Boekrecensie

Titel: De Boerenoorlog 1899-1902
Auteur: Bill Nasson

Uitgeverij: Verloren
Hilversum, 1999
Pagina's: 301
Prijs: ƒ 49,00

Recensie door A. J. Diepenbroek - 14 juni 2000

Kaapkolonie, het Verdun
van zuidelijk Afrika

De honderdste verjaardag van de Boerenoorlog –de grootste en tevens laatste geweldsexplosie tussen de Britten en de Afrikaanse Boeren– heeft tal van nieuwe uitgaven over het conflict en zijn gevolgen het licht doen zien. Onlangs verscheen bij uitgeverij Verloren ”De Boerenoorlog 1899-1902”. Al is auteur Bill Nasson er niet in geslaagd er een hapklare brok van te maken, toch is zijn boek geen misser.

Maar weinig buitenlandse aangelegenheden hebben het Nederlandse publiek zo beziggehouden als de ontwikkelingen in Zuid-Afrika. Tijdens zijn bezoek aan Nederland in 1999 viel president Nelson Mandela een ware heldenontvangst ten deel, compleet met een rondvaart door de Amsterdamse grachten, waar duizenden mensen hem toejuichten. Mandela was niet de eerste Zuid-Afrikaanse president die dit ten deel viel. Ongeveer honderd jaar eerder gebeurde hetzelfde, maar toen betrof het de blanke Boerenleider Paul Kruger.

Het eigenaardige was dat de gemiddelde Nederlander –toen zowel als nu– beide presidenten zag als symbolen van de strijd voor vrijheid en gerechtigheid. De recente eeuwwisseling was tevens een gelegenheid om de tijd van een wisseling eerder, die van 1900, opnieuw in ogenschouw te nemen. En denkend aan Krugers ontvangst, komt men bijna vanzelf bij de Boerenoorlog terecht.

Juichen aan zijlijn
Sinds Jan van Riebeek in 1625 de Kaapkolonie stichtte, baarde het gebied weinig opzien in de Republiek der Verenigde Nederlanden. De publieke belangstelling richtte zich meer op de Aziatische bezittingen van de VOC. Toen 't Kaapgewest in 1806 in Engelse handen overging, werd daar in Nederland nauwelijks ruchtbaarheid aan gegeven. Hetzelfde gold voor de Grote Trek, toen enkele duizenden „Afrikaanse Hollanders” uit de Kaapkolonie wegtrokken naar het binnenland en er de Boerenrepublieken stichtten.

De sfeer sloeg rond het midden van de negentiende eeuw om, toen dezelfde Boerenrepublieken de Britten een aantal gevoelige nederlagen toebrachten en zo hun vrijheid veiligstelden. En de Nederlanders? Die stonden te juichen langs de zijlijn. De pers voerde ronkende artikelen over de eenvoudige, oprechte Boerenstrijders, die het tegen het 'perfide' Engeland durfden opnemen. Alle deugden werden geprojecteerd op de 'stamgenoten' in zuidelijk Afrika, zo zelfs, dat de Boer een mythologische figuur werd. Daarbij werd het Boerensucces gemakshalve een „Nederlands succes.”

Geen hapklare brok
In zijn inleiding geeft Nasson, Zuid-Afrikaanse hoogleraar geschiedenis, aan dat hij een overzicht van de Boerenoorlog wil geven. Een algemeen verhaal, voorzien van interessante details, die de lezer in grote lijnen het conflict en de gevolgen uit de doeken wil doen. Hij heeft daarbij twee categorieën lezers in gedachten: „de mensen met belangstelling in een hapklaar, algemeen verhaal over de oorlog, met minimale voorkennis”, en anderzijds de mensen „die verstand hebben van de grote lijnen van het conflict, of misschien zelfs van een of meer van de belangrijkste details.”

Hoewel het boek –een vertaling van ”The South African War 1899-1902”– in één band is gepubliceerd, is Nasson er niet in geslaagd er een hapklare brok van te maken. Het verhaalt in detail de politieke en sociale gebeurtenissen die de Boerenoorlog uitmaakt. Nasson richt zich vooral op de politieke ontwikkelingen die leidden tot de oorlog, waarna hij in detail de gevechtshandelingen gaat beschrijven. Hij sluit het boek af met een uitgebreide slotbeschouwing over de politieke gevolgen en resultaten van het conflict. Tussen de meer beschouwelijke delen bevindt zich een tamelijk taai middendeel dat de gevechten tussen de Boerencommando's en het Britse imperiale leger beschrijft.

Nu is elk boek over een oorlog een beschrijving van de gevechten, maar voor een algemeen verhaal zijn de beschrijvingen te gedetailleerd en te uitgebreid. Daardoor dreigt de algemeen geïnteresseerde lezer al snel zijn of haar geboeidheid te verliezen. Het verhaal is vaak te technisch en daardoor ietwat aan de saaie kant. Misschien heeft Nasson hier zijn publiek met voorkennis op het oog gehad, maar dan nog blijft het verhaal gericht op de beschrijvingen van gevechtshandelingen en blijven sociale en politieke details op de achtergrond. Veelbetekenend is in dit opzicht het feit dat de enige illustraties in het boek plattegronden van veldslagen zijn.

Hensoppers
Toch is Nassons boek geen misser. Belangrijkste verdiensten zijn de aandacht voor de rol van de zwarte Afrikaanse bevolking in de oorlog. Daarnaast zijn zijn nauwkeurige beschrijvingen van het leven van de in concentratiekampen opgesloten Boerenbevolking en die van het bestaan dat de Boerencommando's leidden, zowel scherp als aangrijpend. Ze geven de lezer inzicht in de sociale verhoudingen bij de strijdende partijen.

Een ander nieuw element vormt de aandacht voor de verdeeldheid in het Boerenkamp in het laatste deel van de oorlog. De rol van degenen die zich overgaven aan de Britten (de ”hensoppers” – een benaming afgeleid van de Engelse woorden voor ”handen omhoog”) en degenen die dienst namen in het Britse leger (de ”joiners” – van het Engelse woord voor ”meewerken”) toont tegelijk de zwakte van het Boerenkamp én het gecompliceerde karakter van de Boerenoorlog aan. De botsing was meer dan een treffen tussen Boer en Brit.

Nassons inzicht in de materie wordt duidelijk in zijn slotbeschouwingen. Hij gaat na wat de geschiedschrijving tot nu toe aan evaluaties heeft opgeleverd. Vervolgens komt hij met zijn eigen oordeel. Dat is scherp en treffend. De oorlog is zonder twijfel herkenbaar als een modern, Europees conflict. De vrouwen van de Boerenstrijders stonden als één blok achter hun mannen en vochten zelfs mee. Zo vergezelde de vrouw van de Boerengeneraal Piet Cronjé haar man op zijn campagnes en zette iedere avond zijn geweer in het vet.

Verschroeide aarde
De Britten beseften terdege dat zij een imperiale macht waren die een bevolking kwam onderwerpen die voor vrijheid, huis en haard vocht. Vandaar dat de Britse opperbevelhebber Kitchener besloot een tactiek van verschroeide aarde te voeren en de burgerbevolking onder de meest erbarmelijke omstandigheden in concentratiekampen onder te brengen. Alles bedoeld om het verzet van de Boerensamenleving met grof geweld te breken. Vandaar Nassons conclusie: de Boerenoorlog kan het best getypeerd worden als een Europese oorlog die op een koloniaal toneel met koloniale decorstukken is uitgevochten. In Nassons woorden: ”Het Verdun van zuidelijk Afrika”.