Boekrecensie

Titel: Verhalen over verre landen. Reizen op papier 1600-1800
Auteur: samengesteld door Karel Bostoen

Uitgeverij: Amsterdam University Press
Amsterdam, 2001
ISBN 90 5336 476 4
Pagina's: 104
Prijs: 24,50

Titel: Sebalds reizen. Het verlangen van de zeeman in de zeventiende eeuw
Auteur: Caroline Hanken

Uitgeverij: Meulenhoff
Amsterdam, 2001
ISBN 90 290 6687 3
Pagina's: 208
Prijs: 34,25

Titel: VOC-dienaar in Azië. Geleynssen de Jongh in het land van de Groot-Mogol
Auteur: H. W. van Santen

Uitgeverij: Van Wijnen
Franeker, 2001
ISBN 90 5194 210 9
Pagina's: 191
Prijs: 37,50

Titel: Macht in de zeventiende eeuw. Engeland en Nederland kwantitatief vergeleken
Auteur: Hans Schipper

Uitgeverij: Walburg Pers
Zutphen, 2001
ISBN 90 6011 623 2
Pagina's: 160
Prijs: 35,15

Recensie door dr. J. E. Korteweg - 28 augustus 2001

Herdenkingsjaar leidt tot boekenstroom

”Ware fictie” op VOC-schip

Als opmaat voor het VOC-jaar 2002 verschijnen er momenteel heel wat boeken en boekjes over de zeventiende eeuw. Zo schreef Caroline Hanken over de denkbeeldige zeeman Sebald en zijn avonturen aan boord van VOC-schepen. Karel Bostoen stelde over het thema ”reizen in de zeventiende en achttiende eeuw” een boekje samen voor leerlingen van de hoogste klassen van het middelbaar onderwijs. Het leven van Wollebrant Geleynssen de Jongh, VOC-dienaar in India, werd beschreven door H. W. van Santen, en Hans Schipper vergeleek de macht van Nederland en van Engeland in de zeventiende eeuw.

”Macht in de zeventiende eeuw” geeft een aardig en origineel overzicht van die tijd. Het is namelijk bijna uitsluitend gebaseerd op cijfermateriaal. De auteur is psychiater en tevens amateur-historicus. Hij schreef zijn boek niet voor professionele historici, maar voor geïnteresseerde leken. Daarbij moet direct worden aangetekend dat de doelgroep een meer dan gemiddelde belangstelling voor het verleden moet hebben, want juist boeken met kwantitatieve gegevens laten zich niet altijd gemakkelijk lezen.

De vraag die Schipper zichzelf stelt is hoe de machtsverhoudingen tussen Engeland en Nederland in de zeventiende eeuw lagen. Kort gezegd luidt het antwoord dat het eerste deel van deze eeuw voor Nederland een gouden eeuw was en dat ons land aan het eind van de eeuw werd voorbijgestreefd door Engeland.

Om zijn hoofdvraag te beantwoorden heeft de auteur cijfers verzameld over bevolkingsomvang, militaire en maritieme verhoudingen, de ontwikkeling van koloniën, landbouw en industrie, internationale handel, prijzen en lonen, overheidsfinanciën en cultuur en wetenschap. Schippers verdienste is dat hij de gegevens vanuit diverse bronnen bij elkaar heeft gebracht. Zijn conclusies zijn echter vaak wat kort door de bocht. Zijn opvatting dat kwantitatief onderzoek objectiever zou zijn dan kwalitatief onderzoek, ontkracht hij op deze manier zelf.

Ware fictie
Geheel anders gaat Caroline Hanken te werk, die zichzelf ziet als een schrijfster van „ware fictie.” Zij neemt een verzonnen zeeman als uitgangspunt en koppelt daaraan zo ongeveer alles wat over het zeventiende-eeuwse zeeleven bekend is. Daardoor maakt Sebald waarschijnlijk iets meer mee dan de gemiddelde zeeman. Op zich zijn de gegevens die Hanken gebruikt, bekend. Haar verdienste ligt in het toegankelijk maken ervan voor een groot publiek. Het boek leest prettig en biedt een waarheidsgetrouw overzicht van het zeemansleven in de Gouden Eeuw.

Zowel de ervaringen aan boord als het leven van de zeeman aan de wal schetst ze in sobere woorden. Die zakelijke toon draagt bij aan de betrouwbaarheid, maar zorgt er wel voor dat de figuur van Sebald nauwelijks tot leven komt. Hij is vooral nodig als 'kapstok', waaraan Hanken haar kennis kan ophangen. Voor de schoolbibliotheek en voor volwassenen die in geschiedenis zijn geïnteresseerd is dit boek zeker geschikt.

Leesbare teksten
Speciaal voor scholen voor voortgezet onderwijs verzamelde Karel Bostoen een aantal reisverhalen uit de zeventiende en achttiende eeuw en bewerkte die tot leesbare teksten met opdrachten. Het boekje is een deel van de serie ”Tekst in context”, die zich vooral richt op het vak Nederlands in klas 4 en hoger. Dit deeltje is echter ook bij geschiedenis bruikbaar. Eerst geven de auteurs een algemeen overzicht van reisliteratuur, vervolgens komen de verhalen van schipper Bontekoe, Cornelis Stout als slaaf in Afrika, Maria en Johanna Lammens op reis naar Indië en El-ho op Zuidland (een verzonnen reisverhaal). Didactisch is het boekje zeker verantwoord, hoewel de opdrachten niet bijzonder aantrekkelijk zijn en het niveau voor de doelgroep wat aan de lage kant is.

Van de hier besproken boeken is het boek over VOC-koopman Geleynssen de Jongh (1594-1674) het boeiendst. Hij werkte in de eerste decennia van de zeventiende eeuw voor de VOC in India en liet daar bovendien geschriften over na die meer bieden dan alleen een beschrijving van de handel. Geleynssen werkte bij elkaar zo'n 35 jaar voor de VOC in Azië en hij bewaarde afschriften van honderden door hem geschreven en ontvangen brieven. Het boek van Van Santen handelt uitsluitend over het elfjarig verblijf van Geleynssen in Bharuch (aan de westkust van India) en Agra (in het hart van het rijk).

Klimaat
Opmerkelijk is dat het boek grotendeels in India is geschreven, omdat de auteur daar enkele jaren werkzaam is geweest. Duidelijk is dan ook te merken dat hij weet waarover hij schrijft, zeker als het gaat om klimaat en buitenlandse handel. De opzet van het boek is als volgt: een korte levensbeschrijving van Wollebrant Geleynssen de Jongh, een beschrijving van het reilen en zeilen van de VOC in India, de politiek en economie van Mughal-India in de zeventiende eeuw en de belevenissen van Geleynssen de Jongh in respectievelijk Bharuch en Agra (met aandacht voor heel veel verschillende zaken). Kortom: een prettig leesbaar, levendig verhaal over een vrij onbekend stukje VOC-geschiedenis, geschikt voor iedereen met historische belangstelling.