Boekrecensie

Titel: Twintig eeuwen zien op u neer. Een wereldgeschiedenis vanuit Europees perspectief
Auteur: H. Beliën, F. Meijer, W. Mijnhardt en P. Raedts

Uitgeverij: Ambo
Amsterdam, 1999
ISBN 90 2631 591 0
Pagina's: 256
Prijs: ƒ 29,90

Recensie door dr. R. P. de Graaf - 25 januari 2000

Overzicht wereldgeschiedenis stopt wereldoorlogen in voetnoten

Mens al langer dan
honderd jaar op aarde

Robert Darnton, een Amerikaanse historicus die zich in de Franse Revolutie gespecialiseerd had, arriveerde in het najaar van 1989 in West-Berlijn, om bij het Wissenschaftskolleg te gaan werken. In plaats van zich bezig te houden met opstanden uit het verleden, werd hij ingehaald door het heden. Het volk was opgestaan tegen zijn onderdrukkers; de Berlijnse Muur viel en Darnton was erbij.

Twee eeuwen terug: tijdens de bestorming van de Parijse Bastille op de veertiende juli 1789 werden de volksmassa's extra opgejut door pamfletten, waarin haarfijn werd uitgelegd wat er allemaal niet deugde en hoe de zaak kon worden veranderd. Tijdens enorme demonstraties in Oost-Berlijn op 4 juli 1989 zag Darnton iets identieks, maar nu met de tv, de moderne pamflettist.

De Oost-Duitse regering zou hebben bevolen dat de Muur geopend moest worden. „Hoe weten jullie dat?” vroeg een grenswachter. „Dat hebben we op televisie gezien”, was het antwoord. „In dat geval mogen jullie erdoor.” Dat, terwijl dezelfde Egon Krenz in herdenkingsinterviews verklaarde dat hij op de tv de mensen al zag passeren en toen besloot dat bloedvergieten geen zin had...

Napoleon
Deze dramatische gebeurtenissen vormen de kern van het laatste korte hoofdstukje over de twintigste eeuw uit ”Twintig eeuwen zien op u neer. Een wereldgeschiedenis vanuit Europees perspectief”, geschreven door een kerk- en een cultuurhistoricus, een hoogleraar zeegeschiedenis en een docent Nieuwe Geschiedenis. Een specialist voor de nieuwste of eigentijdse geschiedenis ontbreekt, en dat is te merken.

De opzet van ”Twintig eeuwen” (de titel komt van Napoleons beroemde uitspraak tijdens de Egyptische campagne: „Soldaten, van de top van deze piramide zien veertig eeuwen op u neer!”) is wel erg uitdagend. Voor het Teleac-wetenschappelijke programma Pharos kregen de vier mannen het verzoek om uit iedere eeuw „een gebeurtenis, verschijning of ontwikkeling” te kiezen die „bepalend is geweest voor die eeuw of voor later”. Deze radioteksten zijn nu dus gebundeld.

Stel dat een eigentijdse historicus had meegedaan. Die had natuurlijk beweerd dat zijn twintigste eeuw veruit de belangrijkste is geweest op politiek, technisch, wetenschappelijk en sociaal-economisch gebied. En dat hij dus recht had op aanzienlijk meer bladzijden dan het huidige tiental. Ter vergelijking: 47 bladzijden zijn bestemd voor de Nieuwe Geschiedenis, 114 voor de Middeleeuwen en 63 voor de Oudheid.

Het is voor de eigentijdse lezer een beetje vreemd om de beide wereldoorlogen te zien verdwijnen in wat voetnoten bij de Berlijnse Muur – waar de doop van Clovis en de invallen van de Noormannen hele hoofdstukken krijgen toebedeeld. Anderzijds wordt weer eens te meer duidelijk hoe belangrijk de Oudheid en de Middeleeuwen voor onze huidige maatschappij zijn geweest. Immers, het is de waan van de tijd –kijk bijvoorbeeld naar de geschiedenisboeken in het middelbaar onderwijs op onze scholen– om te denken dat de mens pas honderd jaar op aarde is!

Barbarij
Doordat een vast thema ontbreekt, is het beeld wat fragmentarisch. Via Augustus, Constantijn, Clovis, Karel de Grote en Bartholomeus Diaz belanden we bij de Nederlandse Opstand tegen Spanje. Een constatering als „Tolerantie is een tamelijk recente uitvinding” –afkomstig uit het enige vaderlandse hoofdstukje over de Unie van Utrecht en de Tachtigjarige Oorlog– krijgt zo veel meer reliëf. Eerst meer dan zeventien eeuwen barbarij, dan een lange en soms wrede oorlog om geloofsvrijheid en daarna nog ruim driehonderd jaar, met als resultaat ”Noord-Ierland”, om over discriminatie en racisme in eigen huis maar te zwijgen.

Het blijft een feit dat, zoals de schrijvers in hun voorwoord opmerken, áls het christendom in de late Oudheid en de Middeleeuwen niet zo'n hoge vlucht had genomen, onze westerse wereld er heel anders had uitgezien. Niet voor niets hebben we afgesproken onze jaren vanaf de geboorte van Jezus te zullen tellen. Toeval!, roepen sommigen. Maar wij zeggen: Geenszins, juist voor dezulken is lezing van ”Twintig eeuwen” welbesteed.