Boekrecensie

Titel: Goejanverwellesluis. De strijd tussen patriotten en prinsgezinden, 1780-1787
Auteur: Arie Wilschut
ISBN 90 6550 450 8
Pagina's: 96

Titel: 1600: Slag bij Nieuwpoort
Auteur: Leen Dorsman
ISBN 90 6550 451 6
Pagina's: 88

Titel: Gaat u maar rustig slapen. Colijn en de mythe van mei '40
Auteur: Norbert-Jan Nuij
ISBN 90 6550 452 4
Pagina's: 80

Titel: Dan liever de lucht in! Jan van Speijk en de Belgische Opstand
Auteur: Frits Rovers
ISBN 90 6550 453 2
Pagina's: 88
Uitgeverij: Verloren
Hilversum, 2000
Prijs: ƒ 19,90 per stuk

Recensie door S. J. van Leeuwen - 28 februari 2001

Het blijft tobben met de patriotten

Iedereen weet wat er in 1600 gebeurde: de Slag bij Nieuwpoort natuurlijk. Maar Goejanverwellesluis? Wie vloog waarom „liever de lucht in”? En waarom dacht Nederland in 1940 dat het opnieuw neutraal kon blijven, terwijl toch iedereen kon zien... De boekjes uit de serie Verloren Verleden zetten kort en duidelijk de puntjes op de historische i.

De serie Verloren Verleden behandelt „gedenkwaardige momenten en figuren uit de vaderlandse geschiedenis.” Hoewel de serie niet chronologisch is opgebouwd, is de aanpak helder. Ieder boekje heeft dezelfde opzet: een pakkende titel maakt duidelijk waar het om gaat, het eerste hoofdstuk beschrijft de gebeurtenis, die vervolgens in een breder historisch kader wordt geplaatst. Ten slotte wordt bij ieder onderwerp de huidige stand van historische zaken gegeven. De boekjes zijn een aanrader. Historische legenden en feiten worden keurig op een rijtje gezet. In leesbare taal, met duidelijke, veelal kleurige, plaatjes, in een handzaam formaat, voor nog geen twee tientjes.

Goejanverwellesluis
Een van de typisch gedenkwaardige momenten waar de serie over gaat, is ”Goejanverwellesluis”. In deel 9 van de serie beschrijft Arie Wilschut hoe Nederland „in de jaren 1786-1787 verzeild was in een toestand van burgeroorlog.” Patriotten –hervormingsgezinde burgers–- en Oranjegezinden stonden lijnrecht tegenover elkaar en de strijd liep hoog op. Zo hoog zelfs dat stadhouder Willem V Den Haag moest verlaten en in Nijmegen belandde.

Nijmegen was echter niet wat zijn echtgenote begeerde. Daarom wilde zij de Staten van Holland in Den Haag gaan vragen om haar echtgenoot weer terug te roepen. Van een persoonlijk verzoek kwam echter niets terecht: bij Goejanverwellesluis werd Wilhelmina gearresteerd en opgebracht. De aanhouding was niet toevallig; de patriotse burgersoldaten die de prinses op 28 juni 1787 gevangen namen, wisten op wie ze wachtten. Van een slechte behandeling van de prinses was geen sprake, al laten illustraties zien dat daar in het buitenland anders over werd gedacht. Maar hoewel Wilschut de patriotten de „grondleggers van het moderne Nederland” noemt, heeft de „moderne geschiedschrijving weinig invloed gehad op de beeldvorming bij het grote publiek.” Daarom „blijft het tobben met de patriotten.”

Toevalstreffer
„Ongewild en onbedoeld”, zo vat Leen Dorsman de Slag bij Nieuwpoort in deel 10 samen. Ongewild, want prins Maurits, bevelhebber van het Nederlandse leger, was bepaald niet gelukkig met zijn opdracht het Duinkerkse zeeroversnest uit te roken. En onbedoeld, want niemand had kunnen voorspellen dat de Spaanse en de Nederlandse troepen in de duinen van Nieuwpoort slag zouden gaan leveren.

Deze slag was dus min of meer een toevalstreffer. Na een ongelukkige reis richting Nieuwpoort, met gidsen die de weg niet wisten en een kort treffen met het Spaanse leger, was Maurits gedwongen slag te leveren met de troepen die door aartshertog Albert waren samengetrokken. Uiteindelijk bracht de ruiterij van Maurits uitkomst in de strijd die aan honderden het leven kostte. Zoals bekend steeg Maurits, toen de overwinning behaald was, van zijn paard en dankte hij God.

Behalve de slag beschrijft Dorsman ook uitgebreid het ontstaan van Nederland, de geschiedenis van de Tachtigjarige Oorlog en de strijd tussen de Staten en de stadhouder. Misschien wel iets te uitgebreid, want lang niet alle informatie is nodig om de slag te kunnen begrijpen. Maar tegenover dat minpuntje staat een pluspunt: de uitstekende beschrijving van de ontwikkeling die het Nederlandse leger onder leiding van Maurits doormaakte.

Dorsman is uiterst kritisch waar het gaat om de combinatie van enerzijds partijdigheid en nationalisme en anderzijds historische precisie, een typisch negentiende-eeuwse manier van geschiedschrijven. Zo worden Groen van Prinsterer en Isaäc Da Costa aangehaald als voorbeelden van hoe het niet moet. „God, Nederland en Oranje: dat was het 'drievoudig snoer' waar het om draaide.” Echte geschiedschrijving kwam later pas – dat is de teneur bij Dorsman.

Lek geprikt
De afbeelding op de voorkant van deel 11 van Verloren Verleden is veelzeggend: Colijn comfortabel weggedoken in een grote stoel met in zijn ene hand een microfoon, in de andere hand een grote sigaar en op het bijzettafeltje een kopje thee. Geen wolkje aan de hemel, zo lijkt de prent te willen zeggen. Toch zat er wel degelijk wat in de lucht, want op 10 mei 1940 marcheerden de eerste Duitsers de Nederlandse grens over en was Nederland voor het eerst in zo'n honderd jaar weer in oorlog.

Na de oorlog kreeg één persoon alles op z'n brood: Colijn. Nederland was in slaap gewiegd, zo wilde het verhaal, door zijn uitspraak: „Gaat u maar rustig slapen.” Norbert-Jan Nuij prikt deze mythe lek: Colijn had de uitspraak al jaren voor de oorlog gedaan en bedoelde met zijn uitspraak dat Nederland kon gaan slapen, want de regering zou waken.

Nuij neemt het in zijn boekje op voor Colijn en citeert daarbij zelfs de NSB-leider Anton Mussert, die ooit verzuchtte: „Ik geloof dat die Colijn toch veel meer geschikt is voor dit vak dan ik.” Toch is het boekje meer dan een naald die een verzinsel lek prikt. Het laat zien hoe Nederland per se neutraal wilde blijven en hoe het gebroken geweertje heerste. Colijn had Nederland niet eens in slaap hoeven sussen: het sliep al.

Sigaar
Voor Colijn verschenen er als donderslag bij heldere hemel bommenwerpers in de lucht, maar Van Speijk blies zichzelf met een daverende klap de lucht in. De uitspraak: „Dan liever de lucht in!” is misschien wel bekender dan Van Speijk, zijn daad zelf en de omstandigheden waaronder hij zich op 5 februari 1831 opblies. In deeltje 12 van Verloren Verleden worden die omstandigheden nauwkeurig beschreven.

Nederland was op dat moment nog in staat van burgeroorlog. Het zuiden, het huidige België, wilde zich afscheiden van het noorden, het huidige Nederland. In die oorlog was Jan Carel Josephus van Speijk scheepskapitein. Van Speijk was een dromer, een romanticus pur sang, die al lang van tevoren had aangekondigd zijn schip liever op te blazen dan „immer een infame Brabander te worden of het vaartuig over te geven.” Zijn bemanning had gejuicht bij die woorden, maar ze had er vast niet op gerekend dat Van Speijk inderdaad de lont in het kruit zou gooien. Toen zijn schip in zwaar weer op de Vlaamse kust vastliep en door Belgen werd veroverd, liet Van Speijk zich een brandende sigaar brengen en verdween in het schip. Vrijwel onmiddellijk daarna ontplofte het schip.

Op de klap volgde een verbazingwekkende heldenverering. „De brave Hollandse held was de lucht in gevlogen en werd de hemel in geprezen”, zo vatte een historica het verhaal van Van Speijk eens samen. Van Speijks ster aan het heldenfirmament daalde echter even snel als hij steeg en inmiddels is de kapitein gedegradeerd tot een tekening in het Nederlandse paspoort. Met 1830 als jaar van zijn dood.