Boekrecensie

Titel: Adam in Amerika. Essays door Graa Boomsma
Auteur: Graa Boomsma

Uitgeverij: Prometheus
Amsterdam, 2000
ISBN 90 5333 820 9
Pagina's: 272
Prijs: ƒ 31,95

Recensie door dr. J. L. Krabbendam - 6 september 2000

„Amerikaan is nieuwe Adam die zich richt op toekomst”

Geschiedenis als fictie

Een samenvattend essay over dit boek vol essays over essays zou de lezer wel erg ver verwijderen van het onderwerp van de recente Amerikaanse literatuur. Beter is het deze bespreking van ”Adam in Amerika” te beperken tot de geschiedbeschouwing die uit de bundel blijkt. Geschiedenis is de verbindende schakel tussen de achttien hoofdstukken waarin Graa Boomsma, recensent voor onder andere De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland, de Amerikaanse literatuur beschrijft en analyseert.

Boomsma vat de term geschiedenis nogal ruim op, zoals blijkt uit de titels van zijn hoofdstukken. Hij behandelt de schrijver Henry Roth in een hoofdstuk met de titel ”De geschiedenis als nachtmerrie”, Thomas Pynchon met ”De geschiedenis als opera” en Toni Morrison met ”De geschiedenis als mishandelde grammofoonplaat”. Voor hem is geschiedenis een fictie die steeds wordt herschreven.

Boomsma typeert de Amerikaan als een nieuwe Adam, die de last van zijn verleden met zich meedraagt, maar gericht is op de toekomst. Dat de geschiedenis blijk geeft van hoop én wanhoop is te positief uitgedrukt. Wie de reeks vrij onbekende schrijvers volgt, moet tot een sombere conclusie komen: de beschaving is een dun laagje vernis waaronder de brute en brutale mens gemakkelijk tevoorschijn komt; de wanhoop overheerst. Een positief resultaat van het boek is dat wie nog steeds denkt dat Amerika een land zonder historie is in de besproken literatuur het tegendeel ontdekt.

Nieuw juk
De meeste schrijvers hebben weinig op met de academische geschiedschrijving. „Die biedt alleen een simplificatie van het verleden”, zegt Toni Morrison. „De waarheid bestaat nooit uit een verhaal maar uit een kluwen van vertellingen. Inzicht in het verleden door oorzaak en gevolg te onderscheiden is daarom een zinloze activiteit.” Morrison typeert daarmee hoe het verleden (vooral door de slachtoffers van de geschiedenis) als een last wordt beleefd, maar zij wijst ten onrechte daarmee de reconstructie van het verleden als een bij voorbaat tot mislukken gedoemd project af. Juist de slachtoffers van de geschiedenis (in haar geval zwarten en vrouwen) hebben baat bij een eerlijk oordeel.

Andere schrijvers laten zien dat literatuur kan symboliseren, dat wil zeggen door enkele gebeurtenissen te benadrukken. Ze hopen daarmee het juk van de geschiedenis te verlichten, maar lijken te vergeten dat dit instrument allen ter beschikking staat en weliswaar bevrijding belooft, maar ook een nieuw juk kan opleggen.

In de recente literatuur laat de creativiteit van de auteur zich vooral kennen door een vermenging van genres. De band tussen de woorden en de dingen is bewust doorgesneden. Ook al beweren sommige auteurs dat ze geen standpunt hebben (waarschijnlijk om te voorkomen dat hun oordeel wordt opgevat als gebrek aan vaardigheid, zoals Anton Tsjechov zegt: „een standpunt is iets anders dan talent”), Graa Boomsma ontmaskert die houding. Literatuur is cultuurkritiek, een prikkel om allerlei inhumane stromingen te wantrouwen. Juist in de Verenigde Staten wordt die kritische rol bedreigd doordat de televisie alle stijlfiguren en thematiek uit de literatuur overneemt en zo krachtig verbeeldt dat het de cultuurcritici monddood maakt. De enige functie voor de literatuur die overblijft is de lezer een ongemakkelijk gevoel te geven. Deze blijft natuurlijk behoefte hebben aan verklaringen over de geschiedenis, aan inzicht in de conditie van onze cultuur. Boomsma's goedgeschreven literatuurgeschiedenis levert zo'n verklaring.

Impliciet
Kortom, de geschiedenis die als brug tussen de essays is geplaatst, blijkt vooral uit persoonlijke levensgeschiedenissen te bestaan, die laten zien dat het verleden de mens in zijn greep kan houden. De behandelde schrijvers doen hun best nog wat hoopvols te ontdekken, maar het wordt impliciet duidelijk dat die verlossing alleen van buiten kan komen. De bundel van Boomsma laat de lezer niet alleen kennismaken met de diversiteit in de Amerikaanse literatuur, maar tevens met de functie die de literatuur in Amerika (nog) heeft. Het is alleen een veeg teken dat die literatuur een uitlegger (een rol die Boomsma kundig vervult) nodig heeft om begrepen te worden.