Boekrecensie

Titel: Een cultuur van het geweld, kritische essays
Auteur: Cornelis Verhoeven

Uitgeverij: Damon
Leende, 2000
ISBN 90 5573 149 8
Pagina's: 230
Prijs: ƒ 44,90

Recensie door H. L. Groenenboom - 27 juni 2001

Cornelis Verhoeven uit kritiek op activisme westerse cultuur

Gefascineerd door geweld

”Een cultuur van het geweld” is een bundeling van opstellen die de onlangs overleden Cornelis Verhoeven in de loop der jaren heeft gewijd aan het thema geweld. Het is het tiende deel van zijn ”Verzamelde werken” en verscheen als een fraaie, gebonden uitgave.

Het boek bestaat uit vier delen. Deel I bevat het ruim veertig pagina's tellende opstel ”Tegen het geweld” dat dateert van 1967. Deel II bevat een verzameling kortere artikelen die worden samengevat onder de titel ”Een cultuur van het geweld”. Het derde deel bevat de studie ”IJzer en vuur”; deze studie verscheen eerder als een hoofdstuk in de bundel ”Alleen maar kijken” uit 1992. Deel IV tenslotte bevat een bundeling van artikelen die in 1977 werd gepubliceerd onder de titel ”Folteren om bestwil”. De hoofdstukken IIA, IIIA en IVA zijn daaraan toegevoegd en verschijnen nu voor het eerst. Een zakenregister completeert het boek.

Geweld
Cornelis Verhoeven (1928-2001) groeide op in de tijd rond de Tweede Wereldoorlog. Dat is de biografische achtergrond van zijn fascinatie voor geweld, voor hem „het intrigerendste onderwerp dat er is.” Hij wijst ook zelf op zijn emotionele betrokkenheid bij het onderwerp: „Geweld is een opwindend onderwerp. Kalm daarover nadenken (…) is heel moeilijk, en ik moet bekennen dat het mij bijna nooit lukt. Het geweld is ook een persoonlijk ethisch probleem in zoverre de discussie daarover hoge eisen stelt aan zelfbeheersing en geduld. Bijna alles wat ik daarover lees of hoor, kan mij in hoge mate irriteren, als het te slordig gedacht, te nobel bedoeld of met een te gretige belustheid uitgesproken wordt. (…) bij een discussie over het geweld dreigt er altijd een woede jegens degene die er anders over denkt.”

Hoe denkt Verhoeven er zelf over? Voor wat hij noemt de cultus van het geweld, bestaat volgens hem slechts één alternatief: een cultuur van de beschouwelijkheid, eventueel zelfs een cultuur van de scepsis. Deze visie heeft hij op allerlei manieren voorgedragen en verdedigd.

Activisme
Het boek heeft, zoals de ondertitel ”kritische essays” ook aangeeft, een cultuurkritisch karakter. Geweld betekent niet alleen dat mensen elkaar te lijf gaan, martelen, onderdrukken etc. Voor Verhoeven betekent het ook activisme, de overwaardering van het handelen die volgens hem kenmerkend is voor de westerse cultuur. Iets doen is beter dan niets doen, zelfs als er niets gedaan kan worden. Zo krijgt de term geweld ongeveer dezelfde betekenis als wat anderen noemen ”beheersingsdenken”.

Het gaat dus vooral om een mentaliteit. Die komt tot uitdrukking in het politieke activisme dat eind jaren zestig opkwam, en merkbaar de historische achtergrond vormt van vooral de eerste twee hoofdstukken. Dezelfde mentaliteit blijkt ook uit euthanasie op leven dat wordt geacht niet voldoende ”kwaliteit” te hebben. Verhoeven stelde vragen bij de (gepretendeerde) rationaliteit daarvan: „De vraag is namelijk waarop de gelijkstelling van rationaliteit met activiteit berust, hoe actief rationaliteit moet zijn en of zij ook kan bestaan zonder een ingreep te zijn, maar bijvoorbeeld berusting.”

Techniek
Voor beheersing van de werkelijkheid worden vaak technische middelen ingezet. Maar de gedachte van prof. dr. E. Schuurman en anderen dat het geweld in de totalitaire pretenties van de techniek zit, wees Verhoeven af. „Niet de wetenschap als zodanig en als rationeel project is onbescheiden en eigenmachtig, maar de intellectueel volkomen onbeduidende ideologie van het activisme dat van zijn dromen pretenties maakt en vanuit de pretenties onmiddellijk tot actie wil overgaan, ook als die actie niet in haar gevolgen te overzien en redelijk te verantwoorden is.”

Eerder ziet Verhoeven in techniek een middel tot beheersing van het geweld. Als voorbeeld daarvan noemt hij de regeling van het verkeer. „Door de technische opzet is een groot deel van het geweld dat in aanleg hier aanwezig is, tot verschrompelen gedoemd. (…) Waar geweld op het spel staat, moet het gezag anoniem en technisch zijn en niet speculeren op prestige, onderdanigheid of goede opvoeding.” Techniek is volgens hem geweldloosheid omdat zij de manier is waarop een doel wordt bereikt zonder een overschot aan effect.

Literair
Verhoeven heeft een literaire stijl van schrijven. Niet voor niets werd hem in 1980 de P. C. Hooftprijs toegekend. Toch beoefent hij filosofie, geen literatuur. In een hoofdstukje getiteld ”Verhaal en betoog” noemt hij het een „wijdverbreid misverstand” dat mensen interessanter zijn dan dingen en gedachten. Gelijk heeft hij!

Verhoevens filosofie is niet dor. In de betogen is een hartstocht voelbaar die wordt beheerst door de strakke consequentie van het denken. Het laatste maakt zijn werk erg overtuigend. Wie dit werk gelezen heeft en niet geheel voor rede onvatbaar is, is voorgoed immuun voor de daadkrachtige retorica van simplificerende wereldverbeteraars. Die manifesteren zich politiek gezien nog steeds vooral als 'links' en 'progressief'. Als je daar al immuun voor was, kun je van dit boek leren welke goede redenen je daarvoor hebt.