Boekrecensie

Titel: De zwijgende paus? Protest van Pius XII en zijn medewerkers tegen de Jodenvervolging in Europa
Auteur: Hans Jansen

Uitgeverij: Kok
Kampen, 2000
ISBN 90 242 8529 1
Pagina's: 857
Prijs: ƒ 89,-

Recensie door mw. dr. C. C. van den Haspel - 24 januari 2001

Jansen bestrijdt dat paus Pius XII niets voor de Joden heeft gedaan

Het ene bedoelen,
het andere zeggen

Hans Jansen houdt zich bezig met de –altijd boeiende– verhouding tussen de Rooms-Katholieke Kerk en het jodendom. De hoogleraar in Brussel wijdde er in 1981 een studie aan en herhaalde zijn visie in 1998. Zijn standpunt is ondubbelzinnig: met de vele anti-Joodse geschriften die de Rooms-Katholieke Kerk door de eeuwen heen heeft opgesteld, heeft ze de weg voor Hitlers antisemitisme bereid. ”De zwijgende paus?” is Jansens nieuwste boek.

Het is verleidelijk Jansens antisemitismebegrip te vergelijken met wat moderne historici –bijvoorbeeld de Groningse hoogleraar Frits Botermans– op dit punt beweren. Maar dat is hier niet aan de orde. Hier gaat het om Jansens nieuwste boek ”De zwijgende paus?”.

Pius XII, de paus tijdens de Tweede Wereldoorlog, is in het historisch onderzoek vaak scherp veroordeeld. Zo bijvoorbeeld in het boek ”Constantine's Sword. The Church and the Jews: a History” van de Amerikaanse auteur James Carroll, dat vorige week op de markt kwam. Volgens Carroll, pacifist en voormalig priester, heeft Pius het rooms-katholieke eigenbelang boven het geweten verheven. Hij noemt het optreden van de paus „het diepste punt in de moderne geschiedenis van het rooms-katholicisme.”

In tegenstelling tot Carroll en vele anderen stelt Jansen zich op als verdediger van Pius XII, wiens pontificaat liep van 1939-1958. Jansen bestrijdt de zwarte legende, de bewering dat Pius XII niets voor de Joden heeft gedaan, terwijl hij als morele autoriteit toch minstens had moeten spreken. Bij zijn verweer baseert Jansen zich op een twaalfdelige bronnenuitgave van het Vaticaan die verschenen is in de jaren 1965-1981 en waarvan andere auteurs tot zijn verbazing geen kennis hebben genomen.

Solidariteit
Ook Jansen kan niet ontkennen dat Pius XII nooit openlijk de Jodenvervolging heeft veroordeeld. Maar tussen het uitblijven van een openlijke veroordeling en een schuldig stilzwijgen is volgens Jansen een wereld van verschil. In de toespraken, encyclieken en brieven die Pius XII tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef, duidde hij minstens veertig keer de Jodenvervolging aan.

Jansens redenering is als volgt: Pius gebruikte weliswaar het woord Jood niet –hij sprak in algemene bewoordingen over naastenliefde ten aanzien van alle mensen– maar hij bedoelde daarmee zijn kerkvolk op te roepen tot solidariteit met de vervolgde Joden. De positie van de paus bracht echter met zich mee dat hij zich generiek moest uitdrukken. Anders zouden er nog meer Joden slachtoffer geworden zijn. En de tijdgenoot begreep dit allemaal.

Ondanks de uitvoerigheid van Jansens boek blijft de lezer wat vertwijfeld achter. Hoe weet Jansen zo zeker dat de paus het ene zei en het andere bedoelde? Pius XII heeft zelf een aanzet gegeven tot de oplossing van het interpretatieprobleem, dat Jansen opwerpt. In een brief uit september 1942, gericht aan de Poolse priesters, schrijft Pius: „Met een openbaar protest zou ik misschien de lof van de beschaafde wereld hebben geoogst, maar de Joden zouden aan nog zwaardere vervolgingen worden blootgesteld.” Bij de fundering van zijn these is deze Poolse brief voor Jansen een kardinaal bewijsmiddel. Maar waarom dan niet deze brief goed annoteren of zelfs integraal opnemen in een bijlage? Nu mag de lezer zelf gaan zoeken waar hij in de twaalfdelige Vaticaanse bronnenuitgave deze brief kan vinden.

Nazibonzen
Maar afgezien daarvan, in de Poolse brief verklaarde Pius XII dat hij in algemene bewoordingen sprak om erger te voorkomen. Daarmee is echter Jansens interpretatieprobleem nog maar voor de helft opgelost. Er is nog niet bewezen dat de generieke formuleringen van de paus –woorden als naastenliefde, solidariteit, optreden als de barmhartige Samaritaan– inderdaad gelezen moeten worden als een specifieke veroordeling van de jodenvervolging.

Pius leefde in zijn tijd. Hij heeft de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw niet meegemaakt. Dat waren echter de jaren waarin het perspectief zich verengde. De Tweede Wereldoorlog werd praktisch gelijkgesteld met de jodenvervolging. Misschien moeten wij om Pius eerlijk te beoordelen dat perspectief achter ons laten. Dan is er ruimte om paus Pius XII bij zijn woord te nemen. Als hij zijn kerkvolk opriep tot solidariteit met alle mensen bedoelde hij ook alle mensen, onder wie de Joden.

Een soortgelijk probleem heb ik met de tijdgenoten zoals Jansen die ten tonele voert. Voor zijn bewering dat de tijdgenoten ogenblikkelijk door hadden dat achter de algemene christelijke bewoordingen die Pius XII bezigde een veroordeling van de jodenvervolging stak, voert Jansen als bewijsmiddelen aan: een jeugdherinnering, een opmerking van nazibonzen als Von Ribbentrop, Heydrich en Alfred Rosenberg en een rapport van Harold Tittmann, de vertegenwoordiger van de Amerikaanse regering bij de Heilige Stoel in 1943. Misschien heb ik een autoriteit over het hoofd gezien, maar dan nog is er –zo lijkt mij– niet overtuigend aangetoond dat ook de grote massa van de tijdgenoten zonder meer begreep dat de paus het ene bedoelde, als hij het andere zei.

Nuchter
Veel werk maakt Jansen van de humanitaire interventies die Pius XII en zijn medewerkers ondernamen ten behoeve van de Joden. Pius groeit in dit verband uit tot een schakel in een netwerk van bisschoppen, priesters, kloosterlingen en leken, die vaak in samenwerking met Joodse organisaties deden wat zij konden om hun Joodse medeburgers te redden. Jansen is in zijn oordeel over deze „samenzwering van goedheid” zeer nuchter. We zullen nooit weten hoe effectief de stille diplomatie van deze paus is geweest. Maar dat ze er was, valt niet te ontkennen.

Al met al is Jansens boek geen scherpe analyse geworden of een spitsvondig betoog. Het is vooral een praktisch boek: een heldere inleiding waarin uiteen wordt gezet wie wat tot nu toe over Pius XII heeft beweerd, een uitgebreide chronologie, een veelheid aan geraadpleegde literatuur en een vloedgolf van feiten, feitjes, persoonsnamen en namen van organisaties. En, wat misschien wel het belangrijkste is, het boek geeft te denken – hoe moeilijk het was om paus te zijn in een tijd waarin humaniteit niet meer vanzelfsprekend was.