Boekrecensie

Titel: Van Romeins tot Romaans. Kunstgeschiedenis van Europa van 200 tot 1200
Auteur: dr. Eddy van den Brink

Uitgeverij: Meinema
Zoetermeer, 2000
ISBN 90 211 3784 4
Pagina's: 191
Prijs: ƒ 45,00

Recensie door H. A. van Duinen - 22 november 2000

De kunst van
het kunst kijken

Kijken is een kunst. Dit geldt zeker voor kijken naar kunst. Iemand die over kunstgeschiedenis iets wil leren, moet vooral ook goed leren kijken. Het boek ”Van Romeins tot Romaans” wil belangstellenden voor middeleeuwse kunst hiertoe een handreiking bieden op tochten langs oude kerken, kapellen en musea.

Dr. Eddy van den Brink, kunsthistorisch onderzoeker en gespecialiseerd in de periode 200 tot 1200 na Christus, geeft aan de hand van 150 afgebeelde kunstwerken inzicht in de verschillende tijdperken met hun bijzonderheden en achtergronden. Zelf schrijft hij in zijn voorwoord dat het, ondanks eenvoudig taalgebruik, geen gemakkelijk boek is. Tien eeuwen samenvatten in ongeveer 200 pagina's is een hele opgave. Toch is hij erin geslaagd er een goed leesbaar geheel van te maken.

Van den Brink heeft de 150 geïllustreerde beschrijvingen verdeeld in tien hoofdstukken. Na twee hoofdstukken over de Romeinse invloed op het ontstaan van het oudchristelijke repertoire volgt een hoofdstuk over het gezag dat de keizer vanaf 312 uitoefende op de kerk en dat onmiddellijk zichtbaar werd: hij bouwde kerken voor de kerk. Het model van deze kerken zou tot ver voorbij de Middeleeuwen de kerkbouw in heel Europa bepalen.

De invloed van de keizers kwam vooral uit in de perioden die de geschiedenis zijn ingegaan onder de namen Karolingisch en Ottoons. Deze benamingen duiden aan dat het inderdaad van de keizer afhing wat er gebeurde, ook in de kunst. Na het verval van het Romeinse Rijk zag Karel de Grote het als zijn taak dit rijk weer op te bouwen. Door zijn toedoen ontstonden er in de kloosters schrijf- en schilderscholen die schilders, miniaturisten en kalligrafen opleidden. Deze kloosterscholen zorgden voor de prachtigste handschriften, waarvan er zo'n veertig uitgebreid in het boek worden beschreven.

Bij de beschrijving van het kleurgebruik moeten we het helaas doen met zwartwitafbeeldingen. Afbeeldingen in kleur, al waren het er maar enkele, zouden deze uitgave zeker ten goede zijn gekomen; vooral ook omdat kleur zo'n belangrijke rol speelde in de miniatuurkunst.

In het hoofdstuk ”De verpauselijkte kerk” toont Van den Brink aan de hand van verschillende kunstwerken de opkomst van de macht van de paus, waarbij de keizer zijn positie van hoofd van de christenheid langzaamaan werd ontnomen, de zogenaamde investituurstrijd. Toen de keizer als centrale opdrachtgever van kunstwerken was weggevallen, waren het vooral de bisschoppen en de abten die kunstenaars in dienst namen. Elk met hun eigen smaak, waardoor de verscheidenheid van kunstwerken in de twaalfde eeuw toenam.

Het was de tijd van de Romaanse kunst en, vooral in Frankrijk, van de herleving van de beeldhouwkunst. Deze periode vormt tevens de afsluiting van dit zeer lezenswaardige boek. De geïnteresseerde lezer zal na het lezen en kijken van dit (naslag)werk veel middeleeuwse thema's in het juiste daglicht kunnen plaatsen.