Boekrecensie

Titel: Bijbels Lexicon – Woorden en uitdrukkingen uit de Bijbel in het Nederlands van nu
Auteurs: Karina van Dalen-Oskam en Marijke Mooijaart

Uitgeverij: Prometheus
Amsterdam, 2000
ISBN 90-5333-923-X
Pagina's: 442
Prijs: ƒ 49,50

Recensie door A. Stam - 27 december 2000

Nieuw Bijbels Lexicon wil registreren

De frisheid van
eeuwenoude folianten

„Zonde is een daad die tegen de regels van godsdienst of moraal ingaat (...), in de bijbel een daad die een schuld tegenover God teweegbrengt.” Zo'n omschrijving, met een verwijzing naar de boetpsalm Psalm 51, maakt nieuwsgierig naar de interpretatie van de andere begrippen in een bijbels lexicon.

Het Nederlands zit vol met woorden en uitdrukkingen die aan de Bijbel zijn ontleend. Het is interessant om hun achtergrond te weten. Toch hadden de auteurs van het ”Bijbels Lexicon” een breder doel voor ogen. Zij speelden in op de algemene klacht dat de huidige generatie, voorzover niet met de Bijbel opgegroeid, deze uitdrukkingen niet meer begrijpt. Kennis ervan is echter onmisbaar voor het begrip van literaire en andere teksten uit vroeger eeuwen.

Het lexicon behandelt alleen woorden en uitdrukkingen voorzover ze na 1945 nog bekend waren. De auteurs wijzen erop dat in dat tijdvak belangrijke maatschappelijke veranderingen plaatsvonden, zoals vernieuwingen in kunst en literatuur en toenemende ontkerkelijking. „Van belang is ook dat aan het begin van die periode een nieuwe protestantse bijbelvertaling verscheen, de NBG-vertaling van 1951”, aldus de verantwoording. Karina van Dalen bekent in een mondelinge toelichting dat de beide auteurs zo gegrepen zijn door de materie, dat ze ook graag zouden willen publiceren over het gebruik vóór de Tweede Wereldoorlog, „maar zelfs met deze keus is het boek al veel dikker geworden dan de bedoeling was.”

Procédé
Ieder trefwoord wordt zo veel mogelijk volgens hetzelfde procédé behandeld. Eerst wordt de letterlijke of meest oorspronkelijke bijbelse betekenis gegeven, voorzover nog geldig in het huidige Nederlands; dan de daarop gebaseerde figuurlijke, of anderszins daaruit ontwikkelde betekenis. Vervolgens wordt de achtergrond uit de doeken gedaan, zonder dat de auteurs dat afzwakken met formuleringen zoals „vermeend” of „zou zijn.” De daarbij gebruikte bijbelpassage komt standaard uit de NBG-vertaling 1951. Wordt een andere vertaling gebruikt, dan wordt dit duidelijk vermeld. Aansluitend wordt er taalkundige en cultuurhistorische informatie gegeven.

Daarna volgen voorbeelden van vroeger en hedendaags gebruik van de uitdrukking. Dat is eerst een citaat uit een zo oud mogelijke bijbelvertaling of -bewerking, waar nodig met een hedendaagse vertaling ernaast. Dat kan variëren van de Rijmbijbel van Jacob van Maerlant (1271), het Luikse Diatessaron (1291-1300), de Delftse Bijbel (1477) tot de vele latere vertalingen. De dikwijls geciteerde Statenvertaling wordt steeds weergegeven in de spelling van de Ravenstein-editie 1637. Ten slotte worden voorbeelden gegeven hoe de uitdrukking in hedendaagse literatuur, kranten of de politiek is aangetroffen.

Als een dief
Bij ”als een dief in de nacht” bijvoorbeeld staat de omschrijving: „heimelijk, onopgemerkt; volkomen onverwacht.” Dan volgt de bijbelse verklaring: dat zowel Paulus als Petrus waarschuwt dat de oordeelsdag zal komen zonder dat iemand erop bedacht is. De tekst 1 Thessalonicensen 5:12 wordt letterlijk geciteerd uit NBG 1951. Het oudere citaat wordt dit keer genomen uit de Deux-Aesbijbel, en dan komen er drie citaten van moderne verschijningsvormen: uit een voetbalverslag in de Meppeler Courant, uit het boek ”Europa Europa” van W. L. Brugsma (1983) en uit de roman ”De geruchten” van Hugo Claus (1997).

Het lexicon is een boeiend boek geworden doordat het uit zo'n breed spectrum put. Niet alleen zijn dat de vele bijbelvertalingen en gezaghebbende handboeken, maar ook een verzameling literatuur, die varieert van Baantjer tot Koos van Zomeren en van ”Het grote kamerplantenboek” tot de ”Tuinfluiter-trilogie”.

