Boekrecensie

Titel: Kerken in Gelderland
Auteur: A. G. Schulte

Uitgeverij: Walburg Pers
Zutphen, 2000
ISBN 90 6011 959 2
Pagina's: 152
Prijs: ƒ 34,50

Recensie door P. van de Breevaart - 17 mei 2000

Vanaf zeven kerktorens is Gelderland te overzien

Om het Gelderse kerkenlandschap in zijn geheel te kunnen overzien hoeven niet meer dan zeven torens van stadskerken beklommen te worden, stelt de kunsthistoricus A. G. Schulte in zijn boek ”Kerken in Gelderland”. Elk van die torens garandeert de beklimmer, nadat hij goed is uitgerust, een uitzicht met een straal van 20 tot 25 kilometer.

”Kerken in Gelderland” is uitgekomen ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de Stichting Oude Gelderse Kerken. De uitgave is mogelijk geworden dankzij steun van de provincie Gelderland en van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist. Schulte is bij deze dienst werkzaam.

Volgens de auteur is vanaf de torens van de Maartenskerk in Zaltbommel en van de Stevenskerk in Nijmegen de hele Betuwe in „een allesomvattend blikveld te vangen.” De Eusebiustoren in Arnhem en de toren van de Walburgskerk in Zutphen „geven een nagenoeg dekkend beeld van de Veluwezoom, de Liemers en de Graafschap, terwijl die van Groenlo zicht biedt op de rest van de Achterhoek.” Voor de Noord-Veluwe leveren, zo heeft Schulte geconstateerd, de torens van Elburg en Nijkerk een „fantastisch panorama.”

De kunsthistoricus schrijft al ruim twintig jaar artikelen in het Bulletin en andere publicaties van de stichting. Daarnaast verschenen van zijn hand nog meer artikelen over kerkelijke kunst en architectuur in Gelderland.

Geen kerkgeschiedenis
Wie denkt in de nu verschenen jubileumbundel informatie te lezen over de plaatselijke kerkgeschiedenis, komt bedrogen uit. De auteur geeft aan de hand van wat hij noemt een „historisch-geografisch model” de lezers inzicht in het kerkgebouwenbestand in Gelderland. Uitgangspunt daarbij vormen voor hem de middeleeuwse kerken, die op basis van historisch bronnenmateriaal zijn geselecteerd, gekwantificeerd en gekarteerd.

Het gaat de auteur en de stichting, zo blijkt uit de bundel, echt om de kerkgebouwen en minder om de religie. Schulte erkent dat ook met zoveel woorden in zijn inleiding. In hoofdlijnen geeft dit boekje in vogelvlucht en van grote hoogte antwoord op de vragen: Wat stond er en wat staat er in Gelderland?

Dat brede verband is –zo meent de auteur– nuttig, om niet te zeggen noodzakelijk. „Niet alleen omdat het terugkijkend naar het verleden veel verklaart, maar ook omdat het perspectieven biedt voor een juiste beoordeling bij besluitvorming over behoud (van kerkgebouwen, PvdB) in de toekomst.”

Schulte beschikt, zo blijkt bij lezing van het boek, over een vaardige pen. In het eerste hoofdstuk neemt hij de lezer mee in een helikoptervlucht naar de door hem gewenste hoogte. Op deze manier krijgt men uitzicht op én inzicht in het Gelders panorama. Kerktorens zijn voor de kunsthistoricus markante en tot nu toe de meest consistente aanknopingspunten in de herkenning van het landschap dat onder hem verglijdt. Maar hij signaleert terecht dat het aanzien van het landschap in steeds sneller tempo verandert, waarbij de kerktorens in de Gelderse ”townscapes” inmiddels geduchte concurrentie hebben gekregen.

Middeleeuwse kerspels
Informatief én interessant is de analyse van Schulte over de middeleeuwse kerspels. Gelderland maakte in de Middeleeuwen deel uit van drie rooms-katholieke bisdommen: Utrecht, Keulen en Münster. Die bisdommen waren weer onderverdeeld in decanaten. In een volgend –ook belangwekkend– hoofdstuk gaat de auteur na waarom een bepaalde kerk of kapel, inclusief bijbehorend klooster en/of gasthuis, naar een bepaalde heilige is genoemd.

De kunsthistoricus beschrijft vervolgens de verschillende kerken, kapellen en kloosters in Gelderland. Daarna geeft hij het resultaat weer van zijn zoektocht naar de gevolgen van de Reformatie op het kerkenbestand in Gelderland. Een fors deel van het boek is gereserveerd voor de beschrijving van de verschillende bouwstijlen en de daarbij behorende versieringen die de kerken in Gelderland kenmerken. De auteur constateert overigens dat in bouwkunstig opzicht de „kerken in Gelderland” niet synoniem zijn aan „Gelderse kerken.” „Typisch Gelderse kerken bestaan niet!”

Dat deze uitgave een jubileumbundel van de Stichting Oude Gelderse Kerken is, is ook merkbaar aan de laatste vijf hoofdstukken van het boek. Daarin komen de 'eigen' kerken, het Bulletin als informatie- en mededelingenblad van de stichting, een bibliografisch overzicht van in het Bulletin verschenen artikelen en een overzicht van dagexcursies naar kerkgebouwen aan bod.

Het boek is gedrukt op kwalitatief goed, matglanzend papier, waardoor de vele foto's van (details van) kerkgebouwen en de tekeningen haarscherp zijn overgekomen. Vooral voor in Gelderland geboren of wonende kerkgebouwliefhebbers is het boek ”Kerken in Gelderland” een hoogst interessante uitgave, die dankzij de financiële steun van provincie en Monumentenzorg niet al te duur is geworden.