Boekrecensie

Titel: Goed & fout na de oorlog
Auteur: Peter Verkooijen

Uitgeverij: Arch publishing
Amsterdam, 2000
ISBN 90 75887132
Pagina's: 317
Prijs: ƒ 29,90

Recensie door dr. C. S. L. Janse - 17 mei 2000

Politieke geschiedenis
vanuit links perspectief

Boeken over een periode van de geschiedenis die je zelf (voor een belangrijk deel) hebt meegemaakt, roepen allerlei herinneringen op. Soms kom je dingen tegen die inmiddels allang zijn weggezakt. Van sommige dingen zeg je: Nooit geweten dat dat zo zat. Soms worden verbanden gelegd die verrassend zijn, in andere gevallen roepen ze tegenspraak op. Dat is ook zo bij het boek van Peter Verkooijen: ”Goed en fout na de oorlog”.

Volgens de ondertitel biedt het boek „de grote lijnen van de recente Nederlandse politieke geschiedenis.” Dat gebeurt echter wel vanuit een bepaald perspectief: het perspectief van de progressieve intellectueel, voor wie de Tweede Wereldoorlog (en dan met name de linkse visie op de oorlog) jarenlang maatgevend was.

Dat hield in dat socialisten en communisten goed waren. Rechts vertegenwoordigde de fouten, de collaborateurs en de laffe meerderheid van Nederlanders die niks gedaan hadden toen de Joden werden weggevoerd. Liberalisme was in deze opvatting maar een stap verwijderd van fascisme.

Na verloop van tijd moest men echter tot de conclusie komen dat dit allemaal wel erg zwart-wit gezien was. Dat het communisme toch veel meer schaduwzijden had dan men ooit gedacht had en dat de kans dat Amerika en West-Europa tot fascisme zouden vervallen, minder groot was dan men voorheen had aangenomen. Met name de val van de Muur heeft tot deze omslag bijgedragen.

Dat is niet direct het perspectief van waaruit wij de naoorlogse politieke geschiedenis bezien, maar daarom is het nog wel interessant om er kennis van te nemen. Daarbij moeten we wel bedenken dat de schuldbelijdenis van een ander (en zeker van een tegenstander) vaak wel prettig leest, maar dat het altijd moeilijker is om je eigen fouten te erkennen. Partijen zoals PvdA, CPN en PSP krijgen in dit boek relatief veel aandacht, de christelijke partijen en vooral de VVD zijn voor de auteur veel minder van belang.

Derde weg
Met name de beschrijving van de eerste naoorlogse jaren is interessant. De PvdA meende het monopolie van de vernieuwing te hebben op elk gebied. De eerste naoorlogse verkiezingen liepen voor haar echter op een teleurstelling uit. De KVP werd de grootste partij en bleek als regeringspartner onmisbaar.

In de internationale politiek voerde een aantal PvdA'ers een pleidooi voor een derde weg tussen de Sovjet-Unie en Amerika. Slotemaker de Bruïne, het hoofd van de Wiardi Beckmanstichting, riep zelfs op om voluit te kiezen voor het socialisme/communisme, want de vijand stond rechts. Hij zag geen mogelijkheid van een compromis tussen de ideologieën van Amerika en Rusland. Of deze toch wel opvallende oproep in de partij van Drees ook verontwaardigde reacties opriep, daarover meldt het boek niets.

Aan het eind van de jaren zestig was er onder invloed van de Vietnamoorlog in de PvdA een nieuwe tendens om uiterst links als geestverwant en potentiële bondgenoot te beschouwen. Ook toen werden er door vooraanstaande figuren in de partij uitspraken gedaan waar men zich nu wellicht voor schaamt.

Zestienhoven
Alles bij elkaar geeft het boek een overzicht van de jongste Nederlandse politieke geschiedenis vanuit een links perspectief. Overigens was minister Lieftinck niet afkomstig uit de Vrijzinnig Democratische Bond, maar uit de vooroorlogse CHU. En het is maar gelukkig dat premier Gerbrandy en enkele andere ministers in december 1944 bij hun bezoek aan het bevrijde zuiden niet op Zestienhoven landden, (zoals op pagina 30 staat vermeld) want dan waren ze naar alle waarschijnlijkheid meteen door de Duitsers opgepakt.