De citaten uit kranten en uit de politiek komen bijna allemaal uit het ”27 Miljoen Krantencorpus” en het ”38 Miljoen Woordencorpus” van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie in Leiden, waar beide auteurs aan verbonden zijn. Vanwege de beperkingen van dat corpus wordt er vaak geciteerd uit NRC Handelsblad, de Meppeler Courant en De Standaard en zelfs een enkele keer uit een vunzig blad als Playboy, maar slechts zelden uit Trouw, Nederlands Dagblad of Reformatorisch Dagblad. „Zodoende konden wij overigens duidelijker maken dat aan de Bijbel ontleende uitdrukkingen ook echt algemeen en in meer wereldlijke lectuur gebruikt worden”, aldus Karina van Dalen.

In de inleiding worden vier begrippen in een apart kader nader toegelicht: ”De inhoud van de bijbel”, ”Nederlandse bijbelvertalingen”, ”Spreekwoordenverzamelingen” en ”Bijbelse namen”.

De auteurs kozen in het algemeen alleen voor taalgebruik dat niet aan een bepaalde taalkring of regio gebonden is. Dus geen dialectisch taalgebruik, gezins- of familietaal. Ze sloten met name ook de ”tale Kanaäns” uit, zoals Van Delden en Van de Ketterij die boekstaafden.

XEr wordt in het lexicon maar sporadisch uit de apocriefe boeken geciteerd. „We troffen”, aldus Karina van Dalen, „slechts zelden een uitdrukking aan die alleen maar in de apocriefe boeken voorkwam en niet ook in de canon. Dat zal ook wel te maken hebben met het feit dat in de protestantse traditie –in het publieke geloofsleven van de katholieken heeft de bijbellezing een veel beperktere plaats– de apocriefen veel minder gelezen werden. Er zal dus minder beïnvloeding van de volkstaal van uitgegaan zijn.”X

Voordelen
Het grote voordeel van het lexicon is dat er, door de doorgaans goede omschrijvingen, niet alleen veel kennis wordt bijgebracht, maar ook misverstanden worden weggenomen. Dat kan –naast alle andere voordelen die het heeft– onnodige irritaties bij buitenkerkelijken wegnemen. Wat kom je niet vaak pure onwetendheid tegen over bijbelse begrippen als zonde en genade, of over de minder populaire christelijke feesten als Hemelvaart en Pinksteren. Dat blijkt ook meermalen uit de hedendaagse citaten in dit lexicon, waarin het oorspronkelijke bijbelse begrip niet zelden een verwrongen, platvloerse of zelfs profane invulling krijgt. Uitermate belangrijk is dat de Bijbel zelf in dit handboek steeds aan het woord komt.

Bijkomende voordelen? Je zou kunnen denken aan de ontdekking van uitdrukkingen die naar jouw gedachten niet aan de Bijbel ontleend kunnen zijn, maar het misschien toch wel zijn: ”droogstoppel” (zie Job 13:25) of ”ivoren toren” (zie Hooglied 7:4). Of aan de kennismaking met 'oud goud'. Stoffige, eeuwenoude folianten blijken ineens te sprankelen van leven. Je hoeft toch geen neerlandicus of historicus te zijn om bewonderend te glimlachen als Maerlant in zijn Rijmbijbel beschrijft hoe David de reus Goliath tegemoetgaat: „Ende sine slingre nam hi mede./ Ende ghinc ten gygante ward.”

Ongetwijfeld herkent Karina van Dalen deze glimlach. Na haar promotie in 1997 op Maerlants Rijmbijbel heeft zij 500 verzen van dit zeer oude Nederlands vertaald. Met het doel ooit het complete werk van 35.000 verzen te voltooien. „Maar het is een zaak van lange adem. Ik heb er nu al twee jaar niets aan kunnen doen.”

”Nieuwe mens”
Als een toelichting wat mager overkomt, loont het de moeite om woorden met elkaar te vergelijken. Begrippen als ”hemel” en ”hel” of ”Pinksteren” en ”Heilige Geest” worden duidelijker als je ze in elkaars verlengde leest. Maar of de niet-christelijke gebruiker ook op de gedachte zal komen om ”rechtvaardige” te vergelijken met ”nieuwe mens”? Wellicht zou een eenvoudig verwijssysteem in een volgende druk goede diensten bewijzen.

Een dogmatiek is het lexicon duidelijk niet. Dat was ook niet de bedoeling van de auteurs. „Als wij niet zeker wisten of een uitdrukking aan de Bijbel was ontleend”, aldus Karina van Dalen, „omdat je die ook al in een heel vroeg stadium in wereldlijke teksten tegenkwam, namen wij het woord niet op. Het is dus verklaarbaar dat u een woord als ”bekering” mist. Wij wilden puur registreren.”

Noch de uitgever noch de auteurs hadden bij de publicatie van het lexicon een evangelisatorisch motief. Karina van Dalen: „Wel werkten wij als auteurs vanuit een gereformeerde achtergrond. Anders hadden we ook niet de kennis gehad om dit boek te maken. Wij zijn goed op de hoogte van de Bijbel in de vertaling 1951. Voor dit lexicon hebben wij echter allebei de Statenvertaling een keer in haar geheel doorgenomen, omdat je mag aannemen dat de invloed van de Statenvertaling op onze taal groter is geweest dan die van 1951.”