Boekrecensie

Titel: Ik val aan volg mij. Militaire blunders in de twintigste eeuw
Auteurs: Saul David en Menno Steketee

Uitgeverij: Bert Bakker
Amsterdam, 2001
ISBN 90 3512 061 2
Pagina's: 225
Prijs: ƒ 28,50

Recensie door A. J. Coster - 19 september 2001

Van jonge levens
op het slagveld

„Vince”, zei Ryan,„we kunnen niet gaan zitten. Als we stoppen gaan we eraan. Snap je dat?” Vince bleef tegenstribbelen. „Stan, we moeten hem hier achterlaten, anders wordt het ook onze dood.” „Oké dan”, zei Stan,„dat lijkt me logisch.” Die nacht is Vince aan onderkoeling overleden.

Vince is uiteindelijk het slachtoffer geworden van wat Saul David en Menno Steketee in hun boek ”Ik val aan, volg mij, militaire blunders in de twintigste eeuw” scharen onder de noemer ”slechte voorbereiding”. Samen met zeven collega's wordt Vince in januari 1991 ver achter de linies in Irak gedropt. De wereld is in de ban van de Golfoorlog en de acht leden van het Engelse elitekorps SAS moeten diep in vijandelijk gebied verkenningen doen en saboteren.

Het materiaal en de informatie waarmee zij worden weggestuurd is echter „de Special Forces onwaardig”, zoals later een van de overlevende deelnemers het uitdrukt. Voordat hij gaat, vraagt hij de foerier van zijn onderdeel om warme kleding en berguitrusting. Het antwoord: „Nee, je gaat naar de woestijn sufferd, daar zul je geen kou hebben.” Wat de man niet weet, is dat de Iraakse winters heel koud kunnen zijn. Het kost Vince zijn leven.

De hele missie wordt overigens een mislukking. Zendapparatuur is niet op elkaar afgestemd, de mannen worden naast een stelling met luchtafweergeschut gedropt en omdat er geen goede auto's voorhanden zijn, moeten de acht alle materiaal zelf meeslepen: 120 kilogram per persoon. Veel te veel. Patrouille Bravo-Two-Zero haalt uiteindelijk een van de hoogste verliespercentages binnen de SAS: van de acht mannen vinden er drie de dood en worden er vier gevangengenomen. „En dat”, aldus de schrijvers, „voornamelijk door amateuristische fouten al voordat de missie echt begon.”

David en Steketee beschrijven nog zo'n twaalf militaire operaties, onder andere de gevechten in de Boerenoorlog (rond 1900) en het Amerikaanse optreden in Somalië (1993). Ook ”Srebrenica”, in 1995, ontbreekt niet. In lang niet alle beschreven gevallen gaat het overigens om blunders; wat dat betreft dekt de ondertitel van het boek niet de hele lading.

Er zijn ook geslaagde missies geweest, die het verloop van de oorlog niet of nauwelijks hebben beïnvloed. Vaak stond de uitslag van te voren al vast. Engelands machtigste dame Margaret Thatcher bijvoorbeeld heeft in de oorlog tegen Argentinië om de Falklandeilanden (1982) dringend behoefte aan een mentale oppepper: een klinkende overwinning dus. Argentijnse vliegtuigen brengen met hun Exocet-raketten de Britse invasievloot de ene na de andere slag toe. De verovering van Goose Green, een gehucht waar zich een vijandig garnizoen verschanst, moet gezichtsverlies van de IJzeren Dame voorkomen. Parachutisten nemen het plaatsje uiteindelijk in, maar met een torenhoge prijs aan doden; en de herovering van de Falklands komt er geen stap mee dichterbij.

Het is schokkend om te lezen hoe voor veel generaals de levens van hun minderen ondergeschikt zijn aan het redden van het gezichtsverlies voor zichzelf. Honderden, zo niet duizenden zijn opgeofferd aan hen die de schrijvers ”onnadenkende bevelhebbers” noemen. Beschamend is het te zien hoe westerse over- en hoogmoed, met name in de periode na de Tweede Wereldoorlog, talloze –meestal jonge– levens verkwanselde in de strijd met een onderschatte vijand.

Boeken als ”Ik val aan volg mij” tonen aan dat oorlog geen spelletje is. Het boek is dan ook geen oorlogsroman, maar een weergave van feiten. Toch leest het als een trein. Dat komt ook omdat de schrijvers veel citeren van direct betrokkenen, zonder daarbij overigens soldatentaal over te nemen.

Compleet kan een boek als dit nooit zijn –waar zijn bijvoorbeeld de Slag om Stalingrad en de Russische inval in Tsjetsjenië?– maar merkbaar in het besproken boek is het gemis aan kaartjes. Een enkel hoofdstuk heeft een grote overzichtskaart, maar om beter te begrijpen wat er gebeurd is, zou uitgebreidere informatie toch goed zijn. En op elk slagveld lopen toch fotografen?