Boekrecensie

Titel: De Stijl toen/J. J. P. Oud nu. De bijdragen van architect J. J. P. Oud aan herdenken, herstellen en bouwen in Nederland (1938-1963)
Auteur: Dolf Broekhuizen

Uitgeverij: NAi Uitgevers
Rotterdam, 2000
ISBN 90 5662 193 9
Pagina's: 384
Prijs: ƒ 65,00

Recensie door W. G. Hulsman - 2 mei 2001

Oud, ontwerper van het herdenken

Nederland herdenkt vrijdag zijn gevallenen. Monumenten op dorpspleinen en bij begraafplaatsen staan even centraal. Twee van de bekendste monumenten –dat op de Dam en dat op de Grebbeberg in Rhenen– zijn ontworpen door de architect J. J. P. Oud. Moeilijke opdrachten dankzij de bemoeizucht van velen, zo blijkt uit ”De Stijl toen/J. J. P. Oud nu”, waarin D. Broekhuizen onder meer het ontwerpproces van deze twee monumenten uitvoerig beschrijft.

Bij het ontwerpen van het Nationaal Legermonument Grebbeberg staat Oud (1890-1963) tegenover vertegenwoordigers van de krijgsmacht. Die willen het liefst een gedenkplaats met een sterk militair karakter. Oud vindt echter dat niet de strijd van het Nederlandse leger centraal moet staan, maar de achtergrond van de gevechten: de strijd voor geestelijke vrijheid.

Het oprichten van een speciaal legermonument leeft in de jaren na de oorlog niet sterk. Het aanzien van het leger is laag en de wederopbouw van Nederland vraagt de aandacht. Toch wil het leger een eigen monument. Uiteindelijk wordt als locatie gekozen voor de Grebbeberg, waar in de meidagen van 1940 de strijd tegen de Duitsers het hevigst was.

September 1948 komt Oud met zijn eerste ontwerp. De begraafplaats aan de ene kant van de weg moet een open karakter krijgen. Aan de andere kant van de weg moet de zogenoemde aula komen: een deels verhoogde opstelplaats voor militairen, een toren voor een luidklok waaraan de Rhenense bevolking meebetaalt en een wand waar later beeldhouwwerk op moet komen. Een centrale plaats krijgen een waakzame en een verdedigende leeuw en een kruis bij de ingang van de begraafplaats. De beeldhouwer die Oud hiervoor inschakelt, is niet onomstreden: de communist John Raedecker.

Op 4 mei 1953 wordt het monument officieel in gebruik genomen. Het functioneert nog steeds en elk jaar lijken er meer mensen naar de herdenking bij het mooi gelegen monument te komen.

Urnenmuur
In 1953 is het Nationaal Monument in Amsterdam nog niet klaar. De oplevering zal tot 4 mei 1956 op zich laten wachten. Ook hier werken Oud en Raedecker samen. Oud maakt het ruwe ontwerp en Raedecker de beelden. Na veel heen en weer gepraat met initiatiefnemers van andere monumenten en met de gemeente krijgt Oud de duidelijkheid dat het Nationaal Monument op de Dam zal komen.

Ouds ontwerpwerk resulteert in een hoge pyloon met beelden, een urnenmuur, een tekstwand met een gedicht van Adriaan Roland Holst en een plein dat voor aansluiting op de omgeving zorgt. Voordat de eerste schop de grond in gaat en de eerste geluiden in de steenhouwerswerkplaats klinken, is er echter veel tijd verstreken.

In ”De Stijl toen/J. J. P. Oud nu” –een bewerking van zijn proefschrift– beschrijft Broekhuizen de totstandkoming van deze beide monumenten, maar dat niet alleen. De auteur gaat gedetailleerd in op ál het late werk van de bekende architect die veel heeft betekend voor de volkshuisvesting in Nederland.