Boekrecensie

Titel: Aan het slagveld ontsnapt. Over oorlogen die niet plaatsvonden
Redactie: A. Gerrits en J. de Wilde

Uitgeverij: Walburg Pers
Zutphen, 2000
ISBN 90 5730 101 6
Pagina's: 254
Prijs: ƒ 39,50

Recensie door mr. S. de Jong - 18 oktober 2000

Over oorlogen die
niet plaatsvonden

”Ontsnapt aan het slagveld” gaat voor de verandering eens over gewapende conflicten die uitbleven. Het eerste deel van de bundel blikt op de geschiedenis terug. Waarom bleef Nederland in de Eerste Wereldoorlog neutraal? Het tweede deel is gewijd aan middelen om vrede te bereiken, zoals conflictpreventie door de OVSE. Het derde deel probeert de vraag naar het nut van empirische en theoretische inzichten te beantwoorden.

Aanleiding voor de uitgave van deze bundel is het emeritaat, in juni, van de bekende Groningse polemoloog Hylke Tromp. Polemologen bestuderen de oorzaken van oorlog en de voorwaarden voor vrede, bracht de Nederlandse grondlegger ervan, Röling, het vakgebied ooit keurig onder woorden. Zijn nazaten beoefenen nog steeds een vak waar toekomst in zit.

Klein punt van zorg zou wellicht kunnen zijn, dat polemologie tot op zeker hoogte in de schaduw van de ivoren toren staat. Pogingen om gewapende conflicten in een gestructureerd kader te plaatsen, hebben nu eenmaal een toenemend kans op succes naarmate het desbetreffende studieobject verder in een grijs verleden ligt.

Ondanks gebrek aan voorspellend vermogen, interessant is het vakgebied zeker. Het in het voorwoord genoemde legertje „historici, politicologen en juristen die op enig moment het pad van Hylke Tromp kruisten” is erin geslaagd een boeiende afscheidsbundel te vervaardigen. Overigens vormt de ontmoedigend kleine letter op het eerste gezicht geen uitnodiging eens lekker te gaan zitten lezen. Overzichtelijke indeling, notenapparaat bij ieder hoofdstuk, voor het overige is alles keurig in orde.

Abstract
Dankzij de opzet van de bundel wordt de inhoud voor polemologisch belangstellenden steeds boeiender. In het eerste deel zijn frappante ontsnappingen aan het slagveld te vinden. Het Rusland-gehalte is hoog. In de bijdrage waarin de Koude Oorlog onder de loep wordt genomen, laadt Gwyn Prins de verdenking op zich ”Koudeoorlogsdenkers” in het Westen achteraf nog eens precies voor te schrijven hoe ze destijds hadden moeten denken. Dat soort polemologie komt als politieke mening beter tot zijn recht.

In het tweede deel buigen de auteurs zich over structurele verbeteringen van de diplomatieke verkeersregels. Hier moet blijken dat polemologisch onderzoek wel degelijk praktisch nut heeft. Van nog hoger abstractieniveau is het kortste, derde deel. Daarin komt de vraag naar het nut van empirisch inzicht aan de orde, en passeren diverse stromingen binnen de deze tak van wetenschap de revue. Uitgesproken realistisch is de opmerking aan het slot van de bundel dat „ondanks alle logische ondergravingen van die stelling, oorlogvoering als ultiem middel om conflicten te beslechten een dominante internationale norm blijft.” Wie vrede nastreeft, doet er verstandig aan zich op oorlog voor te bereiden.