Boekrecensie

Titel: Derde Bulletin van de Tweede Wereldoorlog
Auteurs: Perry Pierik en Martin Ros (red.)

Uitgeverij: Aspekt
Soesterberg, 2001
ISBN 90 5911 006 4
Pagina's: 394
Prijs: ƒ 49,95

Recensie door C. C. van den Haspel - 10 oktober 2001

Wallenberg versus André Jolles

Recentelijk brachten de journalist Martin Ros en de historicus Perry Pierik hun derde bulletin met artikelen over de Tweede Wereldoorlog op de markt. Het boek bestaat uit drie grote bijdragen en een aantal kleinere. Twee van de drie hoofdartikelen zijn nogal specialistisch.

Wie alles, maar dan ook alles wil weten over de Slag om Arnhem (1944) kan het artikel over wat er op de Ginkelse Heide gebeurde niet missen. Dichter bij wat momenteel in de officiële historiografie aan de gang is, staat het artikel over de diplomatie van de ”Nieuwe Orde”. Vooral waar de auteur, Arthur Stam, de vraag overweegt wanneer Hitler het vertrouwen in een voor hem gunstige afloop van de oorlog verloor, sluit hij aan bij het debat onder historici.

Het belangrijkste hoofdartikel is echter dat waarin een groot aantal boeken en artikelen die in het afgelopen jaar over de Tweede Wereldoorlog verschenen thematisch worden behandeld. Vooral de belangstelling voor wat er in Midden-Europa gebeurde valt op. Tip: de vwo-leerling die het beneden zijn waardigheid acht om zijn profielwerkstuk van internet te plukken, kan bij dit boekenoverzicht terecht.

Zo bespreken Pierik en Ros uitgebreid wat er de laatste tijd over Raoul Wallenberg verschenen is, de Zweeds diplomaat die met behulp van valse paspoorten talloze Hongaarse Joden het leven redde en waarschijnlijk door de Russische Geheime Dienst werd vermoord. Volgens Pierik en Ros was Wallenberg niet alleen een held, maar ook een (s)pion – en wel van zijn machtige familie en van de grote mogendheden.

Tijdgeest
Onder de kleinere artikelen valt dat van Rob Hartmans op. Het gaat over André Jolles, een begaafde, Amsterdamse intellectueel uit de jaren dertig, die als hoogleraar in Duitsland terecht kwam en zich vrijwillig aanmeldde bij de Hitler-partij. Aan de hand van Jolles' leven laat Hartman het probleem zien waar hij al eens eerder over schreef: hoe het toch komt dat sommige intellectuelen met al hun begaafdheid verstrikt raken in de tijdgeest?

In het geval van Jolles zou dat een kwestie van karaktereigenschappen geweest zijn. De lezer neigt tot de vraag: meer niet? Misschien had Jolles' levensovertuiging toch ook wel iets te maken met zijn onvermogen om de tijdgeest te taxeren.