Boekrecensie

Titel: De Verlichting der Romantiek. De psychofysiologische idee in West-Europa
Auteur: G. M. Mesland

Uitgeverij: Erasmus Publishing
Rotterdam, 2000
ISBN 90 5235 145 7
Pagina's: 261
Prijs: ƒ 47,50

Recensie door H. L. Groenenboom - 31 januari 2001

Romantiek als kroon
op de Verlichting

Het lezen van ”De Verlichting der Romantiek” roept gemengde gevoelens op: ergernis over tal van duidelijke gebreken, maar gaandeweg ook interesse voor de besproken figuren en hun werk, en voor de hoofdgedachte van de schrijver.

Om te beginnen de zaken die ergerniswekkend zijn. Dat is in de eerste plaats de al te grote stelligheid waarmee de schrijver zijn onderzoek presenteert. Hij stelt het voor alsof het onderzoek van de Romantiek 150 jaar heeft zitten wachten op de eye-opener die hij nu, naar eigen zeggen, met zijn boek geeft.

Daarmee hangt samen een nogal pedante, tegelijk amateuristische presentatie die vooral blijkt uit de talloze keren dat de schrijver het heeft over ”mijn boek”, ”mijn onderzoek” enzovoort, of ook wel over zaken die niets met het boek te maken hebben. Bijvoorbeeld in de volgende regel: „Wie op de hoogte is van de grondslagen van de didactiek van het tekenonderwijs (zoals de schrijver)...” (blz. 171). Op deze pagina presteert de auteur het om in een bestek van dertien regels niet minder dan drie keer naar zichzelf te verwijzen.

Ontoegankelijk
De presentatie van de stof is ontzettend rommelig. Er zit weinig lijn in de verschillende hoofdstukken. Concluderende opmerkingen worden soms aan het begin gemaakt, inleidende opmerkingen zowat aan het eind. De paragrafenindeling is niet altijd gelukkig gekozen; soms had een onderverdeling in subparagrafen de duidelijkheid kunnen bevorderen. In de laatste regels van het laatste hoofdstuk van zijn boek stelt Mesland dat hij duidelijk heeft gemaakt dat het in de gepresenteerde gegevens gaat om stukjes van dezelfde puzzel. Daaraan moet worden toegevoegd dat hij de stukjes nogal door elkaar heeft laten liggen.

Verder wemelt het boek van Engelse, Duitse en Franse citaten die stuk voor stuk onvertaald worden weergegeven. Dat bevordert de toegankelijkheid niet. En wat te denken van de volgende regel: „In Faust II duiken voortdurend de motieven op van de ”Chain of Being”, van de ”Cingulum Veneris” (...), van de ”Aurea Catena Homeri” (...) of van meer globaal het ”Hen kai pan””?

Centrale wetenschap
Toch is het onderwerp van het boek de moeite waard. De schrijver concentreert zich op de overgang van Verlichting naar Romantiek in de periode 1775-1810. Een belangrijke wetenschap die tijdens de Verlichting tot ontwikkeling kwam, is de fysiologie. Fysiologie wordt omschreven als een natuurleer, een kennis en kunde van levensverschijnselen. Van belang is vooral de toegenomen kennis van het menselijk lichaam. Mesland ziet de fysiologie rond 1800 als de centrale wetenschap die alles van het menselijk lichaam zou verklaren wat nog duister was.

Psychologie wordt omschreven als de wetenschap die de invloed van aanleg, omgeving en lichaamsgesteldheid op de mens onderzoekt. Meslands hoofdgedachte is dat fysiologie, produkt van de Verlichting, het zelfbeeld van de romantische mens beslissend heeft beïnvloed. Om dit te typeren verbindt hij psychologie en fysiologie tot psychofysiologie. Alle cultuuruitingen van de vroege Romantiek zijn volgens hem te herleiden tot wat hij noemt de psychofysiologische idee. Daarin komen drie vragen samen waarmee men zich in de Romantiek bezighield: de plaats van de mens in de keten van alle levende wezens, de zogenaamde ”keten van het zijn”; de verhouding van lichaam, ziel en geest; en ten slotte de vraag hoe de mens zich losmaakt van de natuur om uiteindelijk het goddelijke te bereiken.

Eenheid van levensvormen
Het boek telt, na een ongenummerde inleiding, vijf hoofdstukken. Het eerste gaat over de fysiologie –zeg maar de geneeskunde– in de achttiende eeuw. In hoofdstuk twee tot en met vier komen aan de orde de relatie van psychofysiologie en religie, van psychofysiologie en wijsbegeerte en van psychofysiologie en esthetica. Het vijfde hoofdstuk illustreert het voorafgaande met het werk van Nederlands grootste romanticus, Bilderdijk.

Na hoofdstuk vijf volgt nog een uitgebreide samenvatting waarin tevens een aantal conclusies wordt getrokken. Gesteld wordt dat de psychofysiologie als visie op de eenheid van alle levensvormen het meest verlichte inzicht van de Romantiek is geweest, en daarom tegelijk ook de bekroning van de Verlichting.

Een uitgebreide samenvatting in het Engels en twee zeer beknopte in het Frans en het Duits accentueren de wetenschappelijke pretenties van het boek. Ten onrechte, want eigenlijk wordt er niets aangetoond. De schrijver illustreert zijn visie met een overvloed aan losse citaten. Maar nergens worden deze in de context van het geheel van het werk van de besproken auteur geplaatst. Daardoor blijft de vraag of een bepaald citaat illustratief is voor het hele werk van een schrijver steeds onbeantwoord. Overigens is het gebruikmaken van lange citaten een bewuste keuze. Bij te summiere weergave bestaat volgens Mesland het gevaar van „historische verdoezeling van feiten die eigentijds heel anders lagen. Men verklaart er niets mee en de tijdgeest raakt verloren.” Maar dat bezwaar wordt niet weggenomen door wat langere citaten te gebruiken.

Onderzoeksvoorstel
Ook al bewijst de auteur zijn punt niet, hij doet wel een intrigerende suggestie voor de interpretatie van de vroege Romantiek. Het is jammer dat hij de gegevens om zijn stelling te bewijzen op een weinig toegankelijke en onsamenhangende manier presenteert. Was dit niet het geval geweest, dan zou dit werkelijk een belangrijk boek zijn geworden. Zoals het nu voorligt is het niet veel meer dan een onderzoeksvoorstel. Jammer!