Boekrecensie

Titel: Koningin van Amerika. Jacqueline Kennedy Onassis, de biografie
Auteur: Sarah Bradford

Uitgeverij: Balans
Amsterdam, 2000
ISBN 90 5018 536 3
Pagina's: 588
Prijs: ƒ 59,50

Recensie door Geertje Bikker-Otten - 24 januari 2001

Biografie Jacqueline Kennedy kijkt achter de façade van de roem

Ongekroonde koningin
van Amerika

Bij haar leven was Jacqueline Kennedy een legende, na haar dood is ze dat gebleven. Ze meed als het even kon de publiciteit, maar was voor de glamourpers jarenlang een favoriet onderwerp. Een stralende blik en een brede glimlach waren haar handelsmerk. Maar meer indruk maakte waarschijnlijk het dieptepunt in haar leven: de moordaanslag op haar echtgenoot John F. Kennedy, president van Amerika. Een recent verschenen biografie schetst een gedetailleerd portret van deze gecompliceerde vrouw, die er een ster in was om onder alle omstandigheden –schandalen, huwelijksproblemen, depressies– naar buiten toe de schijn op te houden.

Publiciteit, daar had Jacqueline Kennedy een gruwelijke hekel aan. Zeker als het ging om dingen die met haar privé-leven te maken hadden. Dat de historica Sarah Bradford nu een uitvoerige en niet-gecensureerde biografie aan haar leven heeft gewijd, is dan ook iets waar Jacqueline Kennedy heftig tegen geprotesteerd zou hebben. Als ze nog zou leven. Maar dat is niet het geval. Als gevolg van een ernstige ziekte is de ongekroonde koningin van Amerika in het voorjaar van 1994 op 64-jarige leeftijd overleden.

Een van de vragen die in de biografie steeds weer opduiken, is wie Jacqueline Kennedy nu eigenlijk was. Velen zullen zich haar stralende blik en brede glimlach en wellicht haar merkwaardig zachte stemmetje herinneren. Maar dat was alleen maar de buitenkant. Jacqueline was er zeer in bedreven om alleen te laten zien wat ze wilde laten zien. Dat ze op de dag van de moordaanslag weigerde haar met bloed en hersens bevlekte rok voor een schone te verwisselen is daar een illustratie van: ze wilde de moordenaar en zijn achterban een lesje leren door 's avonds zo gekleed in de schijnwerpers te treden.

Ook mensen die dicht bij haar stonden, hadden er moeite mee te bepalen wat echt was en wat niet. Een neef zei tegen de biografe dat haar „enorme hartelijkheid en jovialiteit” voor een deel gespeeld waren. „Ze speelde voortdurend toneel, dat lijdt geen twijfel.” Behalve hartelijk, joviaal en pienter was ze soms keihard en grillig, kampte ze met depressies, wist ze mensen en omstandigheden meedogenloos naar haar hand te zetten en gaf ze vaak meer geld uit dan ze kon verantwoorden aan huizen, reizen en kleding.

Waar vriend en vijand het over eens zijn, is dat ze een toegewijde moeder was voor haar kinderen Caroline en John Fitzgerald junior. En dat ze verslagen was na de bevalling van een doodgeboren baby en bij het overlijden van haar derde kind, een dag na de geboorte.

Rokkenjager
Dat Jacqueline zou uitgroeien tot een vrouw met internationale faam lag bij haar geboorte niet direct voor de hand. Haar rooms-katholieke ouders waren in goede doen, maar verkeerden niet in de hoogste kringen. Veelzeggend is wellicht dat haar grootvader Bouvier bewust de mythe in het leven riep dat zijn familie af zou stammen van een adellijk Frans geslacht. Volkomen ten onrechte.

De reputatie van haar vader –ook wel ”black Jack” genoemd– was bedenkelijk. Hij was een notoire rokkenjager en hij dronk te veel, wat mede leidde tot de scheiding van zijn vrouw Janet. Zij hertrouwde vrij snel, met een man die al twee mislukte huwelijken achter de rug had maar ook zeer vermogend was. Dat laatste zal zeker geen toeval zijn geweest. Janet was een vrouw die zich er zeer van bewust was dat het belangrijk is om de financiële kant van het leven goed te regelen. In die lijn heeft ze ook haar beide dochters Jacqueline en Lee opgevoed.

Jackie is altijd erg op haar vader gesteld gebleven. De relatie met haar moeder Janet was echter tot het einde moeizaam. Ze liet zich nooit openlijk uit over de achtergronden daarvan, maar de conclusie die biografe Sarah Bradford aan het eind van het boek trekt, lijkt aannemelijk. Jacqueline had het enerzijds aan de stimulans en de drijfkracht van haar moeder te danken dat ze al op jonge leeftijd tot de hoogste maatschappelijke kringen wist door te dringen. Daar stond tegenover dat ze heel goed besefte dat ze om te bereiken wat haar moeder voor ogen stond, haar eigen karakter jarenlang geweld heeft moeten aandoen.

Façade
Jacqueline Kennedy Onassis dankt haar bekendheid voor een groot deel aan het feit dat ze twee keer een beroemde en zeer vermogende echtgenoot had. Ze trouwde in 1953 met senator John F. Kennedy en droeg haar steentje bij aan zijn verkiezing tot president van de Verenigde Staten in 1961. Haar sterrenstatus dateert van die tijd: als Jackie meeging op campagne, stroomden de mensen in massa's toe. Het verhaal wil zelfs dat de dag nadat zij haar haren kort liet knippen de Amerikaanse kappers geconfronteerd werden met duizenden vrouwen die ook die nieuwe coupe wilden.

De moordaanslag op president Kennedy in 1963 maakte haar zo mogelijk nog bekender. Menigeen zal zich nog de foto van de begrafenis herinneren waarbij Jacqueline –gesluierd en geheel in het zwart– te midden van de familie Kennedy in zichzelf gekeerd en strak als een beeldhouwwerk de gang van zaken gadeslaat. Op de voorgrond de kleine John junior, die volgens overlevering een militaire groet brengt.

Na veel speculaties over mogelijke huwelijkskandidaten hertrouwde Jacqueline in 1968 met de puissant rijke Griekse reder Aristoteles Onassis. Ook dit huwelijk heeft niet lang geduurd. Onassis, die veel ouder was, overleed na zeven jaar.

Erg veel geluk heeft al dat geld Jacqueline Kennedy niet gebracht. „Waarom schrijf je niet over al die vooraanstaande vrouwen die door iedereen worden benijd? Dat alles aan de buitenkant rozengeur en maneschijn lijkt, maar dat het leven achter de façade een hel is”, zo vroeg ze eens aan een vriendin.

Berekening
Haar huwelijken waren geen succes. Daaraan zal niet vreemd zijn geweest dat berekening in beide gevallen een rol heeft gespeeld. Zij zocht een man met veel geld. John F. Kennedy wilde een vrouw die gunstig zou zijn voor zijn politieke carrière. En de selfmade man Onassis zag de vermaarde presidentsweduwe als een mogelijkheid om zijn eigen maatschappelijke aanzien te verbeteren. Bovendien waren het geen gemakkelijke mensen. Jacqueline niet, maar Kennedy en Onassis ook niet.

Wat overspeligheid betreft, leken de twee echtgenoten van Jacqueline sterk op haar vader Jack. John F. Kennedy en Aristoteles Onassis waren beiden hun vrouw zeer frequent en naar het zich laat aanzien zonder schuldgevoelens ontrouw. Dat legde een schaduw over haar huwelijken. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat Jacqueline zich ook niet onthield van buitenechtelijke relaties en zonder scrupules nauwe banden aanknoopte met getrouwde mannen. Wat haar nog het meest kwelde was het besef dat ze in beide huwelijken voor haar echtgenoot niet de eerste plaats innam.

Wie de biografie leest, kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de periode na de dood van Onassis in 1975 de meest harmonieuze van haar leven was. Jacqueline ging een min of meer normaal leven leiden. Ze slaagde er zelfs in een baan te vinden, en wel als redacteur bij een uitgever. Het ging om een serieuze functie, die ze tot vlak voor haar dood met toewijding vervuld heeft. En ze vond een nieuwe liefde, Maurice Tempelman, met wie ze overigens nooit trouwde.

Sarah Bradford is bij het samenstellen van de biografie grondig te werk gegaan. Ze werkte vier jaar aan het project, voerde tal van gesprekken met familieleden, personeel en anderen die nauw met Jacqueline te maken hadden en schakelde bovendien tal van medewerkers in. Het resultaat is een lijvig boek dat soms wel erg gedetailleerd het leven van Jacqueline volgt, waardoor het niet altijd eenvoudig is de rode draad van het verhaal te volgen. Overigens overheerst na bijna 600 bladzijden het gevoel dat je slechts een schim van haar hebt gezien. En dat de ware persoonlijkheid van Jacqueline Kennedy in nevelen gehuld blijft.