglicanen en rooms-katholieken te ontzien.

Kampioen
Willem III is in het verleden wel eens kampioen van het protestantisme genoemd. Troost stelt daartegenover dat het Willem III vooral ging om de vrijheid van Europa en daarna pas om de godsdienst. Ik ben daar niet van overtuigd. Diverse citaten uit zijn eigen boek geven aan dat het protestantse geloof van Willem III voor hem een bezielende kracht was. Zijn vriend en adviseur Bentinck haalt in een brief aan dat de prins hem vaak had gezegd dat al zijn werkzaamheden, dat is „de verdediging van de vrijheid van deze staat en het belang van heel Europa”, slechts de dienst van God beoogden.

Ik weet wel dat ook Lodewijk XIV een dienaar van God dacht te zijn. De fout ligt hierin dat mensen denken dat hun handelen altijd overeenkomt met Gods wil. Dat is in de geschiedenis te veel gebeurd, zowel bij katholieken als bij protestanten. Maar dat neemt niet weg dat het protestantse geloof voor Willem III een wezenlijke zaak was van waaruit hij handelde.

De schrijver oordeelt positief over het optreden van Willem III. Hij beschrijft en nuanceert bestaande visies op Willem III. Geheel nieuwe gezichtspunten zitten er niet zo veel in. De gedetailleerde beschrijving van allerlei politieke verwikkelingen maken het lezen van het boek niet altijd tot een genoegen. Maar wil men bijvoorbeeld het naadje van de kous weten over zijn optreden in Engeland dan kan men niet meer om dit boek heen. Als politieke (!) biografie valt er van een standaardwerk te spreken